Contactgegevens

Intensive Care Unit 2

bed 9 t/m 16

routenummer 87

(077) 320 57 85

 

Intensive Care Unit 3

bed 17 t/m 24

routenummer 87

(077) 320 57 90

Zorgverleners op gang IC

Non-invasieve beademing

Bij ‘non-invasieve beademing’ ademt de patiënt zelf via een masker, dat over de mond en neus geplaatst is. Dit masker is met elastische banden rondom het hoofd bevestigt en is verbonden aan een beademingsapparaat. Het beademingsapparaat ondersteunt de ademhaling van de patiënt met lucht en zuurstof.

 

Het ondersteunen van de ademhaling

Wanneer de patiënt inademt, geeft de machine lucht mee. De patiënt krijgt zo meer lucht binnen, waardoor het ademhalen makkelijker en rustiger wordt. Ook kan het benauwde gevoel verminderen. Tijdens de uitademing geeft de machine lichte tegendruk. Door deze tegendruk worden de longblaasjes beter opgehouden. Hierdoor wordt de zuurstof beter opgenomen en stijgt het zuurstofgehalte in het bloed. Als er eventueel vocht in de longen zit, zorgt deze tegendruk ervoor, dat dit vocht terug de bloedbaan in gaat.

 

Bij het starten van de beademing blijft er een verpleegkundige bij de patiënt in de
buurt. De verpleegkundige observeert hoe de patiënt de beademing ervaart en of het masker voldoende op het gezicht aansluit. Het masker zit vrij strak. Dit is nodig om de beademing goed toe te kunnen passen.

 

Voordelen 

Non-invasieve beademing heeft een aantal voordelen ten opzichte van invasieve beademing:

  • Patiënt hoeft niet in slaap gebracht te worden.
  • Patiënt is bij bewustzijn en in staat om te praten.
  • De beademing kan op elk moment gestart en gestopt worden. Patiënt kan dus af en toe zelfstandig ademen en soms eten en drinken.
  • Patiënt ligt meestal korter aan de beademing.
  • Patiënt ligt meestal korter op de IC
  • Patiënt heeft minder kans op het krijgen van een longontsteking.

 

Risico's

Doordat er tegendruk op het masker staat, kan de patiënt lucht inslikken, misselijk worden en gaan braken. Om dit te voorkomen krijgt de patiënt een maagsonde. Als de patiënt misselijk wordt, kan via deze sonde de lucht weer uit de maag geheveld worden. Het bedekken van mond en neus door het beademingsmasker kan soms door de patiënt als angstig ervaren worden. De ogen kunnen geïrriteerd raken door lekkage van lucht langs het masker. De beademingslucht wordt bevochtigd, daardoor kan het masker soms beslaan en is het zicht belemmerd. Ondanks de bevochtiging van de lucht kan de patiënt dorst ervaren.

 

Voeding

De patiënt heeft een maagsonde en een infuus waardoor voeding en vocht toegediend worden. Wanneer de ademhaling van de patiënt verbetert, kan de beademingsondersteuning soms even gestopt worden. Het masker wordt dan door de verpleegkundige van het gezicht gehaald en patient kan zelf eten en drinken. Vooral in het begin van de behandeling doen we dit zo min mogelijk. De patiënt zou namelijk benauwd kunnen worden zonder beademingsondersteuning.

 

Verzorging

Ook tijdens het verzorgen van het gezicht, het poetsen van de tanden en het verzorgen van de ogen halen de verpleegkundigen het beademingsmasker even van het gezicht af. Ondanks dat de lucht bevochtigd wordt kunnen, door de aanhoudende luchtstroom via het beademingsmasker, de ogen, lippen en mond namelijk uitdrogen en het gevoel van dorst geven.

 

Hoe lang moet er beademd worden?

De non-invasieve beademing kan enkele uren tot enkele dagen duren. Wanneer de toestand en de conditie van de patiënt verbetert, wordt de ademhalingsondersteuning in stapjes afgebouwd en kan patiënt zelfstandig gaan ademen. Hoelang dit duurt is voor elke patiënt verschillend.
Wanneer de non-invasieve beademing onvoldoende effect geeft, zal de specialist mogelijk besluiten om te starten met invasieve beademing of om een tracheostoma aan te leggen. Bij invasieve beademing krijgt de patiënt een beademingsbuisje (tube) in de luchtpijp geplaatst. Meer lezen over invasieve beademing.

Scroll voor meer informatie