Inleiding
U wordt bestraald vanwege longkanker. Tijdens de bestraling kan uw slokdarm, die in het bestralingsgebied ligt, tijdelijk geïrriteerd raken. Dit kan problemen geven met eten en drinken. Deze klachten ontstaan meestal in de tweede helft van de behandeling en kunnen toenemen tot drie weken na de bestraling.
Het is belangrijk om klachten zoveel mogelijk te beperken en uw voeding volwaardig te houden. Volwaardige voeding bevat voldoende van alle voedingsstoffen. Dit helpt u tijdens de behandeling in een goede voedingstoestand te blijven, waardoor u de behandeling beter aan kunt.
Adviezen bij een geïrriteerde slokdarm
Uw slokdarm kan geïrriteerd raken door de bestraling. U kunt dit vergelijken met een schaafwond. U kunt pijn ervaren bij het eten van bepaalde voedingsmiddelen.
- Zure producten kunnen uw slokdarm irriteren. Vermijd daarom zure vruchtensappen, vruchtenmoes en zuur fruit zoals citrusfruit, kiwi en framboos. Zachte fruitsoorten zoals bananen en peren worden meestal goed verdragen.
- Zure dressings en azijn kunnen de irritatie verergeren. Vermijd ook koolzuurhoudende dranken, alcohol en sportdranken.
- Warme dranken en gerechten kunnen pijnlijk zijn. Laat ze enkele minuten afkoelen. Soms zijn ijskoude gerechten en dranken prettig, soms juist niet.
- Scherpe kruiden zoals peper en sambal kunnen uw slokdarm verder irriteren. Vermijd deze bij het bereiden van maaltijden.
- Producten met veel zout, zoals zoute vleeswaren, soep, drop en zoutjes, kunnen uw slokdarm irriteren.
- Harde voedingsmiddelen zoals nootjes, pitjes en korstjes kunnen uw slokdarm beschadigen. Kies voor zachte, smeuïge of vloeibare voeding indien nodig.
Adviezen bij slikproblemen
Bij slikklachten kunt u uw voeding aanpassen naar zachte, gemalen of vloeibare voeding. Pas echter op dat u niet te snel volledig overstapt op vloeibare voeding, omdat deze minder voedingsvezels en voedingsstoffen bevat dan normale voeding.
-
Snijd uw voedsel heel fijn of pureer het. Goed kauwen blijft belangrijk.
-
Voor onderweg of als u weinig tijd heeft, kunnen potjes baby- en peutervoeding handig zijn.
-
Bij slikproblemen kan brood lastig zijn. Kies voor brood zonder korst met smeerbaar beleg. Zachtere broodsoorten zoals croissants, cake of donuts zijn ook een optie. Drink een slok bij elke hap of week brood in soep, bouillon of groentesap. U kunt ook drinkontbijt, Brinta, havermoutpap, vla, yoghurt, kwark of pudding nemen in plaats van brood.
- Pastagerechten met saus zijn vaak makkelijker door te slikken. Ze zijn gladder en minder droog.
-
Zacht vlees of zachte vis gaat meestal beter. Vet vlees zoals worst, gehakt en doorregen varkensvlees is zachter. Bak vlees en vis niet te hard. Stoof vis en gebruik bijvoorbeeld zalm of tonijn uit blik met tomatensaus of mayonaise. Ragout of gerechten met eieren zijn ook een goede keuze.
-
Groenten zijn zachter als ze goed gaar gekookt zijn. Voeg een klontje boter of een groentesausje toe. Bind waterige groenten met allesbinder, maïzena, een bloempapje of saus uit een pakje. Snijd vezelige groenten zoals doperwten, mais, champignons, asperges en bleekselderij fijn en eet ze met veel saus. Vermijd rauwkost omdat dit vaak te hard is.
- Aardappels kunnen goed geprakt worden en met extra jus smeuïg gemaakt worden.
Tussendoortjes bij slikproblemen
Tussendoortjes zijn net zo belangrijk als hoofdmaaltijden. Door vaker (6 tot 7 keer) per dag iets te eten, krijgt u meer voedingsstoffen binnen. Dit is vooral belangrijk als u vloeibare voeding gebruikt, want die bevat vaak minder voedingsstoffen. Tussendoortjes zijn ook belangrijk als u bij de hoofdmaaltijd minder eet dan u gewend bent.
-
Zacht fruit is makkelijker door te slikken. Kies bijvoorbeeld aardbei, banaan, framboos, kiwi, mango, meloen, nectarine, peer, perzik en pruim. Kiwi en framboos zijn zuurder en kunnen pijn doen bij een geïrriteerde slokdarm. Fruit uit blik is meestal zachter dan vers fruit, maar bevat minder vitamines. U kunt fruit ook malen, raspen of persen met een sapcentrifuge of staafmixer.
-
Zoete tussendoortjes geven extra energie. Denk aan cake, zacht gebak zoals slagroom- of kwarkgebak, soesjes, roombroodjes en moorkoppen. Zachte koekjes zoals mergpijpjes, ontbijtkoek, eierkoek en gevulde koek zijn ook geschikt. Harde koekjes kunt u zacht maken door ze in een drank te dopen. Zacht snoep zoals schuimpjes, tumtum, spekjes, chocozoenen, yoghurtgum, marsepein en bonbons met zachte vulling zijn ook een goede keuze. IJs kan ook verfrissend en prettig zijn.
-
Hartige tussendoortjes geven ook extra voedingsstoffen. Een zacht broodje zonder korst met paté, smeerkaas, (lever)worst, Franse kaas, roomkaas, huzarensalade, ragout, tartaar, filet americain of vis is een goede keuze. U kunt ook denken aan een snack zoals een frikadel, hotdog, de vulling van een kroket of een stukje roomkaas gerold in zacht vlees zoals worst of ham. Gebakken vis zoals lekkerbekje, schol en kibbeling met saus is ook een goed tussendoortje.
-
Een (kant-en-klare) milkshake bevat veel energie en eiwit en is daarmee ook een geschikt tussendoortje.
Gemalen of vloeibaar voeding
Alle voeding kan in principe worden gemalen. Het is vaak niet nodig om de hele maaltijd te malen; soms is het voldoende om alleen vlees of vezelige groenten te malen. Gebruik hiervoor een staafmixer met hak molen. Deze malen het eten fijn, zijn geschikt voor eenpersoons porties, nemen weinig ruimte in beslag, zijn makkelijk mee te nemen en goedkoper dan keukenmachines.
-
Maal vlees niet te fijn, want dan wordt het compact en stijf. Het is makkelijker te eten met veel jus of saus. Mager vlees zoals tartaar kan te korrelig worden om te malen.
-
Maal het eten pas na het koken of bakken. Dit behoudt de smaak beter. Maal het eten fijn of grof, afhankelijk van uw klachten. Hoe langer u maalt, hoe fijner het eten wordt.
-
Als het eten te dik en compact is, verdun het dan met bouillon, water of melk tot het vloeibaar wordt. Probeer uit welke dikte voor u het beste werkt.
-
In plaats van rijst te malen, kunt u rijstebloem gebruiken. Meng dit met hete bouillon. Koken is niet nodig.
-
Deegwaren (pasta) zijn minder geschikt om fijn te malen omdat ze kleverig worden. Bonen en andere peulvruchten kunnen wel goed worden gemalen.
-
Kant-en-klare baby- en peutervoeding is ook een mogelijkheid.
Voor meer tips, bekijk onze informatiepagina: Voeding met een andere consistentie (dikte)
Soep
Soep kan een warme maaltijd niet volledig vervangen, tenzij het een maaltijdsoep is. Soep bevat veel water en is daardoor minder voedzaam. Dit geldt vooral voor bouillon, die voornamelijk zout en smaakstoffen uit groente en vlees bevat.
Hoe meer (gemalen) vulling een soep bevat, hoe voedzamer deze is. Wilt u een maaltijdsoep eten of is de vulling te grof? Zeef dan de soep, maal de vulling en voeg deze weer toe. U kunt de soep ook geheel met een staafmixer fijnmaken.
Maaltijd aantrekkelijker maken
Gemalen en vloeibare maaltijden kunnen er vaak hetzelfde uitzien. Dit maakt het moeilijk om voedingsmiddelen te herkennen. Zeker als uw smaak verminderd is, is afwisseling belangrijk om maaltijden aantrekkelijk te houden.
-
Maak maaltijden kleurrijk. Vis en aardappelpuree zien er aantrekkelijker uit met tomaten- of paprikasaus en groene groente. Roer groene kruiden zoals bieslook, dille, peterselie of selderij door de aardappelpuree.
-
Varieer met hartig en zoet. Eet bijvoorbeeld een korstloze boterham met ragout en een schaaltje vla erbij.
-
Gebruik kruiden en specerijen om de smaak en het uiterlijk van uw maaltijd te verbeteren. Maar wees voorzichtig met scherpe kruiden, deze kunnen uw slokdarm irriteren.
-
Maal de verschillende onderdelen van de maaltijd apart en schep ze afzonderlijk op uw bord. Dit zorgt ervoor dat u de verschillende smaken beter proeft en het eten er aantrekkelijker uitziet.
Bereiding vloeibare maaltijd
Hieronder vindt u vijf stappen om een vloeibare (mix)maaltijd te bereiden. Volg deze stappen om een smakelijke en voedzame maaltijd te maken.
-
Kook of bereid alle maaltijdonderdelen op de gebruikelijke wijze. Zorg ervoor dat alles goed gaar is.
-
Maal de droogste onderdelen van de maaltijd, zoals vlees, vis, kip of een vegetarische vleesvervanger. Voeg een beetje jus, boter, saus of bouillon toe om het smeuïg te maken.
-
Doe de groente bij het mengsel en maal dit fijn. Zorg ervoor dat de groente goed gemengd wordt met de andere ingrediënten.
-
Stamp de aardappelen en maak er puree van met melk, boter of room. Maal de aardappelen niet te lang mee, want dan worden ze 'lijmerig'. U kunt ook aardappelpuree uit een pakje of kant-en-klaar gebruiken.
-
Voeg ten slotte vocht toe tot de maaltijd de gewenste dikte heeft. Gebruik bouillon, jus, melk, room, groentenat, tomatensap of groentesap. Pas de dikte aan naar uw eigen voorkeur.
Dieetproducten
Als u ondanks aanpassingen in uw voeding toch niet voldoende eet en afvalt, kunnen dieetproducten een oplossing zijn. Dit helpt u om toch voldoende energie en eiwitten binnen te krijgen. Dieetproducten zijn er in verschillende vormen, zoals drinkvoeding, toetjes of poeders. Drinkvoeding bevat veel energie en eiwitten. Daarnaast zijn er vitamines en mineralen aan toegevoegd. Drinkvoeding is beschikbaar in verschillende smaken en samenstellingen. Poeders zijn ook beschikbaar in verschillende smaken en samenstellingen. U kunt deze poeders toevoegen aan dranken of gerechten om uw voeding rijker te maken. Als u dieetproducten wilt gebruiken, overleg dan altijd met uw diëtist. De diëtist kan beoordelen of u het product nodig heeft en adviseren over de hoeveelheid en het type product dat het beste bij u past.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.