PTNS

U heeft met uw  arts afgesproken dat u een behandeling krijgt met een PTNS (percutane tibiale neurostimulator). Uw uroloog heeft deze behandelingsmogelijkheid besproken en u informatie gegeven. Hier kunt u alles nog eens rustig nalezen.

Waarom een PTNS behandeling

Uw uroloog heeft deze behandeling voorgesteld omdat u al enige tijd last heeft van een of meer van onderstaande klachten:

• U plast overdag vaker dan 8 keer
• U plast ’s nachts vaker dan 2 keer
• U vindt het vervelend dat u zo vaak moet plassen
• U heeft vaak een overweldigende aandrang om te plassen, een aandrang die u moeilijk kunt onderdrukken
• U moet soms ontzettend nodig plassen en kunt niet meer op tijd op het toilet zijn

Wat is PTNS (Percutane Tibiale Neurostimulatie)?

De blaasfunctie wordt gereguleerd door een groep zenuwen onderaan de wervelkolom, de zogenaamde plexus sacralis. Door deze zenuwen te prikkelen met kleine elektrische stroomstootjes (neurostimulatie), kan de activiteit van uw blaas worden beïnvloed. Een van de manieren om deze zenuwen te stimuleren is met behulp van een stimulator.

Dit gebeurt door middel van een kleine, zeer dunne naaldelektrode die tijdelijk voor de behandeling in uw enkel wordt aangebracht. Dit verandert heel geleidelijk de signalen, waarmee uw blaas weer onder controle wordt gebracht. De naaldelektrode wordt aangesloten op een stimulator.

Urologische klachten waarbij PTNS toegepast kan worden

Neurostimulatie kan worden toegepast bij verschillende urologische problemen:

• Overactieve blaas, in combinatie met urge- en/of stressincontinentie
• Pijnlijk blaassyndroom (interstitiële cystitis)

Ook kan neurostimulatie worden toegepast bij patiënten met fecale incontinentie (incontinentie van ontlasting).

Overactieve blaas

De klachten van een overactieve blaas kunnen heel verschillend zijn:

• Vaak moeten plassen
• Meer dan twee keer ’s nachts moeten plassen
• Een sterk verhoogde aandrang om te moeten plassen (urge)
• Soms zelfs onvrijwillig urineverlies (aandrangsincontinentie, stress)

Een overactieve blaas hoeft niet altijd te leiden tot urineverlies. Veel mensen met een overactieve blaas moeten vaak naar het toilet, maar hebben weinig of geen urineverlies. Het is vaak moeilijk om de oorzaak van een overactieve blaas vast te stellen. Soms gaat iets fout in de overdracht van informatie via de zenuwbanen tussen blaas en hersenen. Waarom dat gebeurt is lang niet altijd duidelijk. De klachten kunnen bijvoorbeeld ook worden veroorzaakt door een neurologische aandoening. We spreken dan van een neurogene blaas.

Pijnlijk blaassyndroom (interstitiële cystitis)

Bij een pijnlijk blaassyndroom staat de pijn in de onderbuik op de voorgrond. Alle klachten zoals hierboven genoemd van een overactieve blaas kunnen voorkomen, maar er is vooral pijn aan de blaas.

Verloop van de behandeling

Deze behandelingen vinden altijd poliklinisch plaats. U ligt gewoon op een bed in een behandelkamer bij de polikliniek. U hoeft alleen uw onderbenen te ontbloten. Verder kunt u ontspannen liggen.

Wat patiënten voelen van een PTNS-behandeling kan nogal verschillen, waardoor moeilijk te zeggen is wat u ervan zult merken. Soms voelt u een kriebeling onder de voet, of het gevoel alsof uw voet slaapt. Ook kan er een lichte druk op het been gevoeld worden.

Behandeling met PTNS wordt door de meeste patiënten goed verdragen.

Tijdens de behandeling observeert de speciaal opgeleide verpleegkundige hoe u reageert, om zo vast te stellen wat de ideale sterkte van de prikkels is.

De apparatuur biedt vele verschillende stimulatieniveaus, waardoor de verpleegkundige in staat is om de behandeling zodanig in te stellen, dat u er de meeste baat bij heeft en de minste last van ondervindt.

U kunt zich melden:

In Venlo bij polikliniek Urologie.

In Venray bij polikliniek Urologie.

Duur van de behandeling

De behandeling duurt ongeveer 30 minuten per keer.

Behandelschema

De eerste 12 weken komt u 1x per week.

Dit schema wordt in overleg met de verpleegkundige ingepland. Daarna bespreekt u met uw arts hoe u op de behandelingen reageert.

Over het algemeen kan dan de behandelfrequentie langzaam worden afgebouwd naar uiteindelijk 1 x per 4 á 5 weken. De aanschaf van een thuisapparaat is ook een optie.Het behandelschema is altijd afhankelijk van uw specifieke, individuele reactie op de behandelingen, en besluiten hierover worden altijd in overleg met uw uroloog en de verpleegkundige genomen.

Na de behandeling kunt u zelf naar huis gaan; er hoeft geen begeleider mee te komen. Daarna kunt u uw normale activiteiten hervatten.

Resultaat van de behandeling

PTNS verandert heel geleidelijk de signalen waarmee uw blaas weer onder controle wordt gebracht. Het zal ten minste ongeveer 6 behandelingen duren voordat u merkt dat de symptomen veranderen.

De meeste mensen bij wie deze vorm van neuromodulatie wordt toegepast, merken dat de problemen met hun blaas aanzienlijk minder worden. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat 60 tot 80% van de patiënten goed op de behandeling reageert.

Het is belangrijk dat u de aanbevolen eerste reeks van 12 behandelingen afmaakt voordat u samen met uw arts nagaat of de symptomen met deze behandeling afdoende worden bestreden.

Complicaties en contra-indicaties

Er zijn geen complicaties van PTNS-behandelingen bekend.

Wel zijn er een aantal contra-indicaties (redenen om de behandeling niet toe te passen):

• Zwangerschap of zwangerschapswens
• Bloedingsstoornissen/hemofilie

Voor patiënten met een pacemaker, een andere neuromodulator (al dan niet geïmplanteerd), MS, Parkinson, diabetes of grote huidwonden in het beengebied is behandeling met PTNS alleen mogelijk in overleg met de mede-behandelend specialist. Hiervoor zal de andere specialist vooraf door de uroloog in consult gevraagd worden.

Behandeling met PTNS en het gebruik van bloedverdunners

Het is niet nodig om het gebruik van bloedverdunners tijdens de behandeling met PTNS te stoppen.

Er is verder geen speciale voorbereiding nodig.

Andere behandelingen

De PTNS kan op zichzelf worden toegepast, maar ook in combinatie met andere behandelingen voor incontinentie zoals medicijnen. Dit is afhankelijk van hoe u op de behandeling reageert en de mening van uw arts. Soms is behandeling met PTNS onderdeel van een afbouwschema van andere medicatie. Als u hierover vragen heeft, kunt u deze stellen aan de uroloog.

Controle

Na de eerste 12 weken komt u op controle bij de uroloog, om de resultaten van de eerste behandelingen te bespreken. De uroloog maakt dan met u afspraken over het vervolgtraject.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: