Inleiding
Er is een ganglion bij u vastgesteld in de pols. Uw arts heeft u informatie gegeven over de behandeling. Hier kunt u alles rustig nalezen.
Wat is een ganglion?
Een ganglion is een omkapselde bolvormige uitstulping die gevuld is met een geleiachtige vloeistof. Door bijvoorbeeld overbelasting ontstaat er irritatie van het gewrichtskapsel waardoor overmatige vochtproductie ontstaat. Dit kan leiden tot een verhoogde druk in het gewricht. Het gewrichtsvocht zoekt een weg naar buiten maar kan eigenlijk nergens naartoe. Uiteindelijk kan het gewrichtkapsel op een zwakkere plek uitrekken. Er ontstaat dan een uitstulping. De uitstulping zit meestal op de bovenkant van de pols. Soms zit de uitstulping aan de binnenkant van de pols.

Conservatieve behandeling
- Rust; bijvoorbeeld met brace of op maat gemaakte spalk.
- Leegzuigen van de uitstulping. Daarna wordt een corticosteroïde preparaat ingespoten zodat de holte verkleeft.
- Handtherapie; adviezen over de belasting en houding van de pols.
Handtherapie
Middels fysiotherapie gaat u aan de slag met een polsstabilisatieprogramma: oefeningen ter bewustwording van de juiste polshouding en spierversterkende oefeningen, waardoor u in veel gevallen na 6-8 weken verbetering zal ervaren van uw klacht.
Tevens is dit polsstabilisatieprogramma een goede voorbereiding als u uiteindelijk toch geopereerd moet worden. Een ganglion heeft na een operatie namelijk 30% kans op een recidief, door toe te passen in uw dagelijks leven wat u tijdens dit traject geleerd heeft, verkleint u de kans op een recidief.
Chirurgische behandeling
De (orthopedisch) chirurg maakt een kleine snee. Daarna wordt de uitstulping (cyste) verwijderd. De wond wordt gehecht. U krijgt een drukverband om de wond.
Voorbereiding op de chirurgische ingreep
Het Preoperatief Bureau
Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande operatie en de vorm van anesthesie die nodig is.
Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig. Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie vindt u in de folder ‘Anesthesie en preoperatief onderzoek’.
Anesthesie
De ingreep geschiedt onder algehele (narcose) of regionale verdoving (anesthesie). Bij het Preoperatief Bureau bespreekt u met de anesthesist welke vorm voor u het meest geschikt is. Meer informatie over de gang van zaken vóór, tijdens en na de anesthesie krijgt u via het Preoperatief Bureau.
Lokale verdoving is mogelijk. Uw behandelend arts bespreekt dit met u. U hoeft dan niet naar het Preoperatief Bureau en de anesthesist. De orthopedie-consulent regelt de voorbereiding in overleg met u.
Bloedverdunnende medicijnen
In overleg met uw arts moet u tijdelijk bloedverdunnende medicijnen niet innemen voor de operatie. Wordt u begeleid door de Trombosedienst? Informeer de Trombosedienst dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt het beleid met u af.
Opnameduur
De operatie vindt plaats in dagbehandeling. Dit betekent dat u, als alles naar wens verloopt, na de ingreep weer naar huis mag.
Na de ingreep
Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer. De eerste uren na de operatie wordt u hier regelmatig gecontroleerd. Het kan zijn dat u misselijk wordt na de operatie. Na de operatie heeft u een infuus in uw arm.
Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar de afdeling. Als alles naar wens verloopt mag u dezelfde dag weer naar huis.
Mogelijke complicaties
Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de operatie, kunnen er toch nog complicaties optreden. Dit kunnen de volgende complicaties zijn:
- wondinfectie;
- trombose;
- er bestaat een kans dat u later opnieuw last krijgt van een ganglion.
Nabehandeling thuis
Wondverzorging
24 uur na de operatie mag u zelf het drukverband verwijderen. De pleister mag u 48 uur na de operatie verwijderen. U mag de pleister pas verwijderen als de wond droog is.
Bewegen
U mag alles doen zo lang u niet te veel pijnklachten krijgt. Wanneer onderstaande tips/oefeningen niet voldoende effect hebben of het gewenste resultaat opleveren óf wanneer u begeleiding wenst bij de revalidatie, kan handtherapie nadien meerwaarde bieden.
Lichamelijke verzorging
Als de wond droog en gesloten is mag u weer douchen.
Pijnbestrijding
Wij adviseren u om de eerste dagen na de operatie 3 keer per dag 2 tabletten paracetamol (500mg) in te nemen. Als uw pijnklachten minder worden kunt u de pijnstillers afbouwen.
Houdt u pijnklachten? Of heeft u vragen hoe u de pijnstilling moet afbouwen? Neem dan contact met ons op.
Mobilisatie
Het is raadzaam de hand gewoon te blijven bewegen na de operatie. Het is belangrijk dat uw pols/hand niet stijf wordt. Op geleide van pijn mag u de hand gebruiken bij uw dagelijkse activiteiten. Er kan tijdelijk wat minder kracht in de hand aanwezig zijn na de operatie. Probeer dit niet te forceren in de eerste vier weken. Probeer in deze periode kracht zetten met uw hand, zoals bij wringen, te voorkomen.
Oefeningen
U kunt met deze oefeningen beginnen als het drukverband nog om de hand/pols zit voor zover dit mogelijk is. Deze oefeningen zijn gebaseerd op het behouden en/of verkrijgen van beweeglijkheid en zorgen ervoor dat de eventuele zwelling in de hand afneemt. Het advies is deze oefeningen 5 keer per dag minimaal 10 keer te doen.
U hoeft hierbij geen kracht te zetten.
Vingers
- Vingers zo ver mogelijk strekken. (1)
- Maak een ‘dakje’ met de vingers, alle drie de kootjes gestrekt/rechthouden en op de plaats van de overgang van handpalm naar vingers buigen. (2)
- Haakje maken (3)
- Volle vuist maken (4)
- Spreiden/sluiten (5)
Pols (na het verwijderen van het drukverband)
-
Beweeg uw pols naar achteren met de vingers ontspannen. Beweeg uw pols rustig naar voren met uw vingers ontspannen.





Littekenmassage
Na een operatieve behandeling kan een stug litteken ontstaan. Dit kan u belemmeren bij activiteiten zoals steunen op de handen en kracht zetten. Het kan wel zes tot twaalf maanden duren voor dat dit soepel wordt. Om dit te versnellen kunt u zelf het litteken masseren. Belangrijk om hiermee starten als de hechtingen zijn verwijderd. Om te voorkomen dat u over het litteken glijdt, kunt u het beste geen crème gebruiken. Uiteraard kunt u wel uw handen insmeren met crème na de massage van het litteken. Voor het beste resultaat masseert u het litteken drie keer per dag vijf minuten. In het begin is dit wat gevoelig, dit heeft geen gevolgen voor het wondherstel.
Poliklinische afspraak
Ongeveer 2 weken na de operatie komt u op controle bij de (orthopedisch) chirurg. Tijdens deze afspraak worden ook de hechtingen verwijderd.
Werk en sport
Het moment waarop u weer kunt werken of sporten is afhankelijk van het soort werk of sport dat u doet. U kunt dit overleggen met uw behandelend arts tijdens de controle afspraak.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.