Mammografie

U heeft een afspraak voor het maken van een mammografie. Dit is een röntgenonderzoek waarbij het weefsel van beide borsten zichtbaar wordt gemaakt. Hieronder kunt u lezen hoe dit onderzoek gaat.

• Gebruik voor het onderzoek geen bodylotion, crème, zinkzalf of talkpoeder. U mag wel deodorant gebruiken.
• Ook als u een prothese in de borst hebt, kan een mammografie worden gemaakt. Geef dit vóór het onderzoek aan de laborant door.
• Wanneer u de ervaring heeft dat de mammografie bij u pijnlijk is, kunt u ongeveer één uur voor het onderzoek twee tabletten paracetamol van 500mg innemen.
• Als u vaak pijn in de borsten hebt, is het beste tijdstip om het onderzoek te doen in de eerste week na de menstruatie.
• Bent u zwanger of vermoedt u dit? Neem dan contact op met de afdeling Radiologie voor overleg.
• Geeft u borstvoeding? Meld dit van tevoren aan de laborant.

Medicijnen

Over het algemeen kunt u uw medicijnen op de gebruikelijke manier en tijd innemen. Kan dat niet, dan hoort u dit van tevoren van uw behandelend arts.

Eten en drinken

U mag gewoon eten en drinken voor een mammografie.

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de afdeling Radiologie. De baliemedewerker verwijst u door naar de wachtruimte van de mammografiekamer. De laborant roept u naar binnen en zal u vragen om u van boven uit te kleden. De laborant maakt opnamen van de linker- en rechterborst om beide borsten met elkaar te kunnen vergelijken.

De borst wordt hiervoor op het apparaat gelegd. Bij de positionering van de borst is het belangrijk dat u zich ontspant. Hierdoor kan de laborant zoveel mogelijk borstweefsel afbeelden. Om goede foto’s te maken, is het nodig dat de borst wordt samengedrukt tussen twee platen. Dit samendrukken kan vervelend zijn.

Bij vrouwen worden per borst twee opnamen gemaakt: één van boven en één van opzij. Er worden dus in totaal vier opnamen gemaakt. Bij mannen wordt per borst één opname gemaakt, alleen van opzij.

De radioloog bekijkt de foto’s en beslist of er verder onderzoek nodig is. Er kunnen nog aanvullende foto’s worden gemaakt of er kan een echografie worden gedaan.

Foto's met contrast

Voor of tijdens het onderzoek kan de radioloog besluiten dat er (aanvullende) foto's gemaakt moeten worden met contrastvloeistof. In dat geval wordt er een tijdelijk infuus ingebracht in de arm. Via dit infuus krijgt u een contrastvloeistof toegediend. Direct nadat we de contrastvloeistof hebben toegediend, maken we de foto's. Verderop leest u meer over contrastvloeistof.

Duur van het onderzoek

Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.

Als u contrastvloeistof krijgt toegediend, dan wordt in uw arm een infuusnaald geprikt. Tijdens de injectie van de contrastvloeistof kunt u in het hele lichaam een warm gevoel krijgen. Dit gevoel begint in de keel. Als het warmtegevoel rond de blaas komt, voelt het soms alsof u plast. Dit voelt zo, maar dat is niet echt. Het warmegevoel neemt meestal na 1 of 2 minuten weer af.

Bent u overgevoelig voor jodiumhoudende contrastvloeistof? Geeft dit dan door aan uw behandelend arts en aan de afdeling Medische Beeldvorming. Er worden dan de juiste voorbereidingen getroffen.

Na afloop van het onderzoek hoeft u geen bijzondere maatregelen te nemen, tenzij anders met u wordt afgesproken. Heeft u contrastvloeistof toegediend gekregen? Dan wordt de infuusnaald verwijderd. Als u contrastvloeistof hebt gehad is het goed om extra te drinken na afloop van het onderzoek. Ons advies is 2 liter water in de 24 uur na het onderzoek. Hierdoor kan het contrastmiddel uw lichaam sneller via uw urine verlaten. 

De radioloog beoordeelt de beelden en maakt een verslag voor de arts die het onderzoek heeft aangevraagd:

• Als uw huisarts het onderzoek heeft aangevraagd, ontvangt uw huisarts de uitslag.
• Als uw chirurg het onderzoek heeft aangevraagd, ontvangt u via de chirurg de uitslag. Als u hiervoor nog geen afspraak hebt gekregen, kunt u die maken bij de mammapoli.

Een mammografie is een momentopname. De uitslag geeft geen volledige zekerheid. Het is daarom verstandig te blijven letten op veranderingen aan uw borst(en). Deze informatie is bedoeld als aanvulling op de mondelinge informatie die u van uw arts kreeg. 

U krijgt tijdens uw onderzoek in het ziekenhuis mogelijk contrastvloeistof in uw bloedvat gespoten. Deze vloeistof gaat uw lichaam ook weer uit als u plast. We willen voorkomen dat de contrastvloeistof in het rioolwater terecht komt, want het is moeilijk om dit weer uit het rioolwater te zuiveren. Daarom vragen we aan u om de eerste vier keer, na de CT-scan, te plassen in de plaszak in plaats van in de toiletpot. Zo komt uw plas met de contrastvloeistof niet in het rioolwater terecht. De vier plaszakken krijgt u van de laborant na uw onderzoek.

Hoe gebruikt u de plaszak?

De eerste vier keer dat u moet plassen (na de ct-scan), neemt u de plaszak mee naar het toilet. Daar plast u in de plaszak in plaats van in de toiletpot. Daarna kan de plaszak gewoon bij het restafval in de afvalbak. Gooi de plaszak dus niet in de toiletpot.

Misschien lijkt het ongemakkelijk, maar plassen in de plaszak kost net zoveel tijd én is net zo schoon als plassen in de toiletpot. Want in de plaszak zitten heel kleine korrels die van uw plas een soort gel maken. Het wordt dus geen kliederboel.

Video

In deze video's wordt het gebruik van de plaszak nogmaals uitgelegd:

• Animatievideo gebruik plaszak (Nederlands)
• Animatievideo gebruik plaszak (English)

Meer informatie

Heeft u nog vragen over de plaszak? Ga dan naar www.plaszakziekenhuis.nl of neem contact op met uw ziekenhuis.

Laat het ons op tijd weten wanneer de afspraak niet kan doorgaan. Wij kunnen dan een andere patiënt inplannen.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: