Wat u moet doen bij een lage bloedsuikerwaarde, diabetes type 1
Lage bloedsuikerwaarde bij een insulinepomp
Bij diabetes type 1
Heeft u een bloedsuikerwaarde lager dan 3.5 mmol/l?
Wat u moet doen:
Is u bloedsuiker lager dan 4 mmol/l voor de maaltijd?
- Bij een bloedsuiker tussen 3,5 en 4,0 mmol/l neem geen dextro, ga direct eten
- Bij een bloedsuiker tussen 3.0 en 3.4 mmol/l = 3 dextro of 20 ml ranja
- Bij een bloedsuiker lager dan 3.0 mmol/l = 6 dextro of 40 ml ranja
Meet na 20 minuten uw bloedsuiker opnieuw. Is deze nog steeds lager dan 3.5 mmol/l, volg dan nogmaals bovenstaande stappen.
Wanneer uw bloedsuiker hoger is dan 4 mmol /l, dan hoeveelheid insuline berekenen en na de maaltijd bolussen. Werken met correctiefactor (bloedsuikerwaarde invoeren in pomp).
Is uw bloedsuiker lager dan 3.5 mmol/l op andere tijden:?
- neem 6 dextro tabletten of 40 ml ranja
Meet na 20 minuten uw bloedsuiker opnieuw. Is deze nog steeds lager dan 3.5 mmol/l, neem dan nog een keer 6 dextro tabletten of 40 ml ranja.
Wanneer uw bloedsuiker hoger dan 4 mmol/l is:
- als volgende maaltijd binnen 2 uur plaatsvindt = geen actie
- als de volgende maaltijd na meer dan 2 uur is, dan 15 gram langzame koolhydraten eten. Bijvoorbeeld een snee brood met hartig beleg, een snee ontbijtkoek, een portie fruit of een kommetje vla.
Is uw bloedsuiker lager dan 2.5 mmol/ l? Stop de pomp.
Start de pomp weer bij een bloedsuiker hoger dan 6.0 mmol/l.