Sondevoeding thuis

U heeft van uw behandelend arts gehoord dat uw kind met sondevoeding naar huis gaat. In deze informatie leest u algemene informatie over wat sondevoeding inhoudt en hoe deze toegediend moet worden.

Waarom wordt er sondevoeding gegeven?

Er zijn verschillende redenen waarom een sonde nodig kan zijn:

• Uw kind is niet in staat om zelf (voldoende) te eten of te drinken.
• Uw kind heeft aanvullende voeding nodig om extra aan te sterken.
• Uw kind heeft medicatie nodig die via de sonde gegeven moet worden.

De duur van het geven van sondevoeding kan voor kortere of voor langere tijd zijn. Dit is afhankelijk van wat uw kind nodig heeft. De behandelend arts of diëtiste bespreekt dit met u.

Wat is sondevoeding?

Sondevoeding is dunne, vloeibare voeding die via een flexibel slangetje, de sonde, in de maag komt. Sondevoeding is alle voeding die door de sonde gegeven kan worden, zoals zuigelingenvoeding en ranja. Verder is er speciaal verrijkte sondevoeding. Deze sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die u kind dagelijks nodig heeft zoals koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen, vitamines en water.

Toedieningsweg

Uw kind heeft op de afdeling een neus-maagsonde gekregen. Dit is een flexibel slangetje dat via de neus ingebracht wordt tot in de maag.

Hoe wordt de sondevoeding toegediend?

Sondevoeding kan op verschillende manieren toegediend worden. De behandeld arts bespreekt met u welke toediening bij uw kind nodig is.

• Toediening per portie

met een spuit kan de sondevoeding per porties worden toegediend. De spuit kan aangesloten worden op de sonde. Nadat de voeding is toegediend, wordt de spuit losgekoppeld en de sonde afgesloten.

• Druppelsgewijze toediening

een druppelsgewijze toediening houdt in dat de voeding voor langere tijd druppel voor druppel inloopt met behulp van een voedingspomp. Deze manier van toedienen wordt niet verder toegelicht in deze folder.

Benodigdheden

• Voorgeschreven voeding op kamertemperatuur (opwarmen in de magnetron of één uur voor het toedienen uit de koelkast halen)
• Voedingsspuiten (1x 50cc en 1x 5cc)
• Lauw water

Werkwijze

• Was uw handen met water en zeep
• Controleer of de sonde op de juiste diepte zit
• Controleer of de pleister nog goed vastzit op de sonde en op de wang
• Controleer of het markeringspunt op de sonde de juist ingebrachte lengte aangeeft
• Controleer de mond/keelholte of de sonde niet is opgekruld. Bij twijfel contact opnemen met de thuiszorg
• Vul de voedingsspuit met de voeding
• Koppel de voedingsspuit aan de sonde
• Spuit de voeding langzaam in (de inloopsnelheid moet ongeveer gelijk zijn met de snelheid waarmee het kind normaal drinkt)
• Spoel de sonde na de voeding door met 3 cc lauw water zodat er geen voeding meer in de sonde zit en niet verstopt raakt. Bij kinderen jonger dan 3 maanden moet de sonde doorgespoten worden met 3 cc lucht
• Sluit de sonde af met het afsluitdopje na de voeding

Aandachtspunten

De voorkeurshouding tijdens het geven van de voeding is in een half zittende houding, dit is om te voorkoming dat de voeding terugloopt.

Als uw kind medicijnen moet gebruiken en niet zelf kan inslikken of als zetpil kan pakken, kan het vaak wel via de sonde gegeven worden. Sommige medicijnen kunnen/mogen niet via de sonde toegediend worden, waardoor het aan te raden is om dit eerst te bespreken met de behandelende arts of apotheker.

Benodigdheden

• De juiste medicatie
• Voedingsspuiten (1x 5cc en spuit(en) afhankelijk van hoeveelheid medicatie)
• Lauw water

Werkwijze

• Controleer de medicijnen op juistheid, dosering en houdbaarheid
• Trek de medicijnen op in een spuitje (gebruik voor alle medicijnen een apart spuitje)
• Controleer of de sonde op de juiste diepte zit
• Controleer of de pleister nog goed vastzit op de sonde en op de wang
• Controleer of het markeringspunt op de sonde de juist ingebrachte lengte aangeeft
• Controleer de mond/keelholte of de sonde niet is opgekruld. Bij twijfel contact opnemen met de thuiszorg
• Spuit de medicatie voorzichtig in de sonde
• Spoel de sonde door met 3 cc lauw water
• Sluit de sonde af

Aandachtspunten

Als uw kind de medicijnen moet innemen op een nuchtere maag, mag u pas een half uur later de sondevoeding geven. Verder kunnen medicijnen plakkerig of korrelig zijn, waardoor de sonde verstopt kan raken. Spoel daarom de sonde goed na met lauw water. Indien de medicijnen niet vloeibaar zijn, los deze dan op met water en niet met de voeding (om zo klontjes te voorkomen).

Het kan ook voorkomen dat uw kind meerdere medicijnen heeft die op hetzelfde tijdstip via de sonde gegeven moeten worden. Wij raden u aan om dit te bespreken met de apotheker of behandelde arts of dit toegestaan is. Als de medicatie achter elkaar gegeven mag worden, spoel de sonde dan tussen elke medicatie door, met 3 cc lauw water.

Tijdens het gebruik van de sonde is het belangrijk om maatregelen te nemen om de kans op problemen te verminderen.

Hygiëne

Verkeerde hygiëne kan bacteriegroei veroorzaken. Teveel bacteriën kunnen misselijkheid of diarree veroorzaken. Om dit te voorkomen zijn de volgende aspecten belangrijk:

• Bewaar een geopende pak sondevoeding altijd in de koelkast maar niet langer dan 24 uur
• Laat sondevoeding nooit in de zon staan of een lange tijd in een warme kamer
• Sondevoeding mag maar één keer opgewarmd worden
• Was uw handen goed voordat u de sondevoeding toedient
• Leg alle benodigde materialen op een schoon oppervlak
• Reinig de zuiger en huls (van de voedingsspuit) los van elkaar na iedere toediening. Het wordt aanbevolen om de spuiten droog in een afgesloten bakje in de koelkast te bewaren
• Spuiten die voor voeding gebruikt worden moeten dagelijks vervangen worden en spuiten die gebruikt worden voor het doorspuiten met water moeten 2x per week verwisseld worden.
• Reinig het afsluitdopje van de sonde voordat het teruggeplaatst wordt.

Mondverzorging

Kinderen die sondevoeding krijgen, eten en drinken zelf minder of helemaal niets. Hierdoor wordt er minder speeksel aangemaakt, waardoor er irritaties in de mondholte kunnen ontstaan. Het is verstandig om 2-3 keer per dag de tanden van uw kind te poetsen of schoon te maken met een gaasje gedrenkt in water. De lippen kunt u insmeren met vaseline.

Stimuleren van het zuig-slikreflex

Tijdens het geven van de sondevoeding kunt u uw kind op de fopspeen laten zuigen. Dit stimuleert de zuig- en slikreflex.

Doorspoelen van de sonde

Om verstopping van de sonde te voorkomen, raden wij u aan om bij een gesloten systeem 4-6 keer per dag de sonde door te spoelen met 3 cc lauw water.

Vervangen van de neus-maagsonde

Afhankelijk van het type neus-maagsonde wordt bepaald wanneer de sonde vervangen moet worden. Overleg met de thuiszorg wanneer de sonde bij uw kind vervangen moet worden.

Vastplakken van de sonde

Het is belangrijk om de sonde goed vast te plakken. Zo voorkomt u dat uw kind de sonde er per ongeluk uithaalt. Als uw kind nog erg klein is, kunt u deze handschoentjes aandoen om te voorkomen dat ze de sonde eruit trekken.

De sonde is verstopt

De oorzaak hiervan is dat de sonde niet goed is doorgespoten, dat er een knik in zit of dat de sonde aan vervanging toe is. Als oplossing kunt u proberen de sonde zachtjes door te spuiten met lauw water en bij zichtbare verstopping de sonde zachtjes masseren. Als de verstopping niet is opgelost, zal de sonde vervangen moeten worden.

Irritatie van de neus

Irritatie kan komen doordat de sonde lang op dezelfde plek zit of dat die niet goed zit vastgeplakt. Door de sonde op een andere plek op de neus vast te plakken en de neus met vaseline in te smeren, is het probleem wellicht opgelost. Eventueel kan ervoor gekozen worden om de sonde opnieuw in het andere neusgat in te brengen.

Aanhoudende prikkelhoest, benauwd en verslikken

De sonde is mogelijk in de luchtpijp terecht gekomen. Stop onmiddellijk met het toedienen van de sondevoeding en verwijder de sonde. Neem daarna contact op met de (huis)arts of thuiszorg.

Uitbraken van de sonde

Het kan voorkomen dat de sonde mee uitgebraakt wordt tijdens het spugen. Door de kracht tijdens het spugen komt de sonde er dan via de mond uit of blijft de sonde opgekruld achter in de keel zitten. In beide gevallen verwijderd u voorzichtig de sonde via de neus.

Misselijkheid

Misselijkheid kan het gevolg zijn van te snel ingelopen voeding of nog van oude voeding in de maag. De misselijkheid kan opgelost worden door de voeding langzamer in te laten lopen of door het controleren of er nog voeding in de maag zit en dit te verwijderen.

• Bij twijfel over de juiste positie van de sonde;
• Om de sonde te verwisselen.

• Bestellen van nieuwe materialen.

• Bij vragen over het voedingsvoorschrift.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: