Marloes begon 24 jaar geleden bij VieCuri, na afronding van haar Hbo-opleiding tot verpleegkundige in Eindhoven. “Omdat ik nog geen idee had welke richting ik op wilde, begon ik in de flexpool. Zo kon ik in korte tijd ervaring opdoen op verschillende afdelingen van VieCuri. Op de longafdeling voelde ik me direct thuis, het was een prettig team en ik kon blijven. Na een paar jaar begon het te kriebelen om weer een opleiding te gaan volgen. Ik koos voor de hbo-opleiding oncologie en ging aan de slag als oncologieverpleegkundige. Ook nu zocht ik na een paar jaar meer uitdaging in mijn werk, ik wilde mezelf blijven ontwikkelen.”
‘Kans met beide handen aangegrepen’
De zoektocht van Marloes naar meer uitdaging in haar werk, valt vijftien jaar geleden samen met de landelijke richtlijn dat elke ziekenhuis een eigen Transmuraal Palliatief Team dient te hebben. “Om die reden zocht het ziekenhuis mensen die de post-hbo-opleiding Palliatieve zorg wilden volgen. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen.” Samen met een collega en twee artsen zette Marloes het palliatief team binnen VieCuri op. Het interne team maakt in de loop der jaren een ontwikkeling door. “Inmiddels dragen ook externe palliatief artsen en specialisten ouderengeneeskunde bij aan deze zorg. En kunnen we rekenen op de kennis en ervaring van drie externe palliatief consulenten die in een wijkteam of hospice werken. Samen zorgen we voor de palliatieve zorg in de regio.”
‘De cirkel weer rond’
Door de coronacrisis vraagt Marloes zich af of ze de komende 25 jaar aan het bed wil blijven staan. “Dus toen ik een vacature voor pijnconsult voorbij zag komen, trok ik de stoute schoenen aan. Ik liep twee dagen met het pijnteam mee en ontdekte dat er een pijnbehandeling is voor mensen die als gevolg van de chemotherapie pijn in de vingertoppen en handen hebben. Dat is een klacht waar veel van mijn oncologische patiënten op de longafdeling last van hadden. Het voelde als falen dat ik niet op de hoogte was dat zij op de pijnpoli behandeld konden worden. Tegelijk was dát voor de pijnspecialist de reden om mij aan te nemen: hij zag dat ik bruggen tussen afdelingen kan bouwen en compassie voor mijn patiënten heb.” De opleiding tot pijnconsulent was pittig, vertelt Marloes, maar ook daarin slaagt ze. “Ik doe het werk met heel veel plezier vanwege de afwisseling. Ik behandel en begeleid patiënten na hun operatie of als ze chronische pijn hebben. Daarvoor kom ik op diverse afdelingen, elke dag is anders. Ook zie ik in deze rol vaak palliatieve patiënten, daarmee is de cirkel weer rond.”
‘Mijn hoofd leegmaken’
De rol als palliatief consulent geeft Marloes - net als haar werk als pijnconsulent - veel voldoening. Hoe ze de veelal zware gesprekken van zich af kan zetten? “Ik kan altijd bij mijn collega’s terecht. Meestal kan ik het wel een plaatsje geven. Ik heb het moeilijker bij relatief jonge mensen, of patiënten met kinderen in de leeftijd van mijn eigen kinderen. Dan komt het ineens dichtbij. Als ik dan naar huis ga, wil ik wel eens een extra blokje om fietsen om mijn hoofd leeg te maken. Ook sport ik veel als uitlaatklep en werk ik graag actief in de tuin.”
‘Elke dag een genietmomentje’
Bijzonder aan haar werk vindt Marloes de lessen die ze leert van haar patiënten. “Palliatieve patiënten zijn kwetsbaar, maar honderd procent zichzelf. In deze laatste fase van het leven zie ik de puurheid van de mens. Vaak geven ze mij ook mooie levenslessen mee. Bijvoorbeeld: ‘Maak je niet druk om zaken die er niet toe doen, zoals of het huis wel schoon is. Leef in het moment, geniet van de kleine dingen’. En laatst zei een patiënt die in zijn laatste levensfase zit, dat je aan het eind van elke dag een genietmomentje moet inbouwen. Dat kan een kopje koffie in de tuin zijn, of een goed gesprek met iemand. Zorg dat je niet wordt geleefd, maar ben meer aanwezig in het moment. Dat soort lessen neem ik met me mee.”
‘Ik doe gewoon mijn werk’
Eind april kwam het bericht dat Marloes door haar collega’s werd genomineerd voor de titel Verpleegkundige van het Jaar. Voor Marloes was dat een verrassing, maar tegelijk ook een beetje een schok, vertelt ze. “Zo’n verkiezing is eigenlijk niets voor mij. Ik werk hard achter de schermen en doe gewoon mijn werk, net als ieder ander. Maar ik hoor van iedereen dat ik de titel moet leren omarmen. En nu kan ik inmiddels zeggen: ja, het is bijzonder. Vooral omdat ik de nominatie niet zag aankomen.”
‘Meer oog voor elkaar’
Marloes wil de jongere collega’s in VieCuri meegeven dat er genoeg kansen zijn om zich te ontwikkelen en specialiseren. “Je moet het zelf willen en actie ondernemen, het komt je niet aanwaaien. Maar als je het wil, zijn er zeker ontwikkelkansen.” Marloes kijkt vol vertrouwen uit naar de komende jaren binnen de VieCuri ‘familie’. “Door de coronatijd is er veel eenheid en saamhorigheid ontstaan. We zijn als collega’s naar elkaar toegegroeid, er is veel meer oog voor elkaar: dat heeft deze intensieve tijd ons gebracht.”
