In 2019 wordt Jos Vievermanns behandeld voor een liesbreuk. Er wordt een implantaat, ook wel ‘matje’ genoemd, geplaatst. “Daar kreeg ik op den duur last van. Vooral ’s nachts nam de pijn toe, net als de druk op mijn blaas. Ik moest er elke nacht wel 7 keer uit! Daardoor sliep ik slecht en was ik overdag niet uitgerust.” Omdat Jos zich zorgen maakt, vraagt hij een verwijzing naar de uroloog. “Die zorgen bleken terecht, want er zat een tumor in mijn blaas. Ik werd vanuit het Laurentius Ziekenhuis doorgestuurd naar het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam voor vervolgonderzoek en twee kijkoperaties. Er werd een behandelplan opgesteld: eerst chemotherapie, daarna werden mijn blaas en prostaat verwijderd en zou ik een urinestoma krijgen.”
Een zware operatie
Voor deze lastige en grote operatie, de blaasverwijdering, werken de urologen van VieCuri en het LZR samen. De operatie vindt altijd plaats in VieCuri. VieCuri-uroloog Tom Hermans: “Zo’n zeventig procent van de mensen met blaaskanker is gebaat bij een operatie via de plasbuis. Bij een kleine groep patiënten zit de tumor in de spierlaag van de blaas: één van de opties is in dat geval een blaasverwijdering. We bespreken in ons regionaal overleg zorgvuldig of deze zware operatie voor de patiënt geschikt is. Bestraling en/of chemotherapie zijn mogelijke alternatieve behandelingen. Die overweging maken we uiteindelijk in overleg met de patiënt: we beslissen samen.”

‘Bewegen voor de operatie’
Om te bepalen of patiënten een blaasverwijdering aankunnen, volgt onder andere een inspanningstest bij de sportarts. De uroloog: “Blijkt bijvoorbeeld dat iemand in een te slechte conditie is voor deze zware operatie, dan kiezen we voor een andere behandeling.” Jos krijgt groen licht en doet er alles aan om zich voor te bereiden op de grote ingreep. “Het stelde me gerust dat ik ook zelf iets kon doen, zoals gezond eten en veel bewegen. Ik zwom drie keer per week als voorbereiding op de operatie.”
Op 25 september 2024 is het zover. De ingreep duurt in totaal vier uur en verloopt zonder complicaties. Jos ligt veertien dagen in het ziekenhuis en krijgt een goede uitslag: er zijn geen uitzaaiingen.
“Eenmaal thuis liep ik met een rollator door de tuin. Toen het iets beter ging, stapte ik over op nordic walking stokken. En een tijdje later kon ik weer gewoon wandelen en fietsen. Ik begin inmiddels weer een beetje de oude te worden. Mijn conditie gaat vooruit. Ik voel me fitter en wil ook weer gaan zwemmen, dat kan met een urinestoma. En ik heb mijn hobby’s weer opgepakt.”
‘Kunstwerk maken als bedankje’
Eén van die hobby’s is beeldhouwen. Direct na thuiskomst uit het ziekenhuis begint Jos aan een kunstwerk voor het zorgteam. “Ik vind het geweldig dat ik zo goed door de operatie ben gekomen en wilde hen daarvoor bedanken. Tijdens onze eerste ontmoeting in het ziekenhuis vroeg dokter Hermans naar mijn hobby’s. Hij toonde interesse in mijn beeldhouwwerken, dus vandaar dat ik besloot een beeld voor hem en zijn collega’s te maken.” Jos creëert een ovalen beeld als symbool voor de blaas. “In die steen zaten linksboven een paar donkere plekken: precies op de plek waar de tumor zat. In het midden van de steen maakte ik een gat in de vorm van een buis, dat mijn urinestoma symboliseert. Daarbinnen verbeeld ik in glas alle chakra’s (plekken in het lichaam waar energie doorstroomt). Dit zijn de energiecentra van het lichaam. Het beeld heb ik inmiddels aan dokter Hermans en de stomaverpleegkundige mogen overhandigen.”
‘Dankbaar dat ik er nog ben’
Aan dat urinestoma is Jos inmiddels gewend. “De stomaverpleegkundige heeft mijn vrouw en mij in het ziekenhuis alles uitgelegd. We hebben geoefend met het aanbrengen van het urinezakje. Toen ik naar huis ging, lukte het mij zelf. Dat ik een stoma heb, vind ik niet zo erg. Ik ben vooral dankbaar dat ik er nog ben en heb dat stoma als een gegeven ervaren. Toch is het niet altijd makkelijk geweest, want in het begin had ik wel eens lekkages. En ik moest letterlijk mijn draai in bed vinden met het stoma. Het gaat nu veel beter. Het stoma hoort inmiddels bij mij.”
‘Meer genieten van het leven’
Uroloog Hermans geeft aan dat de operatie een grote impact op de meeste patiënten heeft. “We plassen elke dag meerdere keren; ineens is dat er niet meer. Daarnaast wordt ook de seksualiteit beïnvloed door de operatie doordat we bij mannen meestal de prostaat verwijderen. Er verandert zowel fysiek als mentaal veel. Hierin zijn onze oncologieverpleegkundigen ook een belangrijk aanspreekpunt. En mocht het nodig zijn, wordt de psycholoog ingeschakeld.”
Jos heeft zelf, samen met zijn vrouw, een positieve draai aan deze ‘nieuwe’ fase in zijn leven gegeven. “Kanker heeft me een nieuwe impuls en herbezinning op het leven gegeven. Het heeft me nog meer geleerd aanwezig te zijn in het hier en nu. Kanker laat je een andere kant van het leven zien. Het is niet alleen maar een nare, vervelende ziekte. Het heeft mij ook geleerd om niet alleen maar te moeten, maar ook te ontmoeten en meer te genieten van het leven.” Tot slot wil Jos nog een groot compliment geven aan al het zorgpersoneel dat hij heeft ontmoet. “Elk mens telt in een ziekenhuisorganisatie, en alle medewerkers zijn even waardevol. Ik ben regelmatig geraakt door al die mensen om mij heen.”

LZR-uroloog Dennis Oerlemans:
‘We werken continu aan kleine verbeteringen’
De blaasverwijdering voor blaaskanker (cystectomie) met urinestoma is één van de grootste ingrepen die in VieCuri wordt uitgevoerd. Zowel VieCuri-patiënten als patiënten van het Laurentius Ziekenhuis Roermond (LZR) worden in Venlo geopereerd. De VieCuri-urologen Tom Hermans en Marc de Jong en Dennis Oerlemans, uroloog in het LZR, trekken daarbij samen op. Die laatste vertelt: “Deze operatie is uitgebreid en ingrijpend. Het is prettig dat we dit als ervaren specialisten samen kunnen doen.
We kunnen elkaar continu feedback geven. Soms zijn er onvoorziene omstandigheden en moeten we ter plekke ons plan aanpassen. Ook dan is overleg fijn. Deze samenwerking, waarbij alle kennis en kunde is gebundeld, draagt bij aan betere zorg voor de patiënt.”
De urologen evalueren regelmatig deze samenwerking, vertelt Dennis. “We houden bij hoeveel mensen we opereren, hoe vaak complicaties optreden en welke complicaties dat precies zijn. Zo proberen we continu een verbeterslag te maken. Dat zit ‘m meestal in kleine details, waardoor we nét een beetje beter kunnen werken. Het resultaat is bijvoorbeeld dat de operatietijd door de jaren heen al flink korter is geworden. Ook hebben patiënten gemiddeld minder bloedverlies dan vroeger.”
Dennis benadrukt dat de goede begeleiding voor en na de operatie, bijvoorbeeld rondom beweeg- en eetadviezen, ook bijdraagt aan een goed herstel.
“De urologen worden zowel op de polikliniek als op de afdeling ondersteund door een verpleegkundig team (gespecialiseerde verpleegkundigen, stoma verpleegkundigen, oncologie verpleegkundigen) dat inmiddels ook zeer ervaren is met deze patiënten groep. Deze ondersteuning is erg belangrijk tijdens het gehele traject. Het is echt een team-inspanning.”