Infectie bij prothesemateriaal

Uw behandelend arts heeft met u afgesproken dat u binnenkort in het ziekenhuis wordt opgenomen voor een operatie in verband met een infectie bij uw gewrichtsprothese. Uw behandelend arts en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de ingreep. Hier kunt u alles nog eens rustig nalezen.

Een infectie (ontsteking) bij prothesemateriaal wordt meestal veroorzaakt door bacteriën. Als er een infectie bij prothesemateriaal optreedt, kan dit leiden tot loslating van de prothese. 

We maken een onderscheid in vroege en late infectie.

Vroege infectie

Een vroege infectie ontstaat kort na de ingreep. Kenmerken hiervan zijn: plaatselijke roodheid, zwelling en pijn. De operatiewond kan (opnieuw) wondvocht of pus lekken. Soms kan in dit stadium de infectie behandeld worden met antibiotica per infuus. Als er wondproblemen optreden moet een orthopedisch chirurg de wond zo spoedig mogelijk zien.

Late infectie

Een late infectie komt soms pas na maanden of jaren voor het eerst aan het licht. Kenmerk hiervan is voornamelijk pijn in het operatiegebied bij het in beweging komen en bij het lopen. Besmetting met bacteriën kan tijdens de operatie optreden via de lucht, zelfs met optimale luchtbehandeling en in acht name van steriliteit. Daarom krijgen patiënten voor en na de operatie antibiotica. Ook kan een infectie elders in het lichaam via de bloedbaan overgaan naar de prothese, waardoor dit gewricht ontstoken raakt.

Ernstige complicatie

Een infectie is een ernstige complicatie. Helaas is het soms lastig om deze aan te tonen. Bloedonderzoek is niet altijd afwijkend. Soms kan met speciale scans de aandoening worden aangetoond. Een infectie kan zelfs aanleiding zijn om het prothesemateriaal te verwijderen zonder dat er een nieuwe kan worden geplaatst. De infectie dient eerst volledig te zijn genezen. Hiervoor zijn vaak diverse operaties nodig. Voorkomen is beter dan genezen.

Behandelingsmogelijkheden

• behandeling met antibiotica
• operatief spoelen van de wond
• verwijderen van het prothesemateriaal

Het Preoperatief Bureau

Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is.

De ingreep geschiedt onder algehele (narcose) of regionale anesthesie. Bij het Preoperatief Bureau kunt u met de anesthesist bespreken welke vorm voor u het meest geschikt is.

Bloedverdunnende medicijnen

Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af.

Opnameduur

De opnameduur kan variëren van enkele dagen tot enkele weken.

Krukken

Afhankelijk van de ingreep is het mogelijk dat u na de ingreep tijdelijk met krukken moet lopen. Voor het lenen of kopen van krukken kunt u terecht bij een thuiszorgwinkel. Op de zorgboulevard op locatie Venlo is een thuiszorgwinkel aanwezig.

De orthopedisch chirurg opent de huid via het oude litteken. Daarna wordt het gebied rondom de prothese grondig gespoeld. Ook worden er tijdens de ingreep kweken afgenomen om te kijken welke bacterie de veroorzaker is.De uitslag hiervan bepaald met welk antibiotica er kan worden gestart, dit kan enkele dagen duren. Gedurende die periode verblijft u in het ziekenhuis.

In een aantal gevallen zal de prothese moeten worden verwijderd. Vervolgens wordt de huid gesloten met hechtingen en wordt er een pleister en eventueel een drukverband aangelegd.

Tijdens en ook na de ingreep wordt u langdurig behandeld met antibiotica.

Als het wondgebied nog steeds onrustig is en er is al meerdere keren operatief gespoeld, kan het nodig zijn dat later alsnog de prothese wordt verwijderd. De arts heeft dit van tevoren ook met u besproken. Pas als de wond er voldoende schoon uitziet en de ontstekingswaarden in het bloed normaliseren, zal er een nieuwe prothese geplaatst worden. Hierbij wordt ook gekeken naar uw algehele conditie.

Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer, waar gedurende de eerste uren intensieve bewaking en controle plaatsvinden. Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. Na de ingreep heeft u een infuus in de arm. Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling.

Wondverzorging

De eerste dag na de operatie wordt het eventuele drukverband verwijderd. U mag douchen 24 uur na de operatie. Als de wond droog is hoeft er geen pleister meer opgeplakt te worden.

Mobiliseren

Afhankelijk van de soort ingreep en uw algehele toestand wordt dezelfde dag of de dag na de ingreep begonnen met revalideren. De verpleegkundige en de fysiotherapeut begeleiden u hierin.

U mag in principe belasten op geleide van uw pijnklachten. Als uw heup-, of knieprothese is verwijderd voelt het vreemd aan om te staan. Er is ook een beenlengteverschil. Meestal wordt tijdelijk gekozen om onbelast met krukken of een looprekje te lopen. Als er in overleg met u is gekozen om geen prothese meer te plaatsen, worden de schoenen aangepast waardoor het beenlengte verschil wordt opgeheven. Soms is het mogelijk om tussen de operaties naar huis te gaan. Dit alles wordt met u besproken.

Pijnbestrijding

De arts spreekt pijnbestrijding af om de pijn na de ingreep zoveel mogelijk te verminderen. Indien dit onvoldoende werkt, kunt u dit melden bij de verpleging.

Mogelijke complicaties

Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er toch nog complicaties optreden.

• Een nabloeding: dit gebeurt zelden
• Een bloeduitstorting(hematoom): dit gebeurt geregeld.
• Trombose.
• Zenuwbeschadiging: dit is zeldzaam.

Als de wond en uw bloeduitslagen goed zijn mag u naar huis. Het kan voorkomen dat u na enkele weken weer moet worden geopereerd. Dit is tijdens de opname met u besproken. U mag op geleide van pijnklachten verder mobiliseren.

Lichamelijke verzorging

U mag douchen zodra de wond droog en gesloten is. Er hoeft dan ook geen pleister meer op.

Koelen

Het kan prettig zijn het geopereerde gebied te koelen met een ijspakking. Het advies is dan om drie keer per dag ongeveer 15 minuten de ijspakking gewikkeld in een doek op het geopereerde gebied te leggen.

Poliklinische afspraak

Ongeveer 2 weken na de operatie komt u op controle bij de orthopedisch chirurg. Dan worden de hechtingen verwijderd en het verdere beleid met u besproken. Van tevoren moet u meestal bloed prikken.

Contact opnemen

Neem contact op met de polikliniek van uw behandelend arts of met de orthopedie-consulent:

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: