Patiënt in wachtruimte

Zorg rondom bloedverdunning

Datum: 21 juli 2023

Wist u dat maar liefst 1 op de 20 mensen ooit te maken krijgen met trombose? VieCuri behoort tot de kopgroep van ziekenhuizen in ons land met een eigen Stollingscentrum. De specialisten van het centrum zijn proactief bezig met de zorg rondom bloedverdunning, met als doel patiënten adequaat te helpen.

 

Meer dan 1 miljoen mensen in Nederland gebruiken antistolling om een bloedstolsel, oftewel trombose, te voorkomen of behandelen. “Het Stollingscentrum geeft advies over alles wat met bloedverdunning te maken heeft. Dat doen we voor onze patiënten, en voor de artsen die bij hun behandeling betrokken zijn. Het centrum is voortgekomen uit de trombosedienst, die nu onderdeel is van het Stollingscentrum.” De laatste jaren zijn er steeds meer mogelijkheden gekomen op het gebied van behandelingen. “We merkten dat steeds meer dokters en patiënten daar vragen over hadden. In het Stollingscentrum geven specialisten antwoord op al die vragen”, begint internist-vasculair geneeskundige Arne Dielis.

 

Advies over dosering

De specialisten van het Stollingscentrum geven niet alleen advies, maar werken ook proactief. “Zo controleren we bijvoorbeeld of patiënten die bij de trombosedienst onder behandeling zijn, onverhoopt opgenomen worden in het ziekenhuis. Is dat het geval, dan geven we een advies over de dosering van de antistollingsmedicatie. Dat advies komt in het dossier te staan dat de behandelend arts gebruikt.” Ook bij een geplande operatie geven de tromboseartsen en doseeradviseurs van het Stollingscentrum advies.

 

Trombosebeen of longembolie

Een bloedstolsel kan op verschillende plekken in het lichaam aanwezig zijn. In de vorm van een longembolie of een trombosebeen bijvoorbeeld. “Bij een trombosebeen sluit een bloedvat in het been af. Dat geeft onder andere pijn, krampen en roodheid. Als het bloedstolsel losraakt, kan het in de longen terechtkomen. Dat noemen we een longembolie. De klachten beginnen met pijn tussen de schouderbladen en op de borst. Die pijn wordt snel heviger en mensen raken erg benauwd. Tot slot is een hart- of herseninfarct ook een vorm van trombose”, legt de internist uit.

 

Arne Dielis achter de computer

Specialist Arne Dielis heeft in zijn vrije tijd een passie voor LEGO. Arne: ''Eigenlijk moet ik bij elke patiënt een puzzel oplossen; met LEGO is dat ook wel een beetje zo!''

 

Hoger risico 

Onder andere mensen die roken, ernstig overgewicht hebben, zwanger zijn of bepaalde erfelijke aandoeningen hebben, lopen een hoger risico op trombose. “Ook is er een relatie met lang stil zitten; bijvoorbeeld tijdens een lange vliegreis of autorit. Ook mensen die in het ziekenhuis liggen,  hebben een grotere kans op bloedstolsels. Bijvoorbeeld omdat ze een operatie ondergaan, een ernstige infectie hebben of gips dragen.” Er zijn diverse manieren om trombose te behandelen. “Veel mensen slikken één of twee tabletten per dag. Een deel van de patiënten krijgt eerst trombosespuitjes. Pas als het bloed voldoende dun is door het gebruik van tabletten kunnen zij met de spuitjes stoppen. Met een speciaal apparaatje, een INR-meter, kunnen we meten hoe dun het bloed is.”

 

Onder controle

Na de behandeling blijven patiënten nog een tijdje onder controle in het Stollingscentrum. Nadia Belrhiti Alaoui is Physician Assistant stolling en bespreekt op de poli de voortgang met de patiënt. “Als een patiënt een trombose heeft, is dat in veel gevallen een trombosebeen. We houden na drie maanden, een half jaar en na een jaar bij hoe het gaat. Ook kijk ik of het been dikker is, onderzoek ik nauwkeurig of de kuit pijnlijk is en of ik rode plekken, donkere verkleuringen, wondjes of harde plekken zie.”

 

Begeleid nog beter maken

Voor haar afstudeeronderzoek en met hulp van de doseeradviseurs van het Stollingscentrum, onderzocht Belrhiti Alaoui hoe het ziekenhuisbeleid rondom trombose nóg beter kan. “We hebben een beleid om te voorkomen dat patiënten die opgenomen zijn in het ziekenhuis trombose krijgen. Per patiënt en per ingreep wordt bepaald of er een verhoogde kans is op trombose. Zo ja, dan krijgt de patiënt preventief trombosespuitjes. Door het onderzoek dat we deden, konden we het beleid nog meer optimaliseren. Zo was een verbeterpunt dat de trombosespuitjes voortaan niet meer in de namiddag, maar pas om tien uur ’s avonds op de dag van de ingreep worden gegeven. Hiermee wordt de kans op complicaties zoals een bloeding of een trombose verminderd.”

 

Nadia Belrhiti Alaoui in de behandelkamer

Nadia Belrhiti Alaoui: ''Ook kijk ik of het been dikker is, onderzoek ik nauwkeurig of de kuit pijnlijk is en of ik rode plekken, donkere verkleuringen, wondjes of harde plekken zie.''

 

Trombose voorkomen, dit kunt u zelf doen:

  • Niet roken.
  • Gezond eten.
  • Hebt u een lange reis voor de boeg? Probeer tussendoor voldoende te bewegen. Bent u met de auto, stop af en toe en wandel een eindje. Sta in het vliegtuig regelmatig op om drinken te halen. En zelfs zittend kunt u wat beenoefeningen doen.
  • Krijgt u klachten aan het been, zoals een dik, rood en pijnlijk onderbeen? Blijf niet door lopen maar laat het controleren door de huisarts.
Arne Dielis in spreekkamer
Scroll voor meer informatie