Combinatie afspraak Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)

Onderzoek(en) en afspraak met neuroloog

Inleiding

U bent door uw (huis)arts doorverwezen naar de poli Neurologie, omdat uw klachten kunnen komen door het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS). U heeft van uw arts al informatie ontvangen over de klachten, oorzaak en behandeling van het Carpaal Tunnel Syndroom.

Om vast te stellen of u inderdaad last heeft van het Carpaal Tunnel Syndroom zijn er één of twee onderzoeken nodig door de afdeling KNF (Klinische NeuroFysiologie). Aansluitend aan deze onderzoeken heeft u een gesprek met de neuroloog. De neuroloog voert nog een lichamelijk onderzoek uit en bespreekt de resultaten met u.

Carpaal Tunnel syndroom

Wat is het Carpaal Tunnel Syndroom?

Het Carpaal Tunnel Syndroom is een beknelling van de middelste zenuw (nervus medianus) in de pols. Deze zenuw loopt vanaf de onderarm naar de hand, waarbij het in de pols onder een soort tunnel doorgaat. Deze tunnel wordt gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad (de dwarse polsband) aan de handpalm-zijde van de pols. De beknelling van de zenuw kan optreden wanneer door zwelling van het weefsel in of rond de tunnel de druk in de tunnel toeneemt. De gevoelstakjes van deze zenuw lopen naar de duim, wijsvinger, middelvinger en één zijde van de ringvinger.

Klachten

Deze zenuwbeknelling kan voor verschillende klachten zorgen. Zo kunt u last hebben van:

  • Een prikkelend en pijnlijk gevoel of tintelingen in de vingers en in de hand;
  • Een doof gevoel in de handpalm en in de vingers;
  • Een gevoel alsof de hand gezwollen is;
  • Een uitstralende pijn naar de onderarm, de elleboog en de schouder;
  • Krachtverlies in de hand, waardoor u zomaar dingen kunt laten vallen.

Vaak komen deze klachten in nacht voor en zorgen ze ervoor dat u wakker wordt. Meestal komen de klachten aan één hand voor. Ze kunnen echter ook aan beide handen ontstaan. De klachten komen zowel bij vrouwen als bij mannen voor. De klachten bij vrouwen komen vaak voor tijdens een zwangerschap of aan het begin van de overgang.

Beknelling van de zenuw bij de carpale tunnel.

Voorbereiding

Graag voor de onderzoeken géén crème of lotion op de handen doen. Op het afgesproken tijdstip meldt u zich op de afdeling Klinische Neurofysiologie (KNF).

Heeft u een pacemaker of ICD?

Als u een pacemaker of ICD (een implanteerbare cardioverter defibrilator) heeft, zal een laborant van de hartfunctieafdeling aanwezig moeten zijn tijdens het onderzoek. Controleer zelf op www.mijnviecuri.nl of er voor u ook een afspraak staat bij de hartfunctie, op hetzelfde moment als de CTS-afspraakcombi. Mocht dit niet het geval zijn, neem dan zo snel mogelijk contact op met de afdeling KNF.

Meenemen naar het ziekenhuis

Neem altijd een geldig identiteitsbewijs mee bij uw komst naar het ziekenhuis.

De onderzoeken

Zenuwecho-onderzoek

Met een echoapparaat en koude gel brengt een KNF-laborant de zenuw bij de pols in beeld om te kijken of er afwijkingen te zien zijn. Bij een echo wordt er gebruik gemaakt van geluidsgolven. Deze geluidsgolven zijn voor het menselijk oor niet hoorbaar. Tijdens het onderzoek zit u aan de onderzoekstafel. Het onderzoek is pijnloos.

Het kan voorkomen dat er aanvullend, of in plaats van de zenuwecho, een zenuwgeleidingsonderzoek (EMG) wordt uitgevoerd. 

Het zenuwecho-onderzoek wordt alleen uitgevoerd op locatie Venlo.

EMG-onderzoek

Afhankelijk van de huidtemperatuur van uw hand(en), worden voorafgaand aan het onderzoek uw hand(en) opgewarmd. Hiervoor komt u met uw hand(en) in een warmwaterbad (± 38 °C) te zitten.

 

Het zenuwgeleidingsonderzoek (EMG-onderzoek) meet hoe snel elektrische prikkels over de zenuwen heen gaan. Hierdoor kan worden gemeten of er een beknelling is van de zenuw in de pols. Er worden hiervoor plakkers en ringetjes aangebracht op uw hand en vingers. De elektrische prikkels kunnen als vervelend ervaren worden.

Mogelijke complicaties/bijwerkingen

Voor zover bekend heeft dit onderzoek geen bijwerkingen.

Duur van de onderzoeken

Het zenuwecho-onderzoek duurt ongeveer 10 minuten. Het EMG-onderzoek duurt ongeveer 15-20 minuten. Aansluitend heeft u een gesprek met de neuroloog. Hiervoor zijn 25 minuten ingepland. Tussen het onderzoek en uw gesprek met de neuroloog kan enige wachttijd zitten.

Afspraak met de neuroloog

Na het onderzoek verwijst de KNF-laborant u door naar de neuroloog. Deze doet een lichamelijk onderzoek.

Het resultaat van alle onderzoeken bespreekt hij/zij met u.

Daarna bespreekt u met de neuroloog de eventuele behandeling.

Deze kan bestaan uit:

  • nachtspalk
  • spuit met Depo-Medrol + lidocaïne
  • operatie

Afhankelijk van de behandeling worden verdere afspraken gemaakt. U kunt in het schema van de website www.consultkaart.nl de diverse mogelijkheden bekijken.

Behandel-

mogelijk-

heden

Afwachten

Een spalk om uw pols

Hoe werkt de behandeling

  • U kunt activiteiten die uw klachten erger maken proberen te vermijden.
  • Soms kan het helpen als uw werkplek wordt aangepast.
  • U kunt een fysiotherapeut om thuisoefeningen vragen. Er is beperkt bewijs dat dit helpt.

U draagt ’s nachts en eventueel tijdens activiteiten die uw klachten uitlokken een spalk om uw pols. Overdag kunt u uw hand gewoon gebruiken.

Wanneer is deze behandeling iets voor mij?

Als u minder dan zes weken klachten heeft en/of u er niet te veel last van heeft.

  • Als u minder dan zes maanden klachten heeft en/of u er niet te veel last van heeft.
  • Als u vooral ’s nachts klachten heeft.

Welk effect kan ik van de behandeling verwachten?

Bij 20 tot 50 van de 100 patiënten (20-50%) worden de klachten vanzelf minder.

  • Bij 30 tot 50 van de 100 patiënten (30-50%) worden de klachten minder.
  • Op korte termijn kan een spalk iets beter werken dan afwachten.
  • Bij sommige patiënten komen de klachten na zes weken weer terug.

Wat is de kans dat mijn klachten terugkomen?

Er is een grote kans dat uw klachten terugkomen of blijven.

Er is een grote kans dat uw klachten terugkomen.

Wat zijn de risico’s en mogelijke bijwerkingen van de behandeling?

  • Er zijn geen risico’s of bijwerkingen.
  • Als uw klachten een lange tijd blijven bestaan is er wel kans op blijvende zenuwschade.
  • Er zijn geen risico’s of bijwerkingen.
  • Een spalk dragen kan onhandig zijn en kan leiden tot irritatie van de huid.

Een injectie in uw pols

Een operatie

  • U krijgt een injectie bij uw pols. Gaat u hiervoor naar uw huisarts of specialist.
  • Na de injectie kunt u uw hand gewoon gebruiken.
  • Een chirurg heft de beknelling op met een operatie. U krijgt daarbij meestal een plaatselijke verdoving.
  • Na de operatie duurt het een paar weken voordat u uw hand weer normaal kunt gebruiken.
  • Als u niet te veel last heeft van uw klachten.
  • Als u veel last heeft van uw klachten, maar geen operatie wilt.
  • Als u veel last heeft van uw klachten en/of door uw klachten niet goed kunt functioneren.
  • Ook als u minder last heeft van uw klachten kunt u geopereerd worden.
  • Bij ernstig spierverlies kan een operatie minder goed helpen tegen de klachten.
  • Bij ongeveer 50 van de 100 (50%) patiënten worden de klachten minder op de korte termijn (tot drie maanden na de behandeling).
  • Op korte termijn kan een injectie beter werken dan afwachten of een spalk.
  • Na 3 maanden zijn de klachten bij 70 tot 80 van de 100 patiënten (70-80%) blijvend verbeterd.
  • Na 6 maanden zijn de klachten bij 75 tot 90 van de 100 patiënten (75-90%) blijvend verbeterd.
  • De tintelingen kunnen al snel na de operatie minder zijn.

Er is een grote kans dat uw klachten terugkomen na enkele maanden.

In overleg kunt u een tweede injectie krijgen. Meer dan twee injecties wordt niet aangeraden.

Bij ongeveer 5 van de 100 (5%) patiënten komen de klachten later weer terug. Als uw klachten terugkomen, kan de chirurg u opnieuw opereren.

  • De injectie kan pijnlijk zijn.
  • Er is een kleine kans dat in de eerste 2 dagen de klachten kunnen toenemen.
  • Er is een zeer kleine kans dat u een infectie krijgt of een bloeding.
  • Er is een zeer kleine kans dat een zenuw of pees wordt beschadigd en dat u uw hand niet meer goed kunt gebruiken.
  • Er is een kleine kans dat u een infectie krijgt of een bloeding.
  • Er is een kleine kans dat een zenuw of pees wordt beschadigd en dat u uw hand niet meer goed kunt gebruiken.
  • U kunt tot 6 maanden na de operatie nog pijn hebben aan de binnenzijde van uw pols.
  • Het operatielitteken kan enkele maanden gevoelig blijven.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven