Mictiecystogram voor kinderen tot 12 jaar

Uw arts heeft in overleg met u en uw kind besloten dat een mictiecystogram noodzakelijk is. Voor uw kind is daarvoor een afspraak gemaakt op de afdeling Radiologie locatie Venlo. De voorbereiding is op de afdeling Kindergeneeskunde. Ook hiervoor wordt een afspraak gemaakt.

De arts heeft u en uw kind al de nodige informatie gegeven. Hier kunt u alle informatie nog eens rustig nalezen.

Een mictiecystogram is een röntgenonderzoek om de toevoer en afvoer van urine in de blaas te controleren. Met behulp van een mictiecystogram is het mogelijk te bekijken of er urine terugstroomt van de blaas naar de nieren (reflux).

Het is prettig als u uw kind vertelt (op begripsniveau van uw kind, afhankelijk van de leeftijd) hoe het onderzoek verloopt:

• Op de kinderafdeling wordt een dun slangetje (katheter) ingebracht in de plasbuis. Dit is geen prettig gevoel. Om dit onprettige gevoel te verminderen, gebruikt de arts een verdovend glijmiddel. Ook kan dit een gevoel van aandrang geven. Het is belangrijk uw kind uit te leggen dat wanneer het ontspannen blijft liggen het inbrengen gemakkelijker gaat. De katheter blijft zitten tot na het onderzoek en wordt door de röntgenlaborante verwijderd.
• Door de katheter wordt een vloeistof ingespoten. Dit kan een vol gevoel geven.
• Het röntgenapparaat komt boven de buik van uw kind te hangen. Tijdens het maken van de foto’s moet uw kind stil blijven liggen.
• Het uitplassen op de tafel is belangrijk, maar als dit niet direct lukt, is dat geen probleem.
• Tijdens het onderzoek mag een van de ouders of verzorgers bij het kind aanwezig zijn.

Voor dit onderzoek is geen speciale voorbereiding nodig. Uw kind kan normaal eten en drinken.

Om koude voetjes te voorkomen kunt u sokjes meenemen die uw kind tijdens het onderzoek kan dragen. Ook kunt u een speentje, een speeltje of een boekje en een eigen drinkbeker meenemen voor uw kind om de tijd tussen het maken van de foto’s op te vullen.

U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling Kindergeneeskunde. Op de afdeling brengt de kinderarts via de plasbuis een katheter in. Als het nodig is  wordt er na/tijdens het inbrengen van de katheter urine opgevangen voor verder onderzoek. De katheter blijft zitten tot na het röntgenonderzoek.

De verpleegkundige of medisch pedagogisch zorgverlener van afdeling Kindergeneeskunde brengt u en uw kind voor het onderzoek naar de afdeling Radiologie.

Tijdens het onderzoek ligt uw kind op een röntgentafel met de benen iets gespreid. Via de katheter loopt verwarmde contrastvloeistof in de blaas. Als genoeg vloeistof is ingelopen worden röntgenfoto’s gemaakt. Als uw kind zindelijk is moet uw kind proberen de vloeistof zo lang mogelijk in de blaas te houden. Om de plasbuis zichtbaar te maken worden foto’s gemaakt terwijl uw kind op de tafel de contrastvloeistof uitplast. Bij jongens wordt de urine opgevangen in een bekkentje, bij meisjes in een dikke laag celstof(een soort luier).

Uw steun tijdens het onderzoek

U kunt uw kind tijdens het onderzoek steunen door zelf zo rustig mogelijk te blijven. Uw kalmte maakt uw kind rustiger. Richt uw volledige aandacht op uw kind tijdens het onderzoek. Ook kunt u uw kind tijdens het onderzoek nog eens uitleggen wat er gaat gebeuren. Als er vragen zijn bij u of uw kind stel deze dan gerust.

Het onderzoek op afdeling Radiologie duurt ongeveer 30 minuten. De opname in het geheel (voorbereiding op de afdeling Kindergeneeskunde en het onderzoek samen) duurt een dagdeel.

Door het inbrengen van de katheter kan de plasbuis en/of de blaas enkele uren gevoelig blijven. Soms is er een branderig gevoel, meer aandrang of moet uw kind vaker plassen. Deze klachten verdwijnen vanzelf. Zo lang de klachten bestaan kunt u uw kind het beste wat meer dan normaal te drinken geven. De contrastvloeistof wordt dan sneller uitgeplast.

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het onderzoek plaatsvindt, kunnen bijwerkingen optreden zoals:

Eventuele klachten kunnen zijn:

- Jeuk

- Roodheid

- Rode vlekken op de huid

De röntgenfoto’s worden bekeken door de radioloog. Deze geeft de uitslag door aan uw behandelend kinderarts. U krijgt de uitslag van uw behandelend kinderarts.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: