Britt: "Het Landelijk Actieplan Zeggenschap is in het leven geroepen om de invloed van verpleegkundigen op hun eigen werk te vergroten. Dit werd voor VieCuri uitgewerkt in twee verschillende actieplannen, verdeeld over twee jaren, waarbij één specifiek gericht was op patiëntgericht werken. Verpleegkundige Lorianne was als projectlid nauw betrokken bij het eerste actieplan.”
Lorianne: “Voorheen werkten we vooral taakgericht, waarbij iedere verpleegkundige een eigen taak had bij een patiënt maar niemand het hele overzicht behield. Dit beperkte de flexibiliteit en de inbreng in hoe we ons werk organiseerden. Dankzij het actieplan kregen we de mogelijkheid om onze werkwijze te veranderen en meer uit te gaan van de behoeften van de patiënt. Een belangrijk aspect hiervan was dat we niet alleen invloed kregen op de dagelijkse werkzaamheden, maar ook op grotere werkprocessen. Om deze verandering echt goed door te voeren, was tijd en inzet nodig. De subsidie maakte het mogelijk om verpleegkundigen vrij te roosteren, zodat zij zich hier specifiek op konden richten. Dit zorgde ervoor dat zeggenschap niet alleen iets theoretisch bleef, maar daadwerkelijk werd omgezet in structurele verbeteringen. Door samen te werken en inspraak te hebben in het grotere geheel, konden we duurzame veranderingen doorvoeren in de manier waarop we zorg verlenen. Dit actieplan heeft laten zien hoe belangrijk het is om verpleegkundigen een stem te geven in hun eigen werkproces en hoe dat uiteindelijk leidt tot betere zorg voor de patiënt."
Dus dankzij subsidie heb je dingen echt kunnen veranderen?
Lorianne: "Verpleegkundigen staan in de directe patiëntenzorg en hebben waardevolle ideeën over hoe dingen beter kunnen. Vaak ontbreekt het aan de ruimte voor grote veranderprojecten, maar als die ondersteuning er wél is, kunnen veranderingen echt gaan vliegen. Dit project is daar een prachtig voorbeeld van. Dit heeft ons werk en de zorg enorm verbeterd."
Stonden die collega’s in het begin ook allemaal te springen om dit te gaan doen?
Evelien: "Veranderingen moeten natuurlijk ergens beginnen. Dit project startte met een subsidie en werd eerst op één afdeling uitgevoerd, omdat een brede uitrol in één keer niet haalbaar was. In het begin moesten we echt wel wat energie steken in het overtuigen van collega’s. Maar als ze merken dat ze ook tijd kunnen stoppen in verbeteringen dan merk je dat ze enthousiast worden. Wat we nu zien, is dat andere afdelingen hierdoor geïnspireerd raken: ‘Hé, dit werkt, dat willen wij ook!’ Er ontstaat een natuurlijke groei, waarbij teams zelf initiatief nemen en leren van afdelingen waar het al succesvol is. Toch blijft tijd een uitdaging; wij kregen nu de ruimte om hiermee aan de slag te gaan, maar andere afdelingen hebben die ruimte niet gehad. Dit laat zien hoe belangrijk structurele ondersteuning is voor blijvende verandering."
En hoe organiseer je dat nu, nu de subsidieperiode voorbij is?
Evelien: “Afdelingsgebonden veranderingen organiseren we in overleg met verpleegkundigen, waarbij hbo- en mbo-studenten een aanvullende waardevolle rol spelen. Zij krijgen de kans om projecten op te pakken en worden begeleid door ervaren verpleegkundigen die hierachter staan en hun expertise delen. Dit creëert een leerzame wisselwerking: studenten doen onderzoek, reflecteren en brengen inzichten van andere afdelingen terug. Wat werkt elders goed? Wat kunnen we direct overnemen, en wat moeten we aanpassen aan onze eigen situatie? Elke afdeling heeft immers unieke uitdagingen, zoals een andere bedbezetting of patiëntencategorie. Door deze samenwerking ontstaat er ruimte voor vernieuwing en verbetering."
Lorianne: "Sommige verbeteringen kun je wel over afdelingsgrenzen heen toepassen, maar echte verandering vraagt tijd en ruimte. Studenten kunnen veel bijdragen, maar de dagelijkse drukte op de werkvloer zorgt er vaak voor dat verbeterinitiatieven in de verdrukking komen. Ook financiële overwegingen hebben ervoor gezorgd dat niet altijd de focus alleen op deze verandering kon liggen. Dit specifieke project en de subsidie hebben daarin wel echt geholpen. We hebben dingen kunnen veranderen die zonder de extra middelen niet mogelijk waren geweest.”
Hoe toets je of de verandering ook werkt?
Lorianne: "Verandering begint vaak met weerstand, maar al snel werd duidelijk hoeveel voordelen de nieuwe werkwijze bood: beter overzicht en veiliger werken. We haalden regelmatig feedback op via enquêtes, teamvergaderingen en kliniekoverleg met artsen, zodat alle disciplines betrokken waren. Die brede ondersteuning zorgde voor draagvlak en enthousiasme.”
Evelien: “Voor ons is het belangrijk dat verpleegkundigen ook in de toekomst actief betrokken blijven bij verbeteringen. Zeggenschap is een continu proces: wat vandaag werkt, kan morgen anders zijn. Door open te staan voor nieuwe inzichten, te leren van andere afdelingen en flexibel te blijven, ontwikkelen we ons als team én verbeteren we de zorg."

Het Landelijk Actieplan Zeggenschap is in het leven geroepen om de invloed van verpleegkundigen op hun eigen werk te vergroten.
Wat is het grote voordeel van patiëntgericht werken ten opzichte van taakgericht?
Evelien: "De overgang van taakgericht naar patiëntgericht werken heeft een enorme impact gehad. In plaats van alle patiënten globaal te kennen, begeleiden verpleegkundigen nu een beperkt aantal patiënten in het hele proces van A tot Z.”
Britt: “Dit biedt de patiënt niet alleen een vast aanspreekpunt, maar geeft verpleegkundigen ook meer overzicht en rust. Minder onnodige afstemming met collega’s betekent vaak efficiënter werken en een betere focus op de noodzakelijke zorg. Toch was deze verandering niet vanzelfsprekend. Enthousiasme wisselde en de samenwerking met flexmedewerkers bracht zeker ook uitdagingen met zich mee. Het actieplan was cruciaal om deze barrières te doorbreken, onderzoek te doen en aan te tonen wat nodig was voor succes. Wat tien jaar geleden nog onmogelijk leek, is nu de nieuwe standaard geworden — en dat is een essentiële verandering in de zorg die wij bieden."
Nu werken jullie op een aantal afdelingen patiëntgericht, en op sommige afdelingen nog niet. Waar ligt dat aan?
Britt: “Twee belangrijke oorzaken voor het niet van de grond komen van de nieuwe manier van werken zijn ten eerste financiële uitdagingen, waardoor er minder tijd en middelen beschikbaar zijn om hierin te investeren. Ten tweede speelde het wegvallen van belangrijke kartrekkers binnen het project een grote rol; doordat teamleden met zwangerschapsverlof gingen of een kans kregen op een andere afdeling, kwam de voortgang weleens onder druk te staan. Je kunt zeggen dat je het dan misschien anders moet doen om het goed te kunnen borgen, maar op sommige dingen heb je ook niet zoveel invloed. En het is vaak tijdelijk dus we zetten dan gewoon even een stapje terug en gaan dan weer door!”
De tweede subsidie is gericht op het versterken van de verpleegkundige councilstructuur en daarmee het formaliseren en faciliteren van de zeggenschap van verpleegkundigen. Heeft het plan om de councilstructuur te verbeteren goed gewerkt?
Britt: “Bij VieCuri werken we al jaren met een councilstructuur om verpleegkundig zeggenschap te versterken. Momenteel zijn er zes councils, gecoördineerd door het Verpleegkundig Stafbestuur (VSB) en de Chief Nursing Officer (CNO). Vijf councils richten zich op specifieke thema’s: richtlijnen en protocollen, verpleegkundige hulpmiddelen, verpleegsensitieve uitkomsten, gedifferentieerde inzet en verpleegkundig onderzoek. Het zesde council, de ‘Afvaardiging Verpleegkundige Beroepsgroep’, zorgt voor vertegenwoordiging vanuit alle afdelingen en poliklinieken.
De councils werken multidisciplinair en betrekken naast verpleegkundigen ook experts zoals stafadviseurs, learning en development adviseurs en Business-Intelligence-specialisten, die gegevens verzamelen en analyseren.. In 2023 hebben we de structuur geëvalueerd en op basis daarvan een subsidieaanvraag ingediend binnen het landelijk actieplan zeggenschap. Twee belangrijke interventies werden ingezet om de ontwikkeling te versterken: scholing voor councilleden, zodat zij beter voorbereid zijn op hun rol, en het formaliseren van tijdsbesteding, om de belasting op afdelingen te verminderen. Daarnaast hanteren we kleinere, behapbare doelen om successen zichtbaar te maken en voortgang te waarborgen. Zo bouwen we stap voor stap aan een duurzame en effectieve councilstructuur die verpleegkundigen een krachtige stem geeft in hun werk en de kwaliteit van zorg. We zijn er heel blij mee dat we dit op deze manier hebben kunnen aanpakken en je ziet dat het ook echt van de grond af komt. We hebben enorme stappen gemaakt en er zit nog steeds veel energie op.”
Wat is jullie conclusie na twee succesvolle rondes Zeggenschap en Veerkracht?
Britt: “Door verpleegkundigen de ruimte te geven om processen te verbeteren en de kwaliteit van zorg te verhogen, kunnen we ook naar de lange termijn kijken. Dat vind ik een enorme stap vooruit. Vaak wordt vooral geïnvesteerd in de directe patiëntenzorg, maar nu zien we hoe waardevol het is om ook te investeren in tijd voor verpleegkundigen zodat zij hun ideeën tot leven kunnen brengen.”
Evelien: “Verpleegkundigen zijn van nature innovatief. Als je hen de kans geeft om met hun ideeën aan de slag te gaan, zie je iets bloeien en groeien – niet alleen binnen teams, maar in de hele organisatie. Dat is iets waar ik ontzettend trots op ben. We hebben veel leiderschap en zeggenschap in ons DNA maar mogen dat nog veel meer uitdragen."
Lorianne: “Het heeft echt heel erg bijgedragen aan meer zeggenschap voor verpleegkundigen. Op het gebied van patiëntgericht werken hebben verpleegkundigen heel veel ideeën kunnen aandragen en hun eigen manier van werken opnieuw mogen bedenken. Als je daar de sterkere councilstructuur bijtelt heeft het verpleegkundigen echt een nieuwe route naar verbetering gegeven.”
Britt: “De councils zijn gegroeid: verpleegkundigen ontdekken hun leiderschap en kijken verder dan hun eigen afdeling. Dit vergrootte de zichtbaarheid van het VSB en versterkte ook onze rol in de organisatie. Dankzij subsidies investeerden we in scholing en tijdsbesteding, zodat zeggenschap geen extra last werd. Dit vergrootte niet alleen de invloed van verpleegkundigen, maar ook hun betrokkenheid. En dat heeft een positief resultaat in de organisatie. Zeggenschap zorgt voor veerkracht: verpleegkundigen dragen naast patiëntenzorg bij aan kwaliteit en innovatie. Dit verhoogt motivatie en helpt personeel te behouden. De stappen die we nu zetten, vormen een sterke basis voor de toekomst.”