Inleiding
U heeft de (trauma)polikliniek of spoedeisende hulp bezocht. Uit röntgenonderzoek blijkt dat u een botbreuk heeft. Een ander woord voor botbreuk is fractuur.
De fractuur die u heeft, herstelt niet goed als deze alleen met gips of een spalk behandeld wordt. Daarom adviseert uw behandelend orthopedisch chirurg een operatie om de fractuur te herstellen. De meest voorkomende fracturen zijn de polsfractuur en de enkelfractuur.
Hier vindt u informatie over de gang van zaken voor, tijdens en na de operatie en adviezen voor het herstel.
Waarom een operatie?
Tijdens de operatie legt de orthopedisch chirurg de botdelen goed tegen elkaar en zet deze vast met osteosynthesemateriaal (bijvoorbeeld plaat, schroeven, pennetjes). Zo kan het bot weer goed aan elkaar groeien.
Voorbereiding op de ingreep
Het Preoperatief Bureau
Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is.
Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig.
Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie leest u in onze folder ‘Anesthesie en preoperatief onderzoek’.
Anesthesie
De ingreep gebeurt meestal onder algehele anesthesie (narcose) of regionale anesthesie (bijvoorbeeld een ruggenprik). Bij het Preoperatief Bureau kunt u met de anesthesist bespreken welke vorm voor u het meest geschikt is. Meer informatie over de gang van zaken voor, tijdens en na de anesthesie krijgt u via het Preoperatief Bureau.
Bloedverdunnende medicijnen
Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af.
Opnameduur
De opname vindt meestal plaats in dagbehandeling. Dit betekent dat u, als alles naar wens verloopt, enkele uren na de ingreep weer naar huis mag.
De ingreep
U krijgt de afgesproken vorm van anesthesie toegediend.
De orthopedisch chirurg maakt een operatiesnede. Het gebroken bot wordt opgezocht. De botdelen worden goed tegen elkaar gelegd en vastgezet met een plaatje en schroeven of met pennetjes.
De wond wordt gesloten, vaak met niet-oplosbare hechtingen. Dit betekent dat deze ongeveer twee weken na de ingreep verwijderd moeten worden.
Vaak wordt een gips- of drukverband aangelegd.
Na de ingreep
Na de ingreep gaat u naar de uitslaapruimte (Recovery), waar gedurende de eerste uren bewaking en controle plaatsvinden. Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. Na de ingreep heeft u een infuus in uw arm.
Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling.
Als alles naar wens verloopt mag u dezelfde dag weer naar huis.
Trombosebestrijding
Bij onderbeengips krijgt u gedurende de periode dat u onderbeengips heeft medicijnen toegediend om trombose te voorkomen. Deze zogenaamde bloedverdunners worden in de vorm van onderhuidse injecties gegeven.
Mogelijke complicaties
Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er soms toch nog complicaties optreden:
- Een wondinfectie
- Een nabloeding, dit gebeurt zelden
- Een bloeduitstorting (hematoom); dit gebeurt geregeld
Weer thuis
Wondverzorging
De wondverzorging is verschillend bij gips, drukverband en een pleister.
Gips
Als u gips heeft om het geopereerde lichaamsdeel blijft dit zeker zitten tot aan de controle op de polikliniek.
Drukverband
Een drukverband mag u meestal 24 uur na de operatie zelf verwijderen.
Pleister
De pleister mag u na 48 uur verwisselen.
Mobiliseren
Het is belangrijk om het lichaamsdeel dat in het gips zit regelmatig hoog te leggen in verband met stuwing.
Fractuur aan de arm/schouder
Het dragen van een mitella of sling is prettig bij een fractuur aan de arm of schouder.
Fractuur aan voet/been
Bij een fractuur aan de voet of het been mag u het geopereerde been niet belasten. U loopt met behulp van krukken onbelast de eerste weken.
Pijnbestrijding
Wij adviseren u de eerste dagen na de operatie 3 maal daags 2 tabletten paracetamol (500 mg) in te nemen. Op geleide van uw pijnklachten mag u de pijnstillers afbouwen.
Als de pijnstilling niet voldoende werkt of als u vragen heeft over het afbouwen, kunt u contact opnemen met de polikliniek Orthopedie.
Lichamelijke verzorging
Het gipsverband mag niet nat worden. Let dus goed op met douchen. Bij de thuiszorgwinkels is een beschermhoes te koop.
Heeft u geen gipsverband dan mag u douchen als de wond gesloten en droog is.
Poliklinische afspraak
Ongeveer 14 dagen na de ingreep komt u op controle op de gipskamer en/of bij de orthopedisch chirurg. De afspraak hiervoor krijgt u via de verpleegafdeling.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.