Arthroscopie enkel/pols/elleboog

De behandelend specialist heeft met u afgesproken dat u in het ziekenhuis opgenomen wordt voor een kijkoperatie (arthroscopie). Uw behandelend arts en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de ingreep. Hier kunt u een en ander nog eens rustig nalezen.

Arthroscopie betekent letterlijk in het gewricht (arthro) kijken (scopie). Het is de bedoeling om niet alleen in het gewricht te kijken maar als het mogelijk is ook gelijktijdig een behandeling uit te voeren.

Bij een arthroscopie wordt met een arthroscoop in het gewricht gekeken. Een arthroscoop is een smalle buis met een doorsnede van 2 tot 8 mm. Hierin zitten een miniatuurlens en een lichtkabel. Het beeld van het gewricht dat de orthopedisch chirurg ziet is ook te zien op een monitor in de operatiekamer.

Waarom een arthroscopie?

Het doel van een arthroscopie is om de diagnose beter te kunnen stellen en/of een afwijking te kunnen behandelen.

Verschillende aandoeningen in het gewricht (zoals losse stukjes bot of kraakbeen, bij het enkelgewricht enkelbandscheuren, kraakbeenbeschadiging en slijmvliesontsteking) kunnen direct gezien worden zonder dat daar een grote operatieve ingreep voor nodig is.

Als u last heeft van uw pols, enkel of elleboog, kan dat verschillende oorzaken hebben. Hier worden slechts de oorzaken genoemd, die bij een arthroscopie gezien kunnen worden.

Oorzaken

Klachten aan enkel, pols of elleboog kunnen verschillende oorzaken hebben.

• Beschadigd of abnormaal kraakbeen: soms kan een kraakbeenbeschadiging behandeld worden met boringen (de orthopeed bespreekt dit met u).
• Kraakbeenschade in meerdere delen van het gewricht kan met een arthroscopie niet hersteld worden.
• Gewrichtsmuizen; dit zijn afgeronde kraakbeen-stukjes die los in het gewricht kunnen voorkomen. Dit kan slotklachten geven (u kunt uw pols, enkel of elleboog niet meer draaien of buigen). Tijdens de arthroscopie kunnen deze gewrichtsmuizen verwijderd worden.
• Gescheurde enkelbanden, flarden van de gescheurde enkelband kunnen verwijderd worden. Indien de enkelband vervangen moet worden zal dit later tijdens een geplande operatie gebeuren. Uw orthopedisch chirurg bespreekt dit met u.

Het Preoperatief Bureau

Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig.

Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie leest u in onze folder ‘Anesthesie en preoperatief onderzoek’.

Anesthesie

De ingreep geschiedt onder algehele (narcose) of regionale anesthesie. Bij het Preoperatief Bureau kunt u met de anesthesist bespreken welke vorm voor u het meest geschikt is.

Bloedverdunnende medicijnen

Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af.

Krukken

Als u een arthroscopie van de enkel krijgt is het belangrijk om krukken mee te nemen naar het ziekenhuis. Voor het lenen of kopen van krukken kunt u terecht bij een thuiszorgwinkel. Op de zorgboulevard locatie Venlo is een thuiszorgwinkel aanwezig.

Mitella/sling

Bij een arthroscopie van elleboog of pols krijgt u een mitella of sling op de afdeling.

Opnameduur

Een arthroscopische ingreep gebeurt in de meeste gevallen in een dagopname. Dit betekent dat u, als alles naar wens verloopt, na de ingreep weer naar huis mag.

De afgesproken vorm van anesthesie wordt toegediend. Via een klein sneetje brengt de orthopedisch chirurg een kijkinstrument in het gewricht. Dit is verbonden met een beeldscherm waarop de orthopedisch chirurg de operatie kan volgen.

Tijdens een arthroscopie wordt het gewricht gecontroleerd op beschadigingen. Er wordt een spoelinstrument en een werkinstrument (tangetje of een schaartje) ingebracht om de ingreep uit te voeren. Na de operatie worden de wondjes dichtgeplakt met hechtpleisters en afgedekt met pleisters en een drukverband.

Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer, waar gedurende de eerste uren intensieve bewaking en controle plaatsvinden. Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. Na de ingreep heeft u een infuus in uw arm. Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling.

Mogelijke complicaties

Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er toch nog complicaties optreden.

• Wondinfectie
• Een nabloeding: dit gebeurt zelden
• Een bloeduitstorting (hematoom): dit gebeurt geregeld

Wondverzorging

Na 24 uur mag u zelf het drukverband verwijderen. De pleister laat u zitten. Van de verpleegkundige heeft u een tubigrip (elastische kous) mee gekregen, deze doet u dubbel om uw enkel, pols of elleboog met de rafelige kant naar boven. Dit vermindert de zwelling in het gewricht.

De tubigrip moet u ‘s nachts afdoen. Na twee dagen mag u zelf de pleisters eraf halen. De daaronder zittende hechtpleisters laat u tot zeven(7) dagen na de ingreep zitten.

Na genezing zijn de huidwondjes vaak nog wat dik. Dit komt doordat het onderliggende kapsel ook geopend is en langere tijd nodig heeft om te genezen. Dit kan ongeveer 4 weken duren. De wondjes kunnen ook langere tijd gevoelig blijven.

Koelen

Het kan prettig zijn het geopereerde gebied te koelen met een ijspakking. Het advies is dan om drie keer per dag ongeveer 15 minuten de ijspakking gewikkeld in een doek op het geopereerde gebied te leggen.

Lichamelijke verzorging

U mag douchen als de wond droog is. Wel dient u er de eerste week voor te zorgen dat de (hecht)pleisters droog blijven.

Mobiliseren

Op geleide van klachten, zoals pijn en zwelling, mag u uw normale activiteiten, zo snel als mogelijk, weer hervatten tenzij de orthopedisch chirurg iets anders met u afgesproken heeft. Buigen van de pols, enkel of elleboog is goed, maar zal de eerste weken moeizamer kunnen gaan.

Pijnbestrijding

Wij adviseren u de eerste dagen na de operatie 3 maal daags 2 tabletten paracetamol (500 mg) in te nemen. Op geleide van uw pijnklachten mag u de pijnstillers afbouwen.

Als de pijnstilling niet voldoende werkt of als u vragen over het afbouwen hebt kunt u contact met ons opnemen.

Werk en sport

Het moment waarop u weer kunt werken of sporten is afhankelijk van het soort werk of sport dat u doet. U kunt dit overleggen met de behandelend specialist tijdens de controle.

Poliklinische afspraak

Na ongeveer 2 weken wordt u gebeld door de orthopedie-consulente, na ongeveer 8 weken komt u bij de specialist.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: