Mallet finger

Informatie en behandeling

Inleiding

Deze informatie is bestemd voor mensen, waarbij een malletvinger is vastgesteld. Hier leest u informatie over de behandeling. Bij deze behandeling wordt geprobeerd uw vinger te herstellen zonder operatie.

Gipsverbandmeester/handtherapeut

Uw letsel wordt behandeld door een gipsverbandmeester en/of door een handtherapeut. Dit hangt af van de ernst van uw letsel. In de meest standaard gevallen ziet u de gipsverbandmeester in de eerste 6 tot 8 weken. Daarna gaat u naar de handtherapeut voor het oefenen van de vinger.

Wat is een malletvinger?

Een malletvinger is een aandoening waarbij de strekpees van het topje van de vinger is los geraakt. Dit kan ontstaan doordat u de gestrekte vinger stoot, bijvoorbeeld tijdens het opmaken van een bed of doordat er tijdens het sporten een bal op de vinger terecht komt. De aandoening is te herkennen aan het afhangen van het topje van de vinger. Het lukt dan niet meer om deze actief te strekken. Wanneer u met de andere hand het topje strekt, lukt dit in de meeste gevallen wel, maar zodra het topje losgelaten wordt, gaat deze weer hangen.
Er zijn 2 verschillende soorten malletvingers, namelijk:

  • een tendinogene mallet (foto 1a) 
  • een ossale mallet (foto 1b).

Om welk soort mallet het in uw geval gaat, is eventueel vast te stellen door het maken van een röntgenfoto. In het geval van een ossale mallet kan de arts een operatieve ingreep overwegen. Dit hangt af van de grootte van het botstuk.

Foto 1a, Tendinogene mallet (peesscheuring). Foto 1b, ossale mallet (hierbij trekt de pees een klein stukje bot mee).

Soort behandeling

De behandeling voor beide soorten letsel bestaat eerst uit een spalkperiode om ervoor te zorgen dat de pees/het bot weer aan elkaar kan groeien. Daarna volgt een oefenperiode, waarin de beweeglijkheid verbeterd wordt.

Spalkperiode

Dit wordt gedaan door de vinger in gestrekte stand te spalken (figuur 1). Op deze manier liggen de peesuiteinden tegen elkaar aan. Hierdoor kan de pees weer aan elkaar groeien door middel van littekenweefsel om de strekking weer actief te kunnen uitvoeren. Het is van belang om de overige gewrichten wel goed te blijven bewegen. In sommige gevallen kan er gekozen worden voor een langere spalk (figuur 2). 
Na 6 tot 8 weken wordt getest of de pees aan elkaar is gegroeid. Als dit niet het geval is (of niet genoeg), wordt ervoor gekozen om de spalkperiode met 4 weken te verlengen. In deze periode is het van belang dat het topje onder geen enkele omstandigheid buigt of uit de strekking gehaald wordt. De pees en het littekenweefsel zijn dan nog niet sterk genoeg waardoor deze opnieuw los getrokken worden. Dit betekent dat de spalkperiode opnieuw moet starten.

Figuur 1: Malletspalk. Figuur 2: Sonneveldspalk

Schoonmaken

Het is van belang dat de huid niet kapot gaat. Daarvoor is het aan te raden om met regelmaat bij de gipsverbandmeester/handtherapeut de spalk te laten verschonen en de huid te controleren. In sommige gevallen kunt u dit, met hulp van anderen, thuis doen. Dit zal met u besproken worden.
Verder mag de spalk niet nat worden, om te voorkomen dat de huid onder de spalk week wordt en kapot gaat. U kunt dan ook het beste met douchen of poetsen een zakje of een vingercondoom om de vinger plaatsen.

Oefenperiode

Wanneer blijkt dat de pees goed is aangegroeid, wordt gestart met het trainen van het gewricht en de pees. Dit gebeurt onder begeleiding van een handtherapeut. In het begin wordt alleen geoefend op de strekking om de pees sterker te maken. Als de strekking constant blijft, wordt langzaam naar de buiging geoefend. De nadruk blijft op een goede strekking liggen. Deze periode duurt ongeveer 6 weken. Het is belangrijk om buiten de oefeningen de spalk altijd om te houden, tenzij anders met u besproken wordt.

Complicaties

Er kunnen verschillende complicaties optreden in het genezingsproces. Hieronder worden de meest voorkomende complicaties beschreven.

De spalk verschuift

Controleer waarom de spalk verschuift.

  • Is dit omdat de tape niet meer goed plakt, plak er dan een stuk tape bovenop.
  • Is de spalk te groot geworden (eventueel door verminderen van zwelling). Dan kunt u het beste meteen contact opnemen met de gipsverbandmeester/handtherapeut om dit te laten controleren en te verhelpen. Wacht niet totdat de spalk af schiet.

De vinger of spalk is nat geworden

Mocht de vinger toch nat zijn geworden, dan is het verstandig om deze goed te drogen. Dit werkt het beste met de koude stand van een föhn (niet de warme stand in verband met het vervormen van de spalk) of een ventilator.

De huid is pijnlijk / week / kapot

Neem contact op met de gipsverbandmeester/handtherapeut.

Het strekken lukt niet meer

Wanneer het topje niet (meer) strekt als u in de oefenperiode zit, stop dan met oefenen en draag de spalk weer volledig tot aan de volgende afspraak. Als er geen afspraak gepland staat, neem dan contact op. 

Niet iedereen krijgt de volledige functie van de vingertop terug. Het kan voorkomen dat u niet meer de volledige strekking van het topje terugkrijgt, waardoor deze in een lichte buiging blijft staan. Dit is bijna nooit een probleem in uw dagelijks leven.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven