Individuele ontwikkelingsgerichte zorg

Inleiding

Je hebt er lang naar uitgekeken, maar dan wordt onverwacht je kind te vroeg of ziek geboren. Dit is heel anders dan je had gehoopt en het is zowel voor jou als jouw kind een ingrijpende gebeurtenis.

 

In de baarmoeder brengt je kind het grootste deel van de tijd slapend door. Het is er donker, de geluiden zijn gedempt en je kind is omgeven door warm vruchtwater. De behoefte aan warmte, voeding, zuurstof en dag- en nachtritme wordt door de moeder verzorgd. Je kind ligt in een gebogen houding en wordt begrensd door de baarmoeder. Je kind heeft geen last van de zwaartekracht en kan bewegen zoals het wil. Je kind hoort steeds de stem van de ouders en allemaal vertrouwde omgevingsgeluiden.

 

Als je kind wordt geboren, verandert deze situatie compleet. Zeker als je kindje extra zorg en bewaking nodig heeft. Je kind wordt dan opgenomen op de afdeling couveusesuites. Je kind komt in een geheel andere situatie en omgeving terecht met allerlei activiteiten, aanrakingen, veel licht en geluid. Om aan deze nieuwe situatie te wennen en aan te passen heeft je kind extra ondersteuning nodig.

 

Daarom bieden wij je kind ‘individuele ontwikkelingsgerichte zorg’ verder ontwikkelingsgerichte zorg genoemd. Deze zorg houdt in dat de omgeving en activiteiten zoveel mogelijk worden aangepast aan wat je kind aan kan.

Zo proberen we een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van je kind en aan de binding tussen jou en je kind. Verder willen wij je helpen om je meteen vanaf het begin ouder te kunnen voelen, ook in het ziekenhuis. Wij helpen je bij het leren begrijpen, steunen en verzorgen van je kind.

Ontwikkelingsgerichte zorg op de afdeling Neonatologie

Het doel van ontwikkelingsgerichte zorg is om de stress bij je kind te verminderen, de ontwikkeling te stimuleren en de band tussen ouder en kind te bevorderen. Wanneer het gedrag van je kind en de prikkels die het van buitenaf krijgt goed op elkaar zijn afgestemd, zal de ontwikkeling voorspoedig verlopen.

Dit heeft de volgende positieve resultaten:

  • Bevorderd de hersenontwikkeling, de hersenen hebben een betere structuur en functioneren beter.
  • Betere groei.
  • De opname duurt minder lang.

Bij ontwikkelingsgerichte zorg zijn er verschillende aandachtsgebieden waar we naar kijken, zoals:

  • Gedrag van je kind; bijvoorbeeld de houding en bewegingen, de alertheid en hoe je kind reageert op prikkels, aanrakingen en contact.
  • Omgeving; de inrichting van de couveusesuite, het licht en geluid wordt aangepast aan de behoefte van je kind.

Bij ieder aandachtsgebied kijken we of de zorg goed is afgestemd op je kind.

Houding

Na de geboorte heeft je kind nog steeds de behoefte aan de warme en vertrouwde baarmoeder. Om de ontwikkeling te bevorderen is het belangrijk om de omgeving van de baarmoeder na te bootsen.

Je kind komt misschien in een couveuse, dit is afhankelijk van de zwangerschapsduur, het gewicht en/of kliniek. In de couveuse wordt warmte en bevochtiging gegeven. Je kind ligt in een gebogen houding waarbij armen en benen ondersteund worden. Dit kan zowel in rug- buik- als zijligging worden toegepast. Je kindje wordt waar nodig ondersteund door begrenzing te geven zoals dat ook in de baarmoeder gebeurde. We maken hierbij gebruik van ‘nestjes’ waarin je kind die geborgenheid en begrenzing voelt. Ligt je kind in een 'nestje', dan wordt het bewaakt via een monitor.

Daarnaast vinden baby’s het fijn om toegedekt te worden met een lakentje/dekentje.

Gedrag

Na de geboorte zijn jullie als ouders de meest vertrouwde personen in het leven van een kind. Ouders begrijpen hun kind vaak het beste. Ze zien snel wat hun kind prettig vindt. Ouders zijn in het gedrag van hun kind de belangrijkste schakel.


Artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners (zoals bijvoorbeeld fysiotherapeuten) kijken ook naar het gedrag van je kind om te beoordelen of je kind zich comfortabel voelt.

 

Vertel tegen de verpleegkundige die voor je kind zorgt wat je ziet bij je kind. Jij kent als ouder je kind het beste. Hierbij kunnen gedachten uitgewisseld worden. Zo kun je helpen op momenten dat je kindje zich minder comfortabel voelt. Je kind laat door middel van gedrag en gelaatsuitdrukkingen zien hoe het zich voelt.

Een kind laat verschillende signalen zien als het zich comfortabel voelt. Zoals:

  • een mooie roze kleur;
  • een rustige ademhaling;
  • rustige en lange periodes van slaap;
  • het liggen in een rustige, gebogen houding met gebogen beentjes en
    ontspannen armpjes tegen het lichaam;
  • handjes en voetjes hebben een steunpunt, zoals handje tegen wang, handje bij de mond.
  • rustig reageren op omgevingsgeluid;
  • bij het wakker worden rustig de ogen openen en toenemend alert zijn.

Je kind laat zien open te staat voor contact door; wakker te zijn, rustig en in een gebogen houding te liggen en een ontspannen gezicht te hebben. Hierbij is ook de ademhaling rustig en heeft je kind een mooie roze kleur. Verder kan je kind oogcontact zoeken. Dit zijn goede momenten om tegen je baby te praten en contact te maken.

Stresssignalen

Je kind kan ook laten zien dat het zich niet comfortabel voelt door het uiten van de volgende zogenaamde stresssignalen:

  • Geen mooie roze kleur, maar bijvoorbeeld witte kleur rondom het neusje of een gemarmerde huid.
  • Onregelmatige ademhaling met meer adempauzes of juist een versnelde ademhaling.
  • Onrustig zijn.
  • Afwenden.
  • Het teruggeven van voeding, hikken.
  • Niet reageren op hulp of contact.
  • Het strekken van armen en/of benen.
  • Spreiden van vingers en tenen.
  • Schrikbewegingen, zoals armen en/of benen in de lucht zwaaien.
  • Hand omhoog steken als een soort stopteken.

Wat te doen bij stresssignalen?

Wanneer je kind stresssignalen laat zien kun je comfort gegeven door je kind tegen je aan te houden of in te bakeren. Leg je hand op het hoofdje en lijfje of geef eventueel een fopspeen bij zuigbehoefte.

 

Soms is belangrijk dat er rustmomenten worden genomen tijdens de verzorging als je kind door stresssignalen aangeeft dat het teveel is. Ook bij het wegen kun je comfort geven door begrenzing. Maak een nestje op de weegschaal en weeg je kind in een doek. Welke ondersteuning je kind nodig heeft kun je samen met de verpleegkundige observeren en bespreken.

Omgeving prikkels

Licht en geluid kunnen in deze ontwikkelingsfase van je kind, een negatieve invloed hebben. Fel licht heeft invloed op de ogen omdat de huid van de oogleden nog heel dun is. Daarnaast functioneert de pupil nog niet automatisch bij te vroeg geboren kinderen. Te veel fel licht heeft een negatieve invloed op het bioritme en slaap-waakritme van je kindje. Het kan dan moeilijk een balans vinden tussen wakker zijn en slapen. Let daarom op omgevingsgeluiden, praat rustig en zachtjes tegen je kind. Vermijd drukte in de omgeving. Geluid wordt in de couveuse nog eens extra versterkt. Let op dat je de deurtjes rustig sluit en niets bovenop de couveuse legt. Je kindje kan al deze en andere extra prikkels nog moeilijk verwerken.

Maatregelen tegen prikkels omgeving

Er zijn een aantal maatregelen die wij als afdeling en jullie als ouders samen kunnen nemen om extra prikkels zoveel mogelijk te voorkomen.

Licht

  • De couveuse afdekken met een deken.
  • Je kindje niet te veel blootstellen aan licht door ook bij verzorging en het geven van voeding een gordijn voor het licht te hangen of het licht te dempen.
  • De ogen bedekken met een doek als er veel licht nodig is, bijvoorbeeld bij medische handelingen zoals bloedprikken.
  • De ogen beschermen door een stoffen brilletje te gebruiken (dit gebeurt alleen wanneer uw kindje geel ziet en fototherapie krijgt).

Geluid

  • Het geluid van je eigen telefoon uitzetten.
  • Op gedempte toon praten tegen je kind en in de omgeving van je kind.
  • De couveusedeurtjes zachtjes sluiten.
  • Geen spullen op de couveuse plaatsen.
  • Let op te veel/hard geluid als je bezoek ontvangt.

Ontwikkelingsgerichte zorg tijdens de verzorging

Tijdens de verzorging van je kind is het belangrijk rekening te houden met de begrenzing van je kind. De verzorging levert hierdoor minder stress op en draagt bij aan een betere ontwikkeling van je kind. Wanneer je kind tijdens de verzorging stress signalen afgeeft zoals huilen, fronzen, grijpende bewegingen met de handen of strekkende beweging met de langzame of snelle hartslag is het van belang om rustmomenten in te bouwen. Er wordt indien mogelijk een pauze gegeven tijdens de handeling, maar het contact met je kindje blijft belangrijk.

 

Afhankelijk van wat je kind aangeeft ga je ondersteuning aanbieden. Je kunt bijvoorbeeld een hand op je kind laten liggen en een hand bij het hoofd leggen, rustig praten totdat je kind hersteld is. Je kind is hersteld als het comfortabel en rustig ligt, een goede kleur heeft en een regelmatige hartslag en ademhaling laat zien.

Bij de verzorging is het fijn om met twee personen samen te werken. Een persoon kan het kindje ondersteuning bieden tijdens de verzorging terwijl de ander de luier verwisselt. Als dit niet mogelijk is zijn er allerlei hulpmiddelen en/of handelingen, zoals hierna beschreven, die kunnen helpen om stress te verminderen en je kind positieve ervaringen op te laten doen.

Het verwisselen van de luier

Zorg dat alle spullen binnen handbereik klaarleggen. Maak contact met je kind voordat je aan de verzorging begint en vertel wat je gaat doen.

 

Als je kind in een zijligging of rugligging verzorgd wordt kan één persoon je kind in deze houding ondersteunen en de ander persoon de luier verwisselen. Als je alleen bent kun je begrenzing geven met een omslagdoek en een stoffen luier als een soort band over je kindje te leggen. Ook kun je het rompertje naar boven omslaan om armpjes hierin samen te brengen. Zorg hierbij dat je kindje met de voetjes tegen jouw buik kan steunen.

 

Laat je kind stresssignalen zien, neem dan een time-out en pas het tempo zo nodig aan. Blijf contact met je kind houden. Je kunt eventueel hulpmiddelen gebruiken om te troosten zoals een fopspeen, begrenzing met je handen of met het inktvisje die je op de afdeling hebt gekregen.

In badje doen

Zorg voor een rustige omgeving qua geluid en licht. Let erop dat er geen direct licht op het gezicht van je kind schijnt. Zorg voor lekkere warme handen en leg de baby indien nodig in zijligging. Voor extra begrenzing kun je je kind in een hydrofiele luier wikkelen, waarbij het hoofd vrij blijft. Met deze luier om kun je je kind rustig in het warme water laten zakken waarbij je kind begrenzing voelt door de doek. Maak het badje niet te vol zodat je kind met de billen de bodem kan voelen en dus ook daar steun heeft. Zorg ervoor dat je kind met de romp geheel onder water ligt, dit is belangrijk voor het comfort en om afkoeling te voorkomen. De oortjes van je kind mogen gerust onder water komen, dit zijn ze in de baarmoeder niet anders gewend.

 

Kijk naar wat je kind aangeeft en speel hierop in. Bij zuigbehoefte kun je het speentje aanbieden of je eigen vinger geven om op te zuigen. Blijf tijdens het badderen steeds contact houden met je kind. Dat geeft veiligheid en comfort.

Voeden

Bij het voeden is het belangrijk je kindje zoveel mogelijk actief te betrekken. Dit kan op verschillende manieren.

Bij sondevoeding

Als je kind nog niet voldoende kracht heeft of door andere omstandigheden niet zelf kan drinken, krijgt het sondevoeding. Je kind krijgt dan de voeding door een slangetje dat via de neus (of mond) naar de maag loopt. Je kind kan wel zuigbehoefte hebben en mag dan ook gerust op een speentje zuigen. Op deze manier krijgt je kind ook de sensatie van een volle maag in relatie tot het zuigen.

Als je kind laat zien dat het aan meer toe is, starten we met drinken aan de borst of fles.

Bij borstvoeding

Wanneer je borstvoeding wilt geven kun je je kind laten ‘snuffelen’ aan de borst. Je kind hoeft nog niet echt te kunnen drinken maar dit bevordert wel de hechting tussen jou en je kind. Je kindje hoort je stem en kan daarop reageren. Het toeschietreflex wordt bevorderd en je kind kan de druppeltjes melk al proeven.

Tijdens de voeding

Tijdens de voeding wordt gekeken naar de reactie van je kind op de voeding. Zo wordt gelet op signalen als happen, zuigen/slikken, zuigritme, verslikken of spugen waarbij de voeding even teveel kan zijn voor je kind. Indien nodig wordt er een pauze genomen.

De verpleegkundige zal jullie begeleiden bij het geven van zowel borst- sonde- als flesvoeding. Er is ook een lactatiekundige (gediplomeerd deskundige op het gebied van borstvoeding) op de afdeling die advies kan geven bij borstvoeding en kolven.

Tijdens het geven van de voeding is het belangrijk om aan het volgende te denken:

  • Bied je kind voor het geven van de sondevoeding een speentje.
  • Bevorder positieve mondprikkels; zorg ervoor dat je kind de handjes naar de mond kan brengen zodat het erop kan zuigen of geef een speentje.
  • Wanneer het tijd is voor de volgende voeding en je kind ligt te slapen, kun je (wanneer het verantwoord is) wachten omdat rust voor je kindje belangrijker kan zijn. Krijgt je kind sondevoeding dan kan deze gewoon al slapend gegeven worden.
  • Bij het geven van voeding, laat je je kindje de voeding ruiken, voelen en proeven door bijvoorbeeld een druppel voeding op de fopspeen te doen.

Voor verdere informatie over borstvoeding verwijzen wij je naar de folders Borstvoeding en Het Kolfdagboekje.

Ouderparticipatie

Op de afdeling ben jij als ouder de belangrijkste schakel in de zorg voor je kind. Je wordt zoveel mogelijk betrokken in de zorg en als het mogelijk is mag je zoveel mogelijk zelf doen. Verder leren we je het gedrag van je kind te benoemen en kunnen we je positieve feedback geven waardoor je vertrouwen krijgt in je eigen handelen.

 

We zullen er voor je zijn wanneer je kind vervelende handelingen moet doorstaan en zullen altijd duidelijke uitleg geven over handelingen bij je kind.

 

Wij adviseren om een geurdoekje bij je te dragen dat we bij je kind kunnen leggen zodat het troost kan vinden in de bekende geur van de ouders. Het belangrijkste is om veel aanwezig te zijn bij je kind. Dit bevordert het hechtingsproces en heeft een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van je kind.

Buidelen

We stimuleren ouders om te kangoeroën ook wel buidelen genoemd. Hierbij ligt je kind bloot, met alleen een luier aan, tegen de blote borst van de ouder. Buidelen is een manier om contact te maken met je kind die de hechting bevorderd.

 

Huidcontact tussen ouder en kind is erg belangrijk. Te vroeg geboren baby’s hebben weinig onderhuids vetweefsel en kunnen zich moeilijk warm houden. Door de warmte van jou als ouder blijft je kind goed op temperatuur. Het is prettig als je minimaal één uur buidelt om je kind rustig te laten wennen aan deze houding en het hierdoor rust ervaart. Een slaapcyclus van je kind is ongeveer één uur.

 

Andere voordelen van buidelen zijn; dat je kindje al vroeg naar geluiden leert luisteren, stemmen en geuren herkent en dat het de ademhaling van je kind gunstig beïnvloed. Omdat couveusekinderen erg vatbaar zijn voor infecties, is hygiëne wel erg belangrijk. Neem daarom dagelijks een douche. Te vroeg geboren kinderen zijn erg gevoelig voor indringende geuren zoals parfum, sterk ruikende zeep of sigarettenlucht. Vermijd dus deze geuren wanneer je naar de afdeling komt.

Pijn

Het kan zijn dat je kind signalen van pijn laat zien. Wanneer je bij je kind in de buurt bent, leer je kritisch te kijken naar je kind. Stap voor stap leer je zo signalen van pijn herkennen. Je kunt inspelen op de behoeften die je kind op dat moment heeft. Om de pijn bij je kind zoveel mogelijk te verminderen en/of te voorkomen kun je gebruik maken van de volgende tips.

  • Gebruik hulpmiddelen die comfort bieden, zoals het zuigen op een fopspeen/inbakeren.
  • Bouw zo nodig rustmomenten in voor je kind, zo kan het zichzelf herstellen.
  • Baken de omgeving af door middel van het bieden van begrenzing. Dit helpt bij het herstellen van stress.
  • Doe een pijnlijke/vervelende handeling altijd met zijn tweeën. De een kan de handeling doen en de ander kan troost en comfort bieden.
  • Pijnstilling voor je kindje is mogelijk. De hoeveelheid pijnmedicatie wordt door de arts bepaald.
  • Eventueel kan er sacharose toegediend worden. Sacharose is een zoetstof die de pijnprikkel bij een kind vermindert
  • Troost je kind; voor, tijdens en na een vervelende handeling.

Als jullie als ouders er niet zijn, neemt een verpleegkundige deze rol natuurlijk over!

Tot slot

Op de afdeling Neonatologie krijgt je kind 24 uur per dag de zorg die het nodig heeft. Dit doen we samen met de ouders. De zorg zullen we telkens met jullie bespreken en afstemmen. Zo proberen we de opname zo comfortabel mogelijk te maken voor jullie en je kind.

Samen

Samen zijn we sterk.
Samen met jullie willen wij de opname zo comfortabel mogelijk maken.
Samen zullen we de zorg afstemmen voor jullie kindje.
Samen streven wij ernaar dat we familiegerichte zorg geven.
Samen bespreken we wensen die jullie belangrijk vinden tijdens de opname.
Samen zijn jullie een uniek gezin!

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven