Varicocèle

Inleiding

U heeft van uw arts te horen gekregen dat u een spatader in de balzak heeft: een varicocèle. U heeft al informatie gekregen over wat dit is en hoe dit kan worden behandeld. Hier kunt u alles rustig nalezen.

De streng waaraan de zaadbal vasthangt heet de zaadstreng (funiculus spermaticus). In deze streng zitten de zaadleider, zenuwen en bloedvaten van de zaadbal. Een varicocèle is een spatader van de bloedvaten van de zaadbal.

De aders in de balzak zijn uitgezet. De kleppen die ervoor zorgen dat het bloed slechts één kant uitstroomt in de ader, werken niet meer goed. Dit zorgt ervoor dat een relatief grote hoeveelheid bloed via de aders terug kan stromen naar de zaadballen. Dit bloed is op lichaamstemperatuur, waardoor de zaadballen te warm worden. Dit kan invloed hebben op de vruchtbaarheid.

Een varicocèle komt bijna altijd links voor. Dit heeft te maken met het feit dat de linker-bloedvaten, de testiculaire venen (het afvoerend bloedvat) over een grote lengte, achter de buik langs richting de nierader lopen. Aan de rechterzijde loopt dit bloedvat over een grote lengte direct in de holle ader. Vanuit deze holle ader bestaat een sterke afzuigende werking, zodat het lange bloedvat wordt leeggezogen. Links wordt deze veel minder leeg gezogen. Hierdoor krijgt bloed de kans om stil te staan in het bloedvat. Dit kan de oorzaak van de spatader zijn.

Een varicocèle komt bij ongeveer 15% van alle mannen voor. Deze hebben daar uiteraard niet allemaal last van. Bij 20 tot 40% van de mannen met een varicocèle bestaat verminderde vruchtbaarheid.

Symptomen

Een varicocèle wordt gevoeld als een zwaar, oncomfortabel, soms pijnlijk gevoel aan de zaadbal. Dit is het gevolg van de uitgezette bloedvaten. Deze zijn meestal goed voelbaar bij warm weer en als u staat. De zichtbare bloedvaten worden vaak beschreven als een ‘potje vol met pieren’.

Onderzoek

De meeste varicocèles zijn aantoonbaar bij lichamelijk onderzoek. Als een varicocèle wordt vermoed, bijvoorbeeld bij onbegrepen onvruchtbaarheid, kan aanvullend onderzoek worden uitgevoerd. Een echografie van de bloedvaten in de zaadbal laat zien of een varicocèle aanwezig is.

Behandeling van de spatader

Als er tijdens het lichamelijk onderzoek of bij de echo een spatader is gevonden in de balzak en er is sprake van verminderde spermakwaliteit, dan kan een spataderbehandeling worden verricht.

Behandeling van de spatader in de balzak leidt bij de meeste mannen tot een verbetering van de spermakwaliteit. Soms is dit een lichte verbetering, vaak een flinke verbetering. Het aantal zaadcellen stijgt en de beweeglijkheid van de zaadcellen neemt toe.

Het preoperatief bureau

Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het preoperatief bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig.

Anesthesie

De ingreep vindt plaats onder een vorm van anesthesie. De anesthesist zal dit met u bespreken. 

Bloedverdunnende medicijnen

Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u uitsluitend in overleg met uw arts, voor de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding staat van de trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De trombosedienst stemt dan het beleid met u af.

Voor de ingreep moet u nuchter zijn. 

De ingreep gebeurt meestal in dagbehandeling. Wel is narcose of een ruggenprikverdoving nodig. Een voordeel van de operatie is dat deze behandeling vrijwel altijd succesvol is en bij een goede techniek tot weinig problemen leidt.

Bij de operatieve behandeling maakt de uroloog een kleine snede aan de linker-balzak, via deze snede wordt de ader met varicocèle opgezocht, dichtgespoten en afgebonden.

• Vaak is er na de operatie een zwelling rondom de zaadbal. Dit is normaal en verdwijnt vanzelf, maar gaat langzaam. Ter ondersteuning draagt u een strakke onderbroek of zwembroek.
• U kunt ook een bloeduitstorting op of bij uw scrotum of buik hebben. Deze blauwe plek zal vanzelf verdwijnen.
• De eerste week na uw operatie is het verstandig rustig aan te doen. U mag niet te veel lopen, niet te lang zitten en helemaal niet fietsen.
• Na 7 dagen is de wond meestal genezen, dan mag u ook weer in bad en zwemmen.
• Als de ingreep is uitgevoerd in het kader van de vruchtbaarheid, kan de vruchtbaarheid weer geheel of gedeeltelijk herstellen. Dit wordt echter pas 3 tot 6 maanden na de operatie duidelijk.

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee gewerkt wordt kunnen zoals bij elke operatieve ingreep complicaties ontstaan zoals:

• nabloeding
• infectie
• vocht in de balzak

Neem bij onderstaande klachten tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Urologie:

• flinke zwelling van de balzak (scrotum)
• ernstige pijn
• koorts boven de 38,5°C
• pussige of erg rode wond

Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp (SEH).

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: