Joep Kusters is een echte levensgenieter. “Het zijn voor mij de kleine dingen die het hem doen”, zegt hij. “In ‘d’n hoaf pongelen’ met mijn vrouw Vera. Of samen een kop koffie drinken. Dat maakt me gelukkig.”
Vier jaar geleden ondergaat de heer Kusters een galoperatie. “Hierbij traden complicaties op en ik lag na de operatie een tijdje in coma. In die periode kreeg ik waanbeelden. Ik zat opgesloten in de vroegere huishoudschool in Tegelen, waar ik heb gewerkt als opzichter. Ik wilde eruit, maar het lukte niet. Ik was aan het hallucineren, maar het voelde levensecht. Het bleek een delier te zijn.”
Pas na vijf, zes uur was het delier voorbij. “Mijn vrouw vertelde dat ik ook onaardige dingen had gezegd. Ik herinner me daar niets meer van, maar vind dat wel heel erg.”
Padden en kevers op de muur
Mede dankzij rust en goede voeding knapte de heer Kusters vrij snel op. Begin dit jaar kreeg hij echter opnieuw een delier, dit keer na een hartoperatie en het plaatsen van een pacemaker. “Ik lag in het ziekenhuis en mijn vrouw, zoon en kleinkinderen zaten aan mijn bed. Mijn zoon pulkte aan zijn oog en haalde er een vlinder uit. Bij de gordijnen zat een vogeltje, dat op en neer bewoog. Ook zaten er padden, kevers en andere beesten tegen de muur. Heel vreemd, maar het was weer heel realistisch.”
De heer Kusters knapte ook dit keer snel op. “Het gaat goed met mij. Ik geniet volop, samen met Vera. Maar ik denk nog regelmatig terug aan wat ik heb meegemaakt. Zeker aan het tweede delier, met de beesten op de muur. Dat was zo’n vreemde gewaarwording. Een delier is echt een heftige ervaring, vooral mentaal.”
Onderliggende oorzaken
Bij meneer Kusters vormden de operaties de triggers voor het ontstaan van de delieren. “Dat zien we vaker, vooral bij kwetsbare ouderen”, vertelt Réka Csepán-Magyar, klinisch geriater bij VieCuri. “Een ziekenhuisopname bij deze groep leidt in 10 tot 40 procent van gevallen tot een delier. En iemand die al eens een delier heeft gehad, loopt bij een volgende opname extra risico. Overigens zijn er verschillende soorten delieren. Sommige patiënten zijn onrustig, gespannen en hallucineren. Maar andere mensen zijn juist slaperig, apathisch en rustig. Daarnaast zijn er ‘mengvormen’.” Naast een ziekenhuisopname kunnen andere zaken leiden tot een delier; bijvoorbeeld een infectie, ontsteking of bepaalde medicijnen. Een delier heeft altijd een onderliggende lichamelijke oorzaak.”
Het is belangrijk om deze oorzaak zo snel mogelijk op te sporen en aan te pakken.
‘Nooit helemaal voorkomen’
Volgens de klinisch geriater hebben mensen boven de 70 een grotere kans om een delier te krijgen. Net zoals iemand die vergeetachtig is of lijdt aan dementie en mensen die een hersenziekte hebben doorgemaakt. “Ons consultatieteam Geriatrie brengt patiënten die tot de risicogroepen horen zo goed mogelijk in kaart. Wanneer iemand uit de risicogroep wordt opgenomen, nemen we vooraf maatregelen. Diegene krijgt een eenpersoonskamer, we zorgen voor bekende spullen op de kamer, geven goede voorlichting, enzovoorts. Desondanks kun je een delier nooit helemaal voorkomen.”
