Kleine ingrepen

Inleiding

U krijgt een operatie. Een operatie wordt ook wel een ingreep genoemd. Uw behandelend arts en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de operatie. Hier kunt u alles nog eens rustig nalezen.

U wordt geopereerd aan een aandoening. Met een kleine ingreep kan de aandoening verholpen worden.

De gang van zaken rondom deze ingreep is voor een aantal aandoeningen hetzelfde. Daarom is de informatie samengevoegd.

Het gaat om een van deze aandoeningen:

  • Bursitis : een ontstoken slijmbeurs
  • Clavus : likdoorn. Plaatselijke, meestal zeer gevoelige, eeltknobbel die naar binnen is gegroeid
  • Cyste : onnatuurlijke lichaamsholte, meestal gevuld met vocht
  • Exostose : een goedaardige uitwas van het bot
  • Ganglion : een omkapselde holte, gevuld met een geleiachtige vloeistof
  • Haglund exostose : benig aangroeisel van het hielbeen
  • Neurinoom : verdikte uiteinde van een zenuwstomp
  • Osteofyt : een botrichel of botuitsteeksel
  • Osteoid osteoom : goedaardige beentumor
  • Steindler : pees losmaken van de aanhechting hiel

Voorbereiding op de ingreep

Het Preoperatief Bureau

Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van verdoving (anesthesie) die nodig is.

Anesthesie

De ingreep geschiedt onder algehele (narcose) of regionale verdoving (anesthesie). Bij het Preoperatief Bureau bespreekt de anesthesist met u welke vorm voor u het meest geschikt is. Meer informatie over de gang van zaken vóór, tijdens en na de anesthesie krijgt u via het Preoperatief Bureau.

Soms is lokale verdoving mogelijk. De orthopedisch chirurg bespreekt dit met u. U hoeft dan niet naar het Preoperatief Bureau en de anesthesist. De orthopedie-consulent regelt de voorbereiding in overleg met u.

Bloedverdunnende medicijnen

In overleg met uw arts moet u tijdelijk bloedverdunnende medicijnen niet innemen voor de operatie. Wordt u begeleid door de Trombosedienst? Informeer de Trombosedienst dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt het beleid met u af.

Opnameduur

De operatie vindt meestal plaats in dagbehandeling. Dit betekent dat u, als alles naar wens verloopt, na de operatie weer naar huis mag.

Trombosebestrijding

Heeft u na de operatie een gipsverband om uw onderbeen? Da krijgt u na de operatie bloedverdunnende medicijnen. U krijgt deze medicijnen via onderhuidse injecties. Deze medicijnen zijn nodig om trombose te voorkomen. Op de verpleegafdeling leert u hoe u de medicijnen zelf kunt spuiten. Als het gips eraf is kunt u stoppen met de medicijnen.

Kleding

Trek makkelijke en ruim zittende kleding aan als u voor de operatie naar het ziekenhuis gaat. Denk eraan dat u na de operatie een verband of gips krijgt.

De ingreep

U krijgt de afgesproken vorm van verdoving.

Daarna maakt de orthopedisch chirurg een snee in de huid. De aandoening wordt weggehaald. De huid wordt gehecht. U krijgt een drukverband of gipsverband.

Na de ingreep

Na de operatie onder algehele of regionale verdoving (anesthesie) gaat u naar de uitslaapkamer. De eerste uren na de operatie wordt u hier intensief bewaakt en gecontroleerd. Het kan zijn dat u misselijk wordt na de operatie. Na de operatie heeft u een infuus in uw arm.

Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar de afdeling. Als alles naar wens verloopt mag u dezelfde dag weer naar huis.

Mitella of draagband (sling)

Afhankelijk van de operatie krijgt u mogelijk een mitella of draagband.

Krukken

Afhankelijk van de operatie moet u mogelijk na de operatie tijdelijk met krukken lopen. Neem de krukken mee naar het ziekenhuis. Bij een Thuiszorgwinkel kunt u krukken lenen of kopen. Op de zorgboulevard in Venlo zit een Thuiszorgwinkel.

Mogelijke complicaties

Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er toch nog complicaties optreden. Mogelijke complicaties zijn:

  • Een nabloeding: dit gebeurt zelden
  • Een bloeduitstorting (hematoom): dit gebeurt geregeld
  • Wondinfectie

Weer thuis

Wondverzorging

Na 24 uur na de operatie mag u zelf het drukverband verwijderen. Plak een pleister op de wond. De pleister mag u 48 uur na de operatie verwijderen.

Koelen

Het kan prettig zijn om de wond te koelen. Koelen doet u met een ijspakking. Het advies is om 3 keer per dag ongeveer 15 minuten te koelen. Draai de ijspakking in een doek en leg het voorzichtig op de wond.

Lichamelijke verzorging

Als de wond droog en gesloten is mag u zich weer douchen.

Pijnbestrijding

Wij adviseren u de eerste dagen na de operatie 3 keer per dag 2 tabletten paracetamol (500mg) in te nemen. Als uw pijnklachten minder worden kunt u de pijnstilling afbouwen. Houdt u pijnklachten? Of heeft u vragen hoe u de pijnstilling kunt afbouwen? Neem dan contact met ons op.

Poliklinische afspraak

Ongeveer 2 weken na de operatie heeft u een controle afspraak op de polikliniek. De bevestiging voor deze afspraak kunt u zien in uw patiëntenportaal mijnVieCuri. Tijdens de controle afspraak worden ook de eventuele  hechtingen verwijderd.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven