Inleiding
Een logopedist houdt zich bezig met onderzoek, voorlichting en behandeling van stoornissen en beperkingen op het gebied van spraak, taal, communicatie, ademhaling, stemgebruik, gehoor, kauwen en slikken.
Op deze pagina kunnen u en de mensen om u heen, lezen wat spraakapraxie is en wat de logopedist voor u kan betekenen.
Wat is spraakapraxie?
Spraakapraxie is een spraakstoornis, verzoorzaakt door hersenletsel.
Bij het praten gebruiken we de spieren van onze mond. Bij een spraakapraxie is het programmeren van deze spieren verstoord. De spieren zelf werken vaak nog goed, maar de aansturing van de spieren geeft problemen. Hierdoor kunt u vaak niet meer vloeiend en verstaanbaar spreken.
Het meest opvallende kenmerk bij een spraakapraxie is dat het automatisch spreken beter verloopt, dan het bewust vormen van woorden en klanken. Soms kan een persoon met spraakapraxie niets zeggen, terwijl hij wel perfect weet wat hij wil zeggen.
Een spraakapraxie is anders dan een afasie of dysartrie.
Bij een afasie is er een stoornis in uw gedachten en in de planning van taal. U hebt bijvoorbeeld moeite met het vinden van de woorden, of u begrijpt anderen niet. Bij een dysartrie is er een stoornis in de beweging van de articulatiespieren. De spraak klinkt dan bijvoorbeeld slap en onnauwkeurig.
Bij een spraakapraxie heeft u moeite om de woorden goed uit te spreken. Veel mensen met een spraakapraxie vinden het moeilijk om de juiste stand van de tong en lippen te bepalen om bepaalde klanken te maken. Het zijn niet altijd dezelfde klanken of woorden die problemen geven.
Hoe veel last iemand van een spraakapraxie heeft kan per persoon verschillen. Het kan zijn dat u alleen een spraakapraxie heeft, maar het gaat ook vaak samen met een afasie en/of dysartrie.
Een spraakapraxie gaat vaak samen met een mondapraxie (of buccofaciale apraxie). Hierbij vinden mensen het lastig om mondbewegingen bewust uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan uw tong uitsteken of de lippen tuiten.
Wat zijn de oorzaken?
Spraakapraxie is een gevolg van hersenletsel, zoals een:
- cerebrovasculair accident (CVA of beroerte)
- hersentrauma (bijvoorbeeld door een ongeluk of na een hersenoperatie)
- hersentumor
Het beloop en het herstel van een spraakapraxie verschillen per persoon. Het is onder meer afhankelijk van de ernst van de spraakapraxie en de aard van het hersenletsel.
Wat zijn de symptomen?
Een spraakapraxie kan zicht als volgt uiten:
- U kunt niets meer zeggen
- U heeft alleen problemen bij enkele woorden of in bepaalde situaties (bijvoorbeeld bij spanning of vermoeidheid)
- De spraak klinkt stotterend
Wat doet de logopedist?
De logopedist zal beginnen met onderzoek. Er wordt gekeken naar de beweging van de spieren van de mond en tong, de spraak en de verstaanbaarheid.
De kenmerken van een spraakapraxie lijken erg op andere communicatiestoornissen. Als de diagnose bekend is, zal u begeleiding krijgen volgens een bepaald oefenprogramma. Daarnaast geeft de logopedist informatie en adviezen aan u en uw omgeving, over hoe u samen beter kan communiceren.
Soms kan het handig zijn om een andere vorm van communicatie te gebruiken, ter ondersteuning. Dit kan bijvoorbeeld met een aanwijsboek, app of non-verbale communicatie. De logopedist zal dit samen met u bekijken.
Adviezen
Voor gesprekspartners
- Zorg voor een rustige omgeving.
- Neem de tijd voor een gesprek en laat iemand uitspreken.
- Maak oogcontact.
- Wanneer het iemand herhaaldelijk niet lukt om zich te uiten, laat het gesprek dan even rusten en kom er later op terug.
- Vraag om herhaling als u het niet goed begrepen hebt. Herhaal hierbij het gedeelte wat u wel hebt verstaan.
- Betrek de persoon met spraakapraxie in het gesprek, praat niet over hem/haar heen.
- Stimuleer de persoon met spraakapraxie om gebruik te maken van andere communicatiemiddelen, als het verbaal niet lukt. Bijvoorbeeld aanwijzen of gebruiken van een app.
Voor de persoon met spraakapraxie
- Zorg voor een rustige omgeving. Zet radio en televisie uit.
- Neem de tijd, verlaag het spreektempo.
- Vraag om oogcontact.
- Spreek af wanneer de gesprekspartner mag ingrijpen en wat u hierin wel/niet prettig vindt.
Ontslag
Wanneer na ontslag uit het ziekenhuis logopedische behandeling gewenst is, wordt een overdracht verstuurd naar de logopedist in het revalidatiecentrum, verpleeghuis of vrije vestiging.
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.