Inleiding
U heeft in overleg met uw behandelend arts besloten dat bij u een heupoperatie plaats gaat vinden. Tijdens deze ingreep wordt uw versleten heupgewricht vervangen door een kunstgewricht. Uw behandelend arts en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de ingreep. Hier kunt alles nog eens nalezen.
Vervanging van een heupgewricht is een grote operatie, maar door gebruik van de voorste benadering en zogenaamde multi-modale pijnstilling is dit, met de juiste voorbereiding en voorwaarden, goed mogelijk in dagbehandeling.
Het heupgewricht
Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen draait de kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dat komt omdat er op de kop en in de kom een laag kraakbeen zit.
Kraakbeen is een glad verend weefsel. De kop vindt steun in de kom, maar hij wordt ook op zijn plaats gehouden door bil- en heupspieren.
De meest voorkomende reden voor een heupoperatie is slijtage van het kraakbeen in het gewricht. De gewrichtsvlakken kunnen niet meer soepel langs elkaar glijden. Daardoor wordt het bewegen steeds moeilijker en pijnlijker

Heupprothese
Bij u functioneert het heupgewricht dermate slecht dat het vervangen moet worden door een prothese. De prothese bestaat uit drie delen
- een kom van kunststof.
- een kop van metaal
- een steel van metaal.
De steel wordt in de schacht van het dijbeen aangebracht. Het kopje wordt op de steel geplaatst. De kom wordt in het bekken geplaatst. De kom en de steel kan met of zonder botcement aan het bot bevestigd worden (zie figuur 4). De keuze hiervoor is afhankelijk van uw leeftijd en de kwaliteit van uw bot.
Oorzaken
Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Meestal betreft het de gewone slijtage op oudere leeftijd, de zogenaamde artrose. Bij aangeboren heupafwijkingen, zoals heupdysplasie is er een verhoogde kans op artrose. Ook kan het kraakbeen van de heup aangetast zijn door reuma. Een andere reden om de heup te vervangen is de dijbeenhalsbreuk.
Klachten
De meest voorkomende klacht bij slijtage van het heupgewricht is pijn. De pijn wordt gevoeld in de lies, in de bilstreek en trekt door naar het bovenbeen tot in de knie. Soms typisch alleen ’s nachts. Verder wordt het heupgewricht steeds stijver.
Er is vaak sprake van ‘startpijn’ (pijn en stijfheid bij het opstaan), moeilijk kunnen lopen, bukken (moeizaam sokken aantrekken en veters strikken) en traplopen. Als de slijtage zich voortzet, nemen de klachten toe. Medicijnen en fysiotherapie helpen dan vaak niet meer. Een kunstheup is dan de enige oplossing.
Voordelen van de operatie
De pijn die u voor de operatie had, zal na de operatie grotendeels verdwenen zijn. Soms is het de eerste maanden nog enigszins gevoelig, maar na 1 jaar is meer dan 90% van de patiënten tevreden over het totale resultaat van de ingreep.
De stijfheid van de heup verbetert weliswaar ook, maar omdat de spieren rond de heup door de langdurig bestaande pijn vaak enigszins verkort zijn, wordt de heup niet meer zo soepel als hij ooit geweest is. U mag verwachten dat u lange tijd plezier van uw kunstheup zal hebben.
Totale heup in dagbehandeling
Dagbehandeling
Tegenwoordig is een heupvervanging goed mogelijk als dagbehandeling. Als de opname langer gaat duren zal uw arts of de verpleegkundige dit met u bespreken.
Aan het einde van de dag van de operatie komt de orthopedisch chirurg langs op de afdeling. U kunt op dat moment eventuele vragen stellen. De arts zal samen met de fysiotherapeut en de verpleegkundige bepalen of het veilig is om naar huis te gaan. U mag met ontslag wanneer u voldoet aan de ontslagcriteria:
- Geen complicaties, minimale wondlekkage.
- U voelt zich goed, niet duizelig of zwart voor de ogen.
- De mobilisatie is veilig en u kunt zelfstandig uit bed en naar het toilet.
- De pijn is onder controle.
Om het herstel zo goed mogelijk te laten verlopen is het belangrijk dat u thuis alle richtlijnen volgt.
Voor een veilige heupvervanging in dagbehandeling is aanwezigheid van een goede mantelzorger essentieel .Deze persoon helpt u bij de voorbereidingen en ook na thuiskomst zeker de eerste 48 -72 uur na de operatie.
De mantelzorger dient ook aanwezig te zijn bij het pre-operatieve instructie programma van de fysiotherapeut.
Voorbereiding
Preoperatief Bureau
Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig.
Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie leest u in onze folder ‘ Anesthesie en preoperatief onderzoek ’.
Anesthesie
De ingreep geschiedt onder algehele anesthesie (narcose) of regionale anesthesie (ruggenprik). Bij het Preoperatief Bureau kunt u met de anesthesist bespreken welke vorm voor u het meest geschikt is.
Bloedverdunnende medicijnen
Het gebruik van sommige bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding van de Trombosedienst staat, informeer deze dan tijdig over de ingreep. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af.
Zorg na ontslag
De consulente zal met u ook bespreken hoe de zorg na ontslag uit het ziekenhuis geregeld is. Streven is dat u na de opname gewoon naar huis gaat. Mantelzorg is in deze van belang. Mocht u andere zorg nodig, of komt u in aanmerking voor revalidatie dan wordt dit vanuit de afdeling geregeld. In dat geval heeft u een indicatie nodig van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
De revalidatie wordt dan tijdens de opname geïndiceerd en aangevraagd. Huishoudelijke zorg moet u zelf regelen via de gemeente bij het WMO-loket.
Voorkomen van infecties
Een heupprothese is gevoelig voor infecties. Voor de operatie mogen er daarom geen bronnen van infectie zijn. Een slecht gebit dient bijvoorbeeld voor opname te worden gesaneerd.
Bijzondere aandacht verdienen infecties van onder andere keel, blaas, onderlichaam, tenen en voeten voor en na de operatie. Neem bij klachten contact op met de huisarts.
Infectiepreventie rond de operatie
Bij alle operatieve ingrepen bestaat een kans op infectie, dus ook bij het inbrengen van een prothese. Deze infecties worden meestal veroorzaakt door de Staphylococcus Aureus (SA) bacterie. Infecties kunnen vervelende complicaties veroorzaken. Sommige mensen dragen deze SA-bacterie ongemerkt bij zich. Dit is geen probleem bij een gezond en een intact lichaam. Bij verminderde weerstand of wonden (vooral met protheses) kan de aanwezigheid van deze bacterie tot een infectie leiden.
Thuis desinfecterende shampoo en neuszalf gebruiken
Om de kans op infectie door de SA-bacterie zo klein mogelijk te houden, verzoeken wij u de volgende voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan de operatie, dus al in de thuissituatie, te nemen:
- Gebruik van een desinfecterende zeep/shampoo
- Gebruik van een antibacteriële neuszalf
Tijdens het gesprek met de orthopedie-consulent is de behandeling hiermee al in het kort met u besproken. U heeft het recept voor de neuszalf en de zeep/shampoo meegekregen. U kunt deze middelen ophalen bij de poliklinische apotheek in Venlo of Venray.
Het is de bedoeling dat u deze neuszalf in totaal gedurende 5 dagen gaat gebruiken:
- 2 dagen vóór de operatie
- de dag van de operatie
- 2 dagen na de operatie
De zeep/shampoo gebruikt u 3 dagen :
- 2 dagen voor de operatie
- op de operatiedag zelf, voordat u naar het ziekenhuis komt
Bactroban ® (mupirocine) neuszalf
Bactroban ® zalf bevat een antibioticum. Dit remt de groei van bepaalde soorten bacteriën (staphylococcen), waaronder de resistente vorm ervan, de MRSA-bacterie.
Gebruiksaanwijzing
- Start thuis met de zalf, 2 dagen vóór de operatie.
- Breng hiervoor een kleine hoeveelheid van de zalf met de pink in beide neusgaten.
- Knijp hierna uw neusvleugels enige tijd dicht.
- Zorg ervoor dat de zalf niet in uw ogen komt.
- Gebruik de zalf op deze wijze 3 keer per dag gedurende 5 dagen.
Bijzonderheden
- De zalf kan een prikkelend gevoel in de neus geven.
- Gebruik de zalf niet bij overgevoeligheid voor mupirocine.
- De zalf kan, voor zover bekend, in combinatie met andere medicijnen worden gebruikt.
Neem bij uw opname in het ziekenhuis de Bactroban® neuszalf mee.
Hibiscrub® (chloorhexidine) vloeibare zeep/shampoo
Hibiscrub® bevat het desinfecterende middel chloorhexidine en doodt een aantal soorten bacteriën.
Gebruiksaanwijzing
- Start thuis met deze zeepoplossing, twee dagen voor de operatie en op de operatiedag voordat u naar het ziekenhuis komt.
- Gebruik de zeep/shampoo samen met de neuszalf.
- Wrijf tijdens of aan het einde van het douchen uw lichaam en uw hoofdhuid goed in met Hibiscrub® gedurende minimaal twee minuten.
- Gebruik hierna geen zeep, shampoo of conditioner meer; gelijktijdig gebruiken van zeep(oplossing) vermindert namelijk de werking van dit middel.
- Gebruik van haarproducten zoals gel, crème of haarlak is wel toegestaan ná het douchen.
- Vermijd contact met de ogen; als dit middel toch in de ogen komt spoel deze dan goed uit met water.
Bijzonderheden
- Bij sommige patiënten kan huiduitslag, roodheid of jeuk optreden.
- Gebruik Hibiscrub® niet bij overgevoeligheid voor chloorhexidine.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
Wanneer u voor opname naar het ziekenhuis komt, neemt u de gebruikelijke zaken als nachtgoed en toiletartikelen mee.
Daarnaast is het bij een heupoperatie belangrijk dat u meeneemt:
- De medicijnen die u thuis reeds gebruikt.
- Gemakkelijke, ruim zittende kleding.
- Goede schoenen. De schoenen moeten vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Het beste kunt u veterschoenen gebruiken, slippers zijn niet geschikt.
- Lange schoenlepel.
- De krukken.
Hulpmiddelen
Bij een laag toilet is een verhoging op het toilet nodig. Deze is via een thuiszorgwinkel te verkrijgen. Veilig is ook het plaatsen van beugels bij toilet en douche. Heeft u losse matten in huis? Of in de badkamer? Haal deze tijdens de eerste weken weg.
Krukken
Na de operatie zult u enige tijd met krukken moeten lopen. Het is een voordeel als u dit lopen met krukken voor uw operatie al geoefend hebt. Voor het lenen of kopen van krukken kunt u terecht bij een thuiszorgwinkel. Op de Zorgboulevard op locatie Venlo is een thuiszorgwinkel aanwezig.
Lopen met krukken
Wij adviseren u voor opname te oefenen met het gebruik van de krukken.
Het opbouwen van het looppatroon
De eerste keer dat u uit bed komt na de operatie loopt u met een looprekje.
Daarna gaat u lopen met behulp van twee elleboogkrukken. In principe mag u na de operatie uw heup volledig belasten , daarom starten we ook direct met onderstaande techniek van het lopen met krukken: de ‘kruisgang’.
Lopen met 2 krukken
Zet uw rechtervoet gelijktijdig met de linkerkruk naar voren. Zet daarna de linkervoet gelijktijdig met de rechterkruk naar voren. U mag uiteraard ook met het linkerbeen starten. Herhaal de procedure (figuur 5a en 5b).
Het afbouwen van loophulpmiddelen gaat in overleg met uw fysiotherapeut.


Lopen met 1 kruk
Als u met 1 kruk of stok gaat lopen, doet u dat op onderstaande manier (figuur 7).
Neem de kruk in de hand aan de niet-geopereerde zijde van uw lichaam. Dus als u links geopereerd bent, houdt u de kruk in de rechterhand en andersom. Steun op de kruk op het moment dat u op het geopereerde been gaat staan.

Lopen met krukken als u niet volledig mag of kan belasten
Als u niet volledig mag of kunt belasten moet u op onderstaande manier met krukken lopen.
Zet de krukken gelijktijdig naar voren. Plaats vervolgens het geopereerde been precies tussen de twee krukken. Zet als laatste uw niet-geopereerde been naast het andere. Herhaal de procedure (figuur 8).
Als u bovenstaande techniek goed uit kunt voeren, stapt u over naar de volgende. Zet beide krukken samen met het geopereerde been gelijktijdig naar voren. Plaats vervolgens het niet-geopereerde been voorbij het geopereerde been.
Herhaal de procedure.

Traplopen met krukken
Wanneer u met krukken een trap op of af wilt lopen, kunt u dit het beste doen in de onderstaande volgorde:
Trap aflopen
- gebruik indien aanwezig, altijd een leuning
- verplaats eerst de kruk(ken)
- zet uw geopereerde been als eerste naar beneden (figuur 9)
- als laatste zet u uw niet-geopereerde been bij

Trap oplopen met krukken
- gebruik indien aanwezig, altijd een leuning
- zet eerst de voet van het niet-geopereerde been naar boven (figuur 10)
- maak dan een aansluitpas met uw geopereerde been met de krukken (figuur 11)

Oefenprogramma
Om u zo goed mogelijk op deze operatie voor te bereiden heeft u de mogelijkheid om voorafgaand aan de operatie gebruik te maken van het oefenprogramma.
Dit kan zowel in het ziekenhuis als in uw eigen omgeving, bij uw eigen fysiotherapeut. Hiertoe hebben wij diverse oefenprogramma’s ontwikkeld, die gericht zijn op uw persoonlijke situatie en uw lichamelijke toestand.
Oefenen voor de operatie
Verschillende onderzoeken tonen aan dat hoe beter uw conditie en het functioneren van uw spieren voor de operatie is, hoe gunstiger dat is voor het herstel na de operatie.
Bovendien heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat preoperatieve training positieve effecten heeft op (de voorkoming van) eventuele postoperatieve complicaties.
Doel
Het doel van het oefenprogramma is om de ingreep en het herstel zo goed mogelijk te laten verlopen. Het oefenprogramma biedt u het voordeel dat u al voor de ingreep uw activiteitenniveau kunt opbouwen, waardoor de conditie van de betrokken spieren en het gewricht verbetert.
Een belangrijk gevolg hiervan is dat uw gewricht na de ingreep sneller en beter herstelt. In het programma besteden we ook aandacht aan het lopen met krukken waardoor u de dag na de operatie hiermee meteen weer kunt lopen.
Onderdelen oefenprogramma
Het oefenprogramma houdt onder andere in:
- oefenprogramma gericht op spierversterking; deels zelfstandig, deels onder begeleiding van een fysiotherapeut
- verbeteren van het functioneringsvermogen
- zo nodig gericht op vermindering van angst en betere omgang met uw klachten
- met krukken lopen en traplopen met krukken
- informatieverstrekking en advisering
- in en uit bed komen
U kunt van het oefenprogramma gebruik maken ongeacht de locatie waar u geopereerd gaat worden; het programma wordt zowel in Venray als in Venlo aangeboden. Tijdens het oefentraject staan onze trainingsfaciliteiten tot uw beschikking, ook buiten de afgesproken behandelingen. Dit kan ook bij de fysio bij u in de buurt.
Aanmelden
Als u kiest voor het oefenprogramma binnen VieCuri, geeft de orthopedie consulent, op uw verzoek, uw naam en telefoonnummer aan de fysiotherapeuten van Vitaal in Beweging. De fysiotherapeut neemt contact met u op voor een intakegesprek.
Blijft u liever dicht bij huis? U kunt altijd terecht bij de fysiotherapeut bij u in de buurt.
Werkwijze
Tijdens de fysiotherapeutische intake brengen we uw klachten in kaart middels een vraaggesprek en een lichamelijk onderzoek. Het resultaat hiervan wordt met u besproken en in overleg met u stellen we een behandelplan op.
Vergoeding zorgverzekering
Vóór de operatie
Als u vóór de operatie deelneemt aan het oefenprogramma, doet u dit op vrijwillige basis. Deze behandelingen worden, afhankelijk van uw polisvoorwaarden, uit de aanvullende verzekering vergoed.
Na de operatie
Als u na thuiskomst nog fysiotherapie nodig heeft, wordt dit in het ziekenhuis met u besproken. Na de operatie valt uw indicatie voor fysiotherapie onder de ‘chronische lijst’ (lijst Borst). Dit betekent dat de eerste 20 behandelingen uit de aanvullende verzekering worden vergoed. Vanaf de 21e behandeling worden de behandelingen uit de basisverzekering vergoed. Hierop is het verplichte eigen risico van toepassing . Wij raden u aan om vooraf de voorwaarden in uw verzekeringspolis goed door te lezen.
Aanvullende informatie
Voor nadere informatie over het oefenprogramma kunt u contact opnemen met de orthopedie-consulent.
Dag van de operatie
Identificatie
Tijdens uw verblijf en behandeling in het ziekenhuis wordt op allerlei momenten uw naam en geboortedatum gevraagd. Dit gebeurt om u veilige zorg te kunnen bieden. We willen er zeker van zijn dat onderzoeken, ingrepen en medicijnen die
afgesproken worden bij de juiste patiënt uitgevoerd en gegeven worden.
Voorbereiding op de afdeling
Een verpleegkundige bereidt u voor op de operatie. De voorbereidingen op de operatie bestaan uit bloedonderzoek, het meten van de bloeddruk, de saturatie (zuurstofgehalte in het bloed) en de temperatuur. De anesthesist beslist welke medicatie u voor de operatie mag innemen.
- Voor de operatie krijgt u een operatiejasje en een papieren onderbroek om aan te trekken. Daarna krijgt u een pijnstiller ter voorbereiding op de operatie.
- Het is belangrijk dat u protheses, contactlenzen en gebit uitdoet. Gehoorapparaten mogen mee naar de operatiekamer. Wanneer u een ruggenprik krijgt mag uw gebit inblijven.
- Het is niet toegestaan tijdens de operatie nagellak, make-up en sieraden te dragen. Dit geldt ook voor alle piercings. Bij gelnagels dienen minimaal de nagels van de wijsvingers van beide handen, vrij te zijn van gel.
- Een verpleegkundige brengt u vanaf de afdeling in uw bed naar het operatiecomplex. U wordt daar door de anesthesist voorbereid op de operatie. U gaat op een ander bed liggen waarmee u naar de operatieafdeling wordt vervoerd. In de operatiekamer worden steriele doeken over u heen gelegd.
De ingreep
Er zijn verschillende soorten heupprothesen waarbij het belangrijkste verschil bestaat uit de manier van vastzetten. Er bestaan zogenaamde gecementeerde en ongecementeerde (ingroei)systemen. De orthopedisch chirurg bepaalt welk soort prothese het beste bij u geplaatst kan worden. Beide kunst heupmodellen zijn zeer betrouwbaar en kennen een lange en goede staat van dienst.
Tijdens de operatie wordt de heupkop verwijderd. In de heupkom wordt een kom van kunststof of metaal geplaatst. Hierna wordt in het bovenbeen een metalen pen geplaatst waarop de kop is gefixeerd die precies in de kom past. Het hele heupgewricht wordt dus vervangen door een kop en kom die precies in elkaar passen.
Het litteken zit aan de zijkant of aan de voorkant van de heup en is ongeveer 8 tot 15 cm lang. De orthopedisch chirurg heeft dit met u besproken. De huid wordt meestal met een oplosbare draad gehecht die niet verwijderd hoeft te worden.
Duur van de ingreep
De ingreep duurt ongeveer 1 uur.
Mogelijke complicaties
De vervanging van een heupgewricht is een veel voorkomende operatie met meestal zeer goede resultaten. Toch zijn er een aantal zaken waarmee u van tevoren rekening moet houden.
- Na de operatie kan het ene been vaak wat langer aanvoelen dan het andere. In een aantal gevallen is dit ook werkelijk zo en is een verhoging van de schoen aan te bevelen. Dit in overleg met uw arts of fysiotherapeut.
- Infectie van de wond of van het gebied rond de heupprothese.
- Luxatie. Een kunstgewricht is altijd kwetsbaar en kan uit de kom schieten. Bespreek daarom met uw specialist welke bewegingen u moet vermijden en welke sporten u beter niet kunt beoefenen.
- Verzwakte spieren. Tot enige tijd na de operatie zullen de heupspieren zwakker zijn dan aan de niet-geopereerde zijde. Hierdoor kan het voorkomen dat u tijdens het lopen wat mank loopt. Na verloop van tijd verdwijnt dit meestal.
- Een nabloeding, dit gebeurt zelden.
- Een bloeduitstorting (hematoom), dit gebeurt geregeld.
- Trombose. Om dit te voorkomen krijgt u gedurende 4 weken bloedverdunnende middelen.
- Zenuwbeschadiging, met als gevolg een ‘klapvoet’, is zeldzaam.
- Ook op de lange termijn kunnen er complicaties optreden.
De prothese kan losraken. Ongeveer 10% van de heupprotheses moet na 10 jaar vervangen worden. De kunstheup kan bij slijtage of loslating opnieuw worden vervangen. Dit kan theoretisch vele malen gebeuren echter de complicaties en risico’s nemen met elke extra ingreep wel toe.
Na de operatie
Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (Recovery) gebracht. Als u wakker wordt kunt u pijn voelen. Hiertegen kunt u een pijnstiller krijgen.
Verder heeft u na de operatie:
- Een infuus in de arm.
- Soms last van misselijkheid.
Op de Recovery is het kouder dan op de afdeling. Mocht u daar behoefte aan hebben, dan kunt u om een extra deken vragen.
Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling. Direct na de operatie op weg naar de afdeling wordt op de Röntgenafdeling een controlefoto van de heup gemaakt.
Terug op de verpleegafdeling
Op de verpleegafdeling worden ook regelmatig de bloeddruk, saturatie, pols, de temperatuur, het infuus, pijnervaring, de houding en de gevoeligheid en beweeglijkheid van het been gecontroleerd. Als u zich goed voelt mag u om te beginnen eerst wat drinken. Na enkele uren mag u dan eventueel eten. Zodra het mogelijk is, mag u de voeten bewegen en de knieën optrekken en uitstrekken op bed. Als de ruggenprik voldoende is uitgewerkt, wordt u door de fysiotherapeut uit bed gehaald om te starten met oefenen. Meestal is dit ongeveer 2 uur na de operatie. Voor de patiënt die in dagbehandeling is, volgt er na ongeveer 4-6 uur na de operatie nog een ronde met oefeningen met de fysiotherapeut.
Lichamelijke verzorging
U krijgt hulp bij de lichamelijke verzorging. Met name het wassen van de rug, billen en benen kan lastig zijn. U geeft zelf aan wat u kunt en wat niet.
Wondverzorging
Na de operatie wordt vaak een pleister geplakt die een week mag blijven zitten. U mag douchen na 24 uur. Als de wond droog is hoeft er geen pleister meer geplakt te worden.
Drukverband
De eerste dag na de operatie wordt het drukverband verwijderd. De wond wordt daarna verbonden met een pleister.
Hechtingen
Omdat de hechtingen onderhuids aangebracht zijn, lossen deze vanzelf na verloop van tijd op. Het is in het begin mogelijk dat het wondgebied rood ziet en warm aanvoelt. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken.
Controle Hb
De eerste dag na de operatie wordt het Hb-gehalte van het bloed gecontroleerd. Dit kan als gevolg van de operatie gedaald zijn. Met een bloedtransfusie kan het Hb zo nodig op peil gebracht worden. Wij zijn terughoudend met het geven van een bloedtransfusie wegens diverse redenen, onder andere een iets vergrote kans op complicaties. Is het bloed in orde, dan verwijdert de verpleegkundige de waaknaald of het infuus.
Antibiotica
Om het risico van ontstekingen zo klein mogelijk te maken, krijgt u tijdens en na de operatie antibiotica.
Pijnstilling
De pijnstilling gedurende de eerste 24 - 36 uur na de ingreep kan plaatsvinden door een injectie. Daarnaast krijgt u pijnstillers mee naar huis. Deze pijnstillers zijn meestal:
- Paracetamol 500 mg, 4x per dag 2 tabletten (totaal4x 1000 mg)
Dit is de basis pijnstilling; deze wordt als laatste afgebouwd.
- Diclofenac 50 mg, 3x per dag 1 tablet
Hierbij neemt u Pantaprozol 1 x per dag 20 mg tegen maagklachten.
- Oxycodon langwerkend, 2x per dag 1 tablet
De Oxycodon moet als eerste afgebouwd worden zodra de pijn afneemt
- Oxycodon 5 mg kortwerkend, alleen zo nodig 1-4x per dag 1 tablet.
Bij ernstige pijn, na innemen van de andere pijnstilling.
De Oxycodon moet als eerste afgebouwd worden zodra de pijn afneemt.
Trombosebestrijding
Na de operatie heeft u een verhoogd risico op trombose.
Bij trombose kan een bloedvat verstopt raken, dit gebeurt dan meestal in de benen. Ook kan een bloedstolsel losraken en naar een andere plek in het lichaam worden vervoerd, bij de longen spreken we dan van een longembolie. Dit is dan levensbedreigend. Om deze problematiek te voorkomen krijgt u na de operatie, voor de duur van een aantal weken, medicatie om trombose te voorkomen. Dit kan zijn in de vorm van tabletten of injecties. Welke vorm is afhankelijk van het huidige medicijngebruik.
Oefeningen voor in het ziekenhuis na de ingreep
De hier beschreven oefeningen zijn bedoeld als ruggensteuntje om de oefeningen te onthouden die de fysiotherapeut met u heeft doorgenomen.
Over het algemeen geldt: oefenen en rust moeten elkaar afwisselen en in balans zijn. Vaker oefenen (ieder uur) heeft dus de voorkeur boven 2 keer per dag uitvoerig oefenen. Bij het oefenen mag u enige rek voelen en er mag gerust vermoeidheid optreden. Forceer echter nooit.
Fietsen
Tijdens het verblijf in het ziekenhuis zal indien van toepassing met u geoefend worden op de hometrainer.
Oefeningen liggend
Alle oefeningen dienen afwisselend met het geopereerde en niet-geopereerde been
uitgevoerd te worden.
- De operatiedag, direct na de operatie, bij voorkeur ieder uur 10-15x
Beweeg tenen en voeten op en neer (de benen stilhouden) - De operatiedag, direct na de operatie, bij voorkeur ieder uur 10-15x
Trek uw knie rustig op in de richting van uw borst. - De operatiedag, direct na de operatie, bij voorkeur ieder uur 10-15x
Leg uw been gestrekt neer, waarbij u de knieholte naar beneden drukt en zo uw bovenbeenspieren aanspant. Het niet-geopereerde been mag gebogen op het bed staan. - 5-15 x 5 seconden
Ga zoveel mogelijk gestrekt liggen. Nu uw billen samenknijpen. Houdt dit enkele
seconden vast en ontspan dan weer. - 5-15 x
Beweeg uw been zover mogelijk naar buiten (spreiden). Tenen/voeten blijven omhoog wijzen. Schuif met uw hak over het bed. Afwisselend links en rechts. - 2 x per dag 30 minuten
Neem platte bedrust. Gebruik (zo mogelijk) slechts een hoofdkussen, de hoofdsteun is omlaag. Uw niet-geopereerde been mag u optrekken.
Oefeningen met betrekking tot het bed
In bed gaan
- Zet de krukken op grijpafstand van het bed.
- Zorg voor een goede bedhoogte (knieën en heupen 90°).
- Ga zover als mogelijk op het bed zitten, zodat de bovenbenen en gedeelte van de onderbenen rusten op het bed.
- Beweeg uw benen in de zittende houding op het bed. U kunt ze één voor één
bewegen of tegelijk. Gebruik hierbij bij voorkeur uw beenspieren, liever niet uw
handen of niet-geopereerde been om het geopereerde been in bed te krijgen. - Als u beide benen op bed heeft, mag u pas gaan liggen.
Uit bed gaan
- Eerst rechtop gaan zitten.
- Dan uw benen uit bed schuiven. Dit kan één voor één of met beide benen tegelijk. Gebruik hierbij bij voorkeur uw beenspieren. Gebruik liever niet uw handen of uw niet-geopereerde been om het geopereerde been uit bed te krijgen.
- Schuif met uw billen naar voren tot de rand van het bed.
- Neem de krukken in uw handen en sta op.
Verplaatsingen in bed
Zijwaarts verplaatsen
- Eerst uw benen optrekken
- Dan uw billen heffen en verplaatsen in de gewenste richting.
- Daarna uw schouders en uw benen verplaatsen.
Op de zij rollen
- Eerst zijwaarts verplaatsen naar de tegengestelde zijde waarop u wilt gaan liggen.
- Daarna zijwaarts rollen op de gewenste zijde.
Oefeningen staand
Bij deze oefeningen staat u en gebruikt u bij voorkeur, tafel, aanrecht, wastafel als steun, en wordt afwisselend zowel het geopereerde als het niet-geopereerde been bewogen.



Oefeningen stabiliteit
Onderstaande oefeningen hebben als doel de stabiliteit van de spieren rond de heup te vergroten.
Bruggetje maken
- Ga op uw rug liggen op bed.
- Laat hoofd en schouders liggen.
- Buig uw benen, maar houd uw voeten op de onderlaag.
- Hef nu de beide billen van de onderlaag, waarbij u uw heup licht gebogen heeft.
- Houd dit 8 seconden vast.
- Laat uw billen langzaam dalen tot u de onderlaag weer bereikt.
- Herhaal deze oefening tot u spiervermoeidheid voelt in de billen, achterkant
bovenbenen en/of kuiten.
Als de kwaliteit (stabiliteit) van de oefening afneemt door spiervermoeidheid, stopt
u en neemt u vervolgens een minuut rust. Herhaal bovenstaande serie 3 keer.

Bruggetje maken met de armen gestrekt in de lucht
- Volg de stappen van de oefening ‘Bruggetje maken’.
- U houdt uw armen gestrekt in de lucht, zodat u geen steun meer heeft aan uw
armen op de onderlaag. - Herhaal deze oefening tot u spiervermoeidheid voelt in de billen, achterkant
bovenbenen en/of kuiten.
Als de kwaliteit (stabiliteit) van de oefening afneemt door spiervermoeidheid, stopt u en neemt u vervolgens een minuut rust. Herhaal bovenstaande serie 3 keer.
Bruggetje maken met niet-geopereerde been naar voren geplaatst
- Volg de stappen van oefening ‘Bruggetje maken’.
- Plaats het niet-geopereerde been iets naar voren, zodat u nog contact houdt met de onderlaag (het been mag dus niet volledig gestrekt zijn). De belasting op het geopereerde been neemt zo toe.
- Herhaal deze oefening tot u spiervermoeidheid voelt in de billen, achterkant bovenbenen en/of kuiten.
Als de kwaliteit (stabiliteit) van de oefening afneemt door spiervermoeidheid, stopt u en neemt u vervolgens een minuut rust. Herhaal bovenstaande serie 3 maal.
Bruggetje maken en til de voeten één voor één op
- Volg de stappen van de oefening ‘Bruggetje maken’.
- Til om en om de voeten even van de onderlaag.
- Herhaal deze oefening tot u spiervermoeidheid voelt in de billen, achterkant
bovenbenen en/of kuiten.
Als de kwaliteit (stabiliteit) van de oefening afneemt door spiervermoeidheid, stopt u, en neemt u vervolgens een minuut rust. Herhaal bovenstaande serie 3 maal. Als dit nog niet lukt, dan duwt u de voeten om en om krachtig in de onderlaag.
Oefeningen zittend
- 5-15 x
Ga goed achter in de stoel zitten. Strek uw knie en maak uw been zo recht mogelijk. - 5-15 x
Hef uw benen afwisselend een klein stukje. Uw knie blijft gebogen. Laat uw voet juist los van de grond komen. - 5-15 x 5 seconden vast houden
Zet uw voeten op de grond, dicht bij elkaar. Beweeg nu alleen uw knieën van elkaar af, uw voeten blijven staan. Geef met uw beide handen aan de buitenzijde van uw knieën enige weerstand.
Naar huis
Afhankelijk van de mate en snelheid van uw herstel, kunt u weer naar huis. Meestal verblijft u 1 nacht in het ziekenhuis. Als de opname langer gaat duren zal uw arts of de verpleegkundige dit met u bespreken.
De arts zal samen met de fysiotherapeut en de verpleegkundige bepalen of het veilig is om naar huis te gaan. U mag met ontslag wanneer u voldoet aan de ontslagcriteria:
- Geen complicaties, minimale wondlekkage.
- U voelt zich goed, niet duizelig of zwart voor de ogen.
- De mobilisatie is veilig en u kunt zelfstandig uit bed en naar het toilet.
- De pijn is onder controle.
Om het herstel zo goed mogelijk te laten verlopen is het belangrijk dat u thuis alle richtlijnen volgt.
Leefregels
Mobilisatie
Het is belangrijk dat u doorgaat met de oefeningen die u in het ziekenhuis hebt geleerd. Ook is het belangrijk dat u de leefregels die u meekrijgt van de fysiotherapeut goed naleeft.
U mag hurken en bukken maar beweeg niet door weerstand van de heup heen. Ga bij voorkeur op een wat hogere stoel zitten. Maak bij het traplopen gebruik van de trapleuning. Probeer de loopafstand geleidelijk te vergroten, liefst door wat vaker een stukje te gaan wandelen. Om u eventueel verder te begeleiden wordt na ontslag soms fysiotherapie geadviseerd.
Het kan prettig zijn het geopereerde gebied te koelen met een ijspakking. Het advies is om drie keer per dag ongeveer 15 minuten de ijspakking gewikkeld in een doek op het geopereerde been te leggen.
Leven met een heupprothese
U hebt een grote kans dat u lang plezier van uw kunstheup zult hebben en vele dagelijkse activiteiten ongestoord kunt blijven verrichten, gedurende 10 tot 20 jaar. Garantie over de levensduur van een prothese kan echter niet worden gegeven. Deze is onder andere afhankelijk van de activiteiten van de patiënt. Hoe actiever u als patiënt bent, des te korter is de levensduur van de prothese.
Zware lichamelijke inspanning en sport kunnen de levensduur van het nieuwe gewricht beperken. Maar er zijn ook vele andere factoren van invloed op de levensduur en slijtage van de prothese.
Revalidatie
De revalidatie start zo snel mogelijk, als u weer op de afdeling bent.
De fysiotherapeut begeleidt u tijdens het doorlopen van de verschillende revalidatie fases:
- Fase 0: oefeningen op bed
- Fase 1: (training) zelfstandig uit bed komen en komen tot staan
- Fase 2: (training) zelfstandig en veilig lopen met looprekje
- Fase 3: (training) leren zelfstandig en veilig te lopen met krukken
- Fase 4: (training) alle vaardigheden die noodzakelijk zijn voor ontslag
Werkhervatting
Werkhervatting is mede afhankelijk van het herstel en de werkzaamheden die u moet doen. Tijdens de controle kunt u dit bespreken.
Controle orthopedisch chirurg
Na 8 weken komt u op controle bij uw orthopedisch chirurg. Voorafgaand aan de controle moet u een röntgenfoto laten maken. Deze afspraken vindt u terug in het patiëntenportaal mijnVieCuri.
Vragen of problemen
Enkele dagen na het ontslag belt de orthopedie-consulent u. Zij vraagt u dan of het ontslag goed verlopen is. U kunt dan ook al uw vragen stellen. Heeft u op een ander moment nog vragen neem dan gerust contact op met de orthopedie-consulente.
VieCuri Behandelapp
De VieCuri Behandelapp geeft u alle relevante informatie over uw behandeling in ons ziekenhuis. Deze handige app kunt u downloaden in de App Store of Google Play.
- Zoek naar: ‘Patient Journey App’ en druk op het betreffende item om deze te downloaden en te installeren.
- Open vervolgens de app, voer (als dat bekend is) uw behandeldatum in en selecteer uw behandeling.
Meest gestelde vragen
Hoelang zal mijn heup pijnlijk blijven?
De pijn na de vervanging van het heupgewricht wordt geleidelijk aan minder, beginnend ongeveer 2 weken na de operatie. Drie tot 4 maanden na de operatie treedt een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt men een doffe pijn na lange wandelingen. Dit gevoel kan optreden tot ongeveer 12 maanden na de operatie. Startpijn (pijn bij de eerste stappen na het opstaan) kan nog een poosje aanhouden. Dit pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Het betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of los zit!
Hoelang blijft mijn been dik?
De zwelling vermindert meestal gedurende de eerste weken na het ontslag. Het dik worden zal verminderen door dagelijks, ‘s morgens een uur en ‘s avonds een uur, de benen hoog te leggen en geregeld te bewegen. De zwelling is over het algemeen ‘s avonds het grootst en neemt af wanneer u goed de oefeningen blijft doen.
Hoe vaak moet ik oefenen?
Minimaal 3 keer per dag 10 minuten oefenen is voldoende. U mag daarbij spiervermoeidheid ervaren. Voer de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet! U kunt de oefeningen hier terugvinden. Bovendien raden wij u aan dagelijks een heel uur of 2 maal een half uur helemaal gestrekt op de rug te gaan liggen.
Wanneer mag ik weer douchen?
U mag 24 uur na de operatie weer douchen.
Welk soort schoenen kan ik het beste aantrekken?
Het is verstandig om schoenen te dragen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Hoge hakken en slippers moet u de eerste 3 maanden vermijden.
Moet ik steunkousen dragen?
Het kan prettig zijn om een steunkous te dragen; het helpt om de zwelling in het been te verminderen. Een steunkous wordt alleen op indicatie geadviseerd. Trekt u de kous direct na het opstaan aan, als het been nog niet zo gezwollen is.
Wanneer mag ik weer op mijn zij slapen?
U mag in principe direct na de operatie op beide zijden slapen.
Hoe verzorg ik mijn wond?
De wond moet schoon en droog blijven. Verbind de wond droog totdat de wond niet meer lekt. De huid rondom de hechtingen kan er wat rood of geïrriteerd uit zien. Als de hechtingen opgelost zijn zal de roodheid langzamerhand afnemen.
Hoe lang moet ik gebruik maken van een loophulpmiddel?
Patiënten met een heupprothese gebruiken gemiddeld 3 weken tot 3 maanden na de operatie een loophulpmiddel. Dit is echter zeer wisselend per persoon. Uw fysiotherapeut zal u hierin adviseren.
Wanneer mag ik weer vrijen met mijn partner?
De eerste maanden na de operatie kan het vrijen ongemakkelijk zijn. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. Het op de buik liggen, het diep buigen van de heupen of de benen spreiden kan als pijnlijk worden ervaren. Het kan prettiger zijn een andere positie in te nemen; op de zij liggen wordt vaak als prettiger ervaren.
Wanneer mag ik weer gaan fietsen?
Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste, mag u hier enkele weken na de operatie weer mee beginnen. U moet wel weer voldoende controle hebben over uw been. Dit betekent dat u stabiel kunt lopen zonder krukken. Gebruik bij voorkeur een damesfiets vanwege de lage instap, voorkom dat u niet met het been over het zadel zwaait. Wij raden u aan tevoren te oefenen op een hometrainer.
Wanneer mag ik weer gaan autorijden?
Wanneer u weer kunt autorijden verschilt per persoon. Er is geen pasklaar antwoord op deze vraag. Voor iemand die het geopereerde been niet hoeft te gebruiken bij het autorijden (i.v.m. een automaat) is autorijden eerder mogelijk dan voor iemand die het geopereerde been wel intensief moet gebruiken bij het autorijden. Wanneer u weer volledige controle heeft over uw been, kunt u in principe weer autorijden. Dit is iets dat u zelf moet bepalen. Bij twijfel hierover kunt u uw behandelend specialist raadplegen. Wilt u nog meer informatie dan kunt u ook de website van het Centraal Bureau Rijvaardigheid raadplegen (www.cbr.nl).
Waar moet ik op letten na de operatie?
U mag alle bewegingen weer uitvoeren. Beweeg hierbij niet door de weerstand van de heup heen.
- Uw knie niet in de richting van de neus brengen, alleen op de manier zoals u bij de fysiotherapie heeft geleerd (bijvoorbeeld om uw nagels te knippen).
- Hurken met de knieën tegen elkaar is wel toegestaan maar zal niet gemakkelijk gaan. Er bestaat een kans dat u omvalt en daarom wordt hurken niet geadviseerd.
- Ga bij voorkeur niet op een lage stoel zonder leuningen of een kruk zitten. Opstaan is dan moeilijker, waarbij u kans heeft om te vallen.
- De fysiotherapeut leert u hoe u iets van de grond kunt oprapen bijvoorbeeld met het geopereerde been naar achteren uitgestrekt of bukkend met de knieën tegen elkaar.
- Kousen en schoen (veters) aantrekken mag, maar wel opletten dat u niet met beide armen tussen de knieën naar de voeten beweegt of de voet op de andere knie legt om bij de voet te komen. Beweeg met één knie tussen de armen naar de voet.
- Extreme bewegingen vermijden.
- Los staan kan en mag. In overleg met uw fysiotherapeut leert u hoe u het lopen met het loophulpmiddel kunt afbouwen.
- Staan (bijvoorbeeld bij een aanrecht) kan en mag dus.
- U mag op beide zijden slapen. U mag een kussen tussen uw knieën doen als dit
comfortabeler ligt. Dit is niet noodzakelijk. - Zwemmen kan en mag na ongeveer 3 maanden (overleg met uw arts).
- Ouderengymnastiek en (beperkt) sporten kan en mag (overleg met uw arts).
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.