Hamerteen

De behandelend specialist heeft met u afgesproken dat u in het ziekenhuis opgenomen gaat worden voor een operatie van een hamerteen. Uw behandelend orthopedisch chirurg en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de ingreep. Hier kunt u alles nog eens rustig nalezen.

Wat is een hamerteen?

De grote teen heeft 2 kootjes, de andere 4 tenen hebben 3 kootjes. Als het eerste en het tweede teenkootje van een teen in een onnatuurlijke hoek staan ten opzichte van elkaar, raakt het uiteinde van de teen (teentop) de grond. Dit wordt een klauwteen genoemd.

Bij een hamerteen staat het eerste gewricht gebogen en het laatste gewrichtje overstrekt.

Oorzaken

Oorzaken van een klauwteen of hamerteen zijn onder andere een doorgezakte voorvoet, een holvoet, een scheefstand van de grote teen (hallux valgus), hoge spierspanning van de voetspieren, slijtage (artrose), een teen die te lang is ten opzichte van de andere tenen of het dragen van te kleine schoenen.

Klachten

Doordat de teen een afwijkende stand heeft, ontstaat er eelt of een likdoorn op de teentoppen en de teenknokkels. Dit kan pijnlijk zijn, vooral op het moment dat u schoenen draagt.

Behandelingsmogelijkheden

Er zijn 2 behandelingsmogelijkheden:

• Aangepast schoeisel of steunzolen
• Operatie

Anesthesie

Lokale anesthesie (verdoving) is meestal mogelijk. De orthopedisch chirurg zal dit met u bespreken. Bij lokale verdoving wordt alleen de teen verdoofd door middel van injecties.

Soms is het echter nodig dat de hele voet verdoofd wordt (regionale anesthesie) of dat algehele anesthesie (narcose) de beste keuze is. Dan wordt u vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis, doorverwezen naar het preoperatief bureau. Bij het preoperatief bureau kunt u met de anesthesist bespreken welke vorm van anesthesie voor u het meest geschikt is.

Bloedverdunnende medicijnen

Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, vóór de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt het beleid met u af.

Opnameduur

De ingreep vindt meestal poliklinisch plaats en soms als dagbehandeling. Dit betekent dat u, als alles naar wens verloopt, dezelfde dag na de ingreep weer naar huis mag.

Bij een hamerteencorrectie wordt het gewricht tussen het eerste en het tweede kootje van de teen verwijderd, inclusief een deel van het eerste kootje. Bij het vastzetten (arthrodese) wordt weinig bot weggehaald en groeien de kootjes aan elkaar vast, ook kan besloten worden meer bot weg te halen en de kootjes niet te laten vastgroeien.

In het begin is de teen slap, door vorming van stug littekenweefsel krijgt de teen uiteindelijk weer stevigheid. Door deze ingrepen wordt de teen korter en recht en zal de teen geen drukproblemen meer kunnen veroorzaken.

Soms is het nodig om het kapsel van het gewricht tussen het middenvoetsbeentje en de hamerteen los te maken, of om de strekpees te verlengen. De teen kan tijdelijk met een metalen pennetje in de gewenste stand gefixeerd worden.

De wond wordt gesloten met niet-oplosbare hechtingen. Vervolgens wordt er een drukverband aangelegd.

Als u zich goed voelt en de anesthesie voldoende is uitgewerkt mag u na de ingreep weer naar huis.

Mogelijke complicaties

Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er toch nog complicaties optreden, zoals:

• een wondinfectie
• trombose
• een nabloeding, dit gebeurt zelden
• een bloeduitstorting (hematoom), dit gebeurt geregeld

Wondverzorging

Het drukverband wordt doorgaans bij de eerste controle na de operatie verwijderd. De hechtingen worden dan ook verwijderd. De wond wordt daarna verbonden met een verband. Vervolgens krijgt u de verbandschoen aan. Met deze schoen kunt u toch lopen zonder dat de voet afwikkelt.

Als er een metalen pennetje geplaatst is tijdens de operatie, worden het nieuwe verband en het metalen pennetje tijdens de tweede controle verwijderd. De tweede controle is ongeveer 3 tot 4  weken na de operatie.

Mobiliseren

U mag meteen weer voorzichtig gaan lopen. Het zal de eerste weken prettig zijn om de voet af en toe hoog te leggen.

Als er een metalen pennetje in de teen geplaatst is, mag u de voet niet afwikkelen, omdat het pennetje zou kunnen breken. Daarom is het gebruik van de verbandschoen ook van belang.

De geopereerde teen kan nog maanden na de operatie dik worden.

Lichamelijke verzorging

Het drukverband mag niet nat worden. Dit betekent dat u moet oppassen met douchen of in bad gaan. Eventuele hulpmiddelen om ervoor te zorgen dat het verband niet nat wordt, kunt u kopen bij uw apotheek of drogist.

Pijnbestrijding

Wij adviseren u de eerste dagen na de operatie 3 maal daags 2 tabletten paracetamol (500 mg) in te nemen. Afhankelijk van uw pijnklachten mag u de pijnstillers afbouwen. Als de pijnstilling niet voldoende werkt of als u vragen over het afbouwen hebt, kunt u contact met ons opnemen.

Poliklinische afspraak

Ongeveer 14 dagen na de ingreep komt u op controle bij de orthopedie-consulente, dan worden de hechtingen en het drukverband verwijderd.  De afspraak hiervoor krijgt u mee tijdens de behandeling.

Ongeveer 8 weken na de ingreep komt u terug bij de orthopedisch chirurg.

Als u een pinnetje heeft, vindt er nog een tussentijdse controle na 3 tot 4 weken plaats bij de orthopedie-consulente, hier wordt dan ook het pinnetje verwijderd.

Werk en sport

Het moment waarop u weer kunt werken of sporten is afhankelijk van het soort werk of sport dat u doet. U kunt dit overleggen met uw behandelend specialist tijdens de controle.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: