Ooginjecties

U gaat behandeld worden met ooginjecties. Dit noemen we ook wel intravitreale ooginjecties.

Hoe vaak krijgt u een injectie?

Standaard krijgt u 3 injecties als oplaaddosering ongeveer 4 weken na elkaar. Afhankelijk van uw situatie kan uw oogarts beslissen om meer of minder injecties te geven of in een andere frequentie.

Een behandeling met ooginjecties is meestal een langdurige behandeling, na de eerste reeks injecties volgen vaak nog meerdere reeksen. De arts zal iedere controle met u bespreken wat voor uw situatie de verdere behandelstappen zijn.

Na de eerste reeks injecties komt u op controle. Er wordt dan bekeken of de behandeling aanslaat.

Er zijn dan 3 mogelijkheden:

1. De behandeling heeft goed resultaat maar het bloed/vocht is nog niet helemaal weg (de frequentie van de behandeling blijft gelijk/ we gaan vaker behandelen).
2. Het medicijn slaat niet aan (we stappen waar mogelijk over naar een ander medicijn).
3. Het werkt goed (de frequentie van de injecties kan verminderd worden).

Vervolgens zal de assistente de nieuwe reeks injecties en de volgende controle afspraak inplannen. U krijgt een bevestigingsbrief met de nieuwe data thuis gestuurd, of u krijgt deze brief mee bij de eerst volgende afspraak van de injectie.

Let op!

Als u tijdens de behandeling met ooginjecties andere operaties moet ondergaan, vertel dit dan aan uw arts. Vertel ook andere specialisten waar u onder behandeling bent van uw behandeling met ooginjecties.

Voorbereiding thuis

• U mag normaal eten en drinken.
• U kunt uw dagelijkse medicijnen (inclusief eventuele oogdruppels) normaal gebruiken.

Omdat u na de injectie niet zelf aan het verkeer kunt deelnemen is het verstandig van te voren vervoer en begeleiding naar het ziekenhuis te regelen.

• U mag geen make up, oogcrème en gezichtscrème op uw gezicht doen.

Toediening van de injectie

Toediening van de injectie gebeurt op de operatiekamer van de poli oogheelkunde in Venlo of de Poliklinische operatiekamer in Venray. Op de "druppelkamer” wordt het te behandelen oog gemarkeerd en met druppels verdoofd.

Op de operatiekamer wordt het oog gedesinfecteerd met Betadine oplossing (jodium), tenzij u daar overgevoelig voor bent. In het geval van een aangetoonde jodiumallergie wordt er gebruik gemaakt van Hibicet (zeepoplossing).

Met een ooglidspreider (klemmetje) worden de oogleden opengehouden en wordt door de arts de ooginjectie direct in de oogbol ingespoten, in de ruimte achter de ooglens oftewel de glasvochtruimte.

Er kan milde pijn optreden tijdens de injectie. Meestal is de gehele behandeling pijnloos. Na de injectie mag u naar huis.

U mag na de behandeling niet zelf deelnemen aan het verkeer.

• Door de injectie kan het oog direct rood worden (bloeduitstorting), dit is onschuldig en verdwijnt na ongeveer 1 week.
• De eerste dag na de injectie kunt u iets waziger zien.
• U kunt kleine vlokjes of vlokken in uw beeld zien bewegen. Dit komt regelmatig voor en verdwijnt meestal binnen een paar dagen.
• Het oog zal ongeveer 1 tot 2 dagen geïrriteerd kunnen aanvoelen.

Na de ooginjectie mag u 2 dagen niet in uw oog wrijven.

Infectie?

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee gewerkt wordt, kan een infectie optreden. De volgende kenmerken kunnen wijzen op een infectie:

• pus uit het oog;
• toenemende (heftige) pijn/ irritatie in het oog;
• toenemende roodheid;
• toenemende zwelling van het oog;
• toenemend wazig zien of (plotseling) slechter gaan zien;
• sterke overgevoeligheid voor licht.

Neem bij 1 van deze kenmerken direct contact op met de polikliniek oogheelkunde. Vertel hierbij dat u een ooginjectie heeft gehad.

Na een succesvolle behandeling kan uw oogziekte na verloop van tijd weer actief worden. Dit uit zich meestal door een snel (binnen een paar dagen) optredende verslechtering van de gezichtsscherpte en een toenemende vervorming van het beeld. In dat geval moet u snel contact opnemen met de polikliniek oogheelkunde.

Kunt u niet naar de afspraak komen van uw behandeling? Bel dan zo spoedig mogelijk de polikliniek oogheelkunde. We kunnen dan nog iemand anders inplannen en helpen. 

Indien mogelijk kunnen wij u meteen een nieuwe afspraak aanbieden. Is dit niet mogelijk dan zult u de nieuwe afspraak per mail of post ontvangen.

Maculadegeneratie (MD) vereniging Nederland

Informatie over LMD:
(030) 298 07 07
e-mail: mdvereniging@mcula-degeneratie.nl
website: www.mdvereniging.nl

Bijsluiterlijn voor blinden en slechtzienden.

Via de bijsluiterlijn kunt u een gesproken bijsluiter beluisteren.
0900 0125

Hulpmiddelen voor slechtzienden

Mensen met een eindstadium van leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) kunnen bij lezen en tv-kijken gebruik maken van hulpmiddelen voor slechtzienden, zoals vergrotingsapparaten, telescoopbrillen, grootletterboeken en computers.

Het goed en vakkundig aanpassen van zogenaamde “Low Vision” (slechtziendheid) hulpmiddelen is van groot belang bij mensen met LMD. Daardoor is het mogelijk dat in bepaalde gevallen een patiënt met LMD toch grote letters kan lezen en iets meer van zijn omgeving kan waarnemen. Speciaal opgeleide “Low Vision” specialisten zijn daarbij onontbeerlijk.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: