Inleiding
Uw behandelend arts heeft met u afgesproken dat u in het ziekenhuis opgenomen gaat worden voor een arthrodese (het vastzetten van een gewricht).
De orthopedisch chirurg en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de ingreep. Hier kunt u een en ander rustig nalezen.
Wat is een arthrodese?
Een arthrodese is het operatief vastzetten van een gewricht. Bij deze operatie wordt tussen de beschadigde gewrichtsvlakken het resterende kraakbeen weggenomen en worden de botuiteinden in hun meest functionele stand gefixeerd. Deze botuiteinden groeien uiteindelijk aan elkaar vast.
Er zijn meerdere operatietechnieken die toegepast kunnen worden. De orthopedisch chirurg legt u uit welke techniek er bij u toegepast gaat worden.
Alle operaties hebben als doel het gewricht vast te zetten.
Waarom een arthrodese?
Ondanks dat er bij steeds meer gewrichtslijtage protheses kunnen worden geplaatst, is dit niet in alle gevallen mogelijk.
Als we de natuur haar gang laten gaan zal een beschadigd gewricht op den duur vanzelf verstijven.
Een pijnlijk gewricht wordt namelijk minder bewogen, waardoor de banden en het gewrichtskapsel op den duur verschrompelen. Zo verliest het gewricht langzaam zijn beweeglijkheid.
Een operatieve arthrodese heeft twee belangrijke voordelen boven een natuurlijke arthrodese:
- Het proces wordt versneld, waardoor een lange periode van pijnklachten wordt voorkomen.
- Bij een operatie kan het gewricht in de meest gunstige stand vastgezet worden.
Voorbereiding op de ingreep
Het Preoperatief Bureau
Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is.
Anesthesie
De ingreep gebeurt onder algehele (narcose) of regionale anesthesie. Bij het preoperatief bureau kunt u met de anesthesist bespreken welke vorm voor u het meest geschikt is.
Bloedverdunnende medicijnen
Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de operatie stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af.
Opnameduur
De opnameduur kan variëren van 1 dag (dagbehandeling) tot 2 dagen.
Bij een arthrodese van een heup of knie is de opnameduur langer. Hierbij is het belangrijk dat u goed kunt lopen. Soms is er een aanpassing van uw schoeisel noodzakelijk.
Krukken
Afhankelijk van de ingreep is het mogelijk dat u na de ingreep tijdelijk met krukken moet lopen. Deze kunt u lenen of kopen bij een thuiszorgwinkel. Op de zorgboulevard locatie Venlo is een thuiszorgwinkel aanwezig.
Kleding
Houdt er bij de keuze van uw kleding rekening mee dat u na de ingreep een verband en/of gips heeft. Trek daarom makkelijke, ruim zittende kleding aan.
Mitella of sling
Afhankelijk van de ingreep is het mogelijk dat u een sling of mitella krijgt.
De ingreep
De orthopedisch chirurg maakt een huidsnede in het operatiegebied. Het kraakbeen wordt verwijderd en de botdelen worden aan elkaar vastgemaakt. Op welke manier de botdelen aan elkaar worden vastgemaakt hangt af van de techniek die de orthopedisch chirurg gebruikt.
Daarna wordt de huid gesloten met oplosbare hechtingen en wordt er afhankelijk van de ingreep een verband, spalk of gips aangebracht.
Na de ingreep
Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer, waar gedurende de eerste uren intensieve bewaking en controle plaatsvinden. Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. Na de ingreep heeft u een infuus in de arm. Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling.
Trombose voorkomen
Als er een onderbeengips wordt aangelegd na de operatie start u met bloedverdunners in de vorm van onderhuidse injecties. Op de afdeling leert u hoe u dit zelf kunt spuiten. De spuitjes worden gestopt zodra het gips is verwijderd.
Mogelijke complicaties
Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er toch nog complicaties optreden.
Weer thuis
Heeft u veel last van zwelling en/of veel pijnklachten, dan kan het helpen als u het geopereerde deel tot de eerste controle goed omhoog houdt. De pijnklachten en/of zwelling kunnen hierdoor verminderen.
Wondverzorging
Als u een spalk (pols) of gips heeft gekregen blijft dit meestal gedurende 6 weken of langer zitten. Een eerste controle vindt altijd plaats na 2 weken De duur van het dragen van de spalk of het gips hangt af van de röntgenfoto’s die bij de controle gemaakt worden en waarop te zien is of de botdelen goed aan elkaar groeien.
Het gipsverband mag niet nat worden. Dit betekent dat u op moet passen met douchen of in bad gaan. Eventuele hulpmiddelen, om te zorgen dat het verband niet nat wordt, kunt u kopen bij uw apotheek of drogist.
Het kan ook mogelijk zijn dat u een drukverband krijgt, deze kunt u 24 uur na de ingreep verwijderen. De pleister mag u 48 uur na de ingreep verwijderen.
Koelen
Het kan prettig zijn het geopereerde gebied te koelen met een ijspakking. Het advies is dan om drie keer per dag ongeveer 15 minuten de ijspakking gewikkeld in een doek op het geopereerde gebied te leggen.
Mobiliseren
Het kan zijn dat u de eerste tijd het geopereerde deel niet mag belasten. Uw arts vertelt u wat u wel en niet mag doen.
Pijnbestrijding
Wij adviseren u de eerste dagen na de operatie 3 maal daags 2 tabletten paracetamol (500mg) in te nemen. Op geleide van uw pijnklachten mag u de pijnstillers afbouwen. Soms heeft u andere pijnstillers nodig, deze krijgt u dan mee vanuit de afdeling.
Als de pijnstilling niet voldoende werkt of als u vragen over het afbouwen hebt kunt u contact met ons opnemen.
Poliklinische afspraak
Ongeveer 2 tot 6 weken na de ingreep komt u bij de orthopedisch chirurg op de polikliniek. De afspraak hiervoor krijgt u bij ontslag uit het ziekenhuis. De wond zal dan gecontroleerd worden. De wond is meestal gehecht met oplosbare hechtingen die niet verwijderd hoeven te worden.
Werk en sport
Het moment waarop u weer kunt werken of sporten is afhankelijk van het soort werk of sport dat u doet. U kunt dit overleggen met uw behandelend specialist tijdens de controle.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.