Inleiding
Binnenkort krijg je een behandeling of een operatie, waarbij een bloedtransfusie nodig kan zijn. De arts of verpleegkundige hebben al een en ander uitgelegd. Hier kun je alles rustig nalezen.
Wat is een bloedtransfusie?
Een bloedtransfusie betekent dat je een zak bloed krijgt toegediend via een ader in je lichaam. Dat gebeurt met behulp van een infuus. Een infuus bestaat uit een naald met daaromheen een heel klein plastic buisje. De naald wordt in je arm geprikt. Bijvoorbeeld in je hand, je elleboog of je onderarm. Als de naald er weer uitgehaald wordt, blijft het plastic buisje in de ader zitten. Daar wordt een slangetje met de zak bloed aan vastgemaakt. Het bloed kan zo via het infuusslangetje je ader instromen.
Wat zit er in een bloedtransfusie?
Bloed bestaat uit verschillende onderdelen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Deze bloedcellen bewegen rond in een vloeistof die bloedplasma heet. Als je een bloedtransfusie krijgt, zit in het zakje bloed alleen dat onderdeel dat jij nodig hebt.
Hieronder staat waar elk onderdeel van het bloed voor nodig is
Rode bloedcellen
Zij vervoeren zuurstof van je longen naar de rest van je lichaam. Zuurstof is nodig voor
energie. De zuurstof wordt door hemoglobine dat in de rode bloedcellen zit vervoerd.
Hemoglobine wordt ook wel Hb genoemd (spreek uit ‘Ha-bee’). De arts bepaalt door het
meten van het Hb of je rode bloedcellen in staat zijn om voldoende zuurstof te
vervoeren. Indien dit niet het geval is spreekt men van bloedarmoede. Je voelt je dan
heel moe en ziet bleek.
Bloedplaatjes
Zij zorgen ervoor dat bij wondjes je bloed snel stolt en een korstje maakt. Als je te weinig
bloedplaatjes hebt, krijg je snel blauwe plekken, neusbloedingen en kleine
puntbloedinkjes van 1 mm groot. De arts kan meten hoeveel bloedplaatjes er in je bloed
zitten. Vaak heeft de arts het dan over trombocyten (spreek uit ‘trom-bo-sieten’) of
‘trombo’s’. Dat is de medische naam voor bloedplaatjes.
Bloedplasma (of plasma)
Dit bevat veel verschillende stoffen: vetten, eiwitten, suikers en zouten. Er zitten ook
stoffen in – stollingsfactoren genaamd – die het bloed helpen stollen als je een wondje
hebt. Bij mensen die heel erg veel bloed hebben verloren, bijvoorbeeld na een
verkeersongeluk of een zware operatie, kunnen die stollingsfactoren opraken. Dan
krijgen ze plasma toegediend om de stollingsfactoren weer aan te vullen.
Waar komt het bloed van de transfusie vandaan?
Het bloed is afkomstig van een donor. Dit is een gezonde volwassen man of vrouw die een beetje van zijn of haar eigen bloed vrijwillig heeft afgestaan, om zieke mensen te kunnen helpen.
Toestemming geven
Jouw arts wil jou een bloedtransfusie geven. Dit doet hij/zij niet zonder toestemming van jou (indien je 12 jaar of ouder bent) en je ouders (behalve in een spoedsituatie). De arts zal je alles vertellen wat je moet weten om een goede beslissing te kunnen nemen over de bloedtransfusie.
Hoe veilig is een bloedtransfusie?
Om bloedtransfusies zo veilig mogelijk te maken, wordt het volgende gedaan:
Met speciale vragen aan de donors kunnen we erachter komen of een donor veel kans heeft op een ziekte. Als dat zo is, nemen we geen bloed bij deze donor af.
Als donorbloed met deze verschillende bacteriën of virussen besmet is, wordt het vernietigd. Toch is er, ondanks alle voorzorgen, een heel kleine kans op besmetting met een virus of bacterie. Die kans is echt superklein: kleiner dan één op een miljoen.
Waardoor kunnen we niet honderd procent zeker weten dat in het bloed geen enkel virus zit?
Dat komt omdat het bij sommige, heel speciale situaties, moeilijk is om het bloed op virussen te testen. Bijvoorbeeld als:
Bloed op maat
Het is belangrijk dat je bloed krijgt dat bij je past. Op de buitenkant van de bloedcellen zitten bepaalde stoffen geplakt, een soort etiketten. Die etiketten noemen de artsen ‘bloedgroep’. Niet iedereen heeft dezelfde bloedgroep. Je lichaam kan afweerstoffen maken tegen ‘vreemde bloedgroepen’. Als je een bloedtransfusie krijgt met bloed met een bloedgroep waartegen jij afweerstoffen hebt, dan breken deze afweerstoffen dat bloed af en dat is natuurlijk niet de bedoeling! Daarom neemt de arts vóór de transfusie bloed bij jou af, om te kijken hoe jouw bloedgroep eruit ziet. In het laboratorium zoekt men dan transfusiebloed uit dat bij jouw bloedgroep past. Voor alle zekerheid zal de verpleegkundige kort voordat je een bloedtransfusie krijgt, nogmaals controleren of het transfusiebloed inderdaad voor jou geschikt is.
Bijwerkingen van de bloedtransfusie
Zoals je hier hebt kunnen lezen, doen we ons best om ervoor te zorgen dat een bloedtransfusie zo veilig mogelijk is. Maar honderd procent veilig is onmogelijk, er kunnen soms toch bijwerkingen van de bloedtransfusie zijn.
Het is heel zeldzaam, maar soms krijgt iemand tijdens of na de transfusie een transfusiereactie. Je kunt koorts krijgen, gaan bibberen en rode jeukende plekken op je huid krijgen. Je kunt je ook niet lekker voelen. Dit gebeurt vaak in het begin van de transfusie. Daarom blijft de verpleegkundige in het begin altijd even bij je om regelmatig de temperatuur, hartslag en bloeddruk te meten. Verder is het belangrijk dat jij aangeeft als jij je niet lekker voelt of jeuk krijgt. Gelukkig zijn er medicijnen die ervoor zorgen dat het snel weer over gaat.
Kan ik ‘nee’ zeggen als ik geen bloedtransfusie wil?
Ja, dat kan. Bedenk wel dat de bloedtransfusie een belangrijk onderdeel van de behandeling is en dat er niet altijd een andere behandeling mogelijk is. Bloedtransfusies zijn vaak levensreddend. Voor sommige operaties of behandelingen is een bloedtransfusie echt nodig. Bespreek jouw twijfels over de bloedtransfusie met je ouders en arts.
Meer weten?
Heb je nog vragen? Of snap je iets in deze informatie niet? Vraag het dan aan je ouders of aan je arts, het is nooit een domme vraag!!
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.