Inleiding
U heeft van uw arts vernomen dat u een letsel aan uw vinger heeft, een zogenaamde Boutonnière deformiteit. U heeft al uitleg gehad. In deze folder kunt u nog eens nalezen, wat een Boutonnière deformiteit nu eigenlijk is en hoe de behandeling zal zijn. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven, omdat de behandeling vaak individueel aangepast moet worden aan de patiënt en het beloop van de behandeling.
Wat is Boutonnière deformiteit?
Als de strekpees van de vinger scheurt over het eerste gewricht van de vinger (tussen eerste en tweede kootje, verder afgekort als PIP-gewricht) dan ontstaat er een boutonnière deformiteit. Een boutonnière deformiteit is een abnormale vingerstand. Het PIP-gewricht blijft gebogen staan en het tweede gewricht (tussen het middelste en derde kootje, verder afgekort als DIP-gewricht) blijft gestrekt staan.
Als dit letsel niet goed behandeld wordt, leidt dit tot een blijvende standsafwijking van de vinger.

Stadia Boutonnière deformiteit
De Boutonnière deformiteit kan worden ingedeeld in drie stadia:
- Stadium 1
De gewrichten van de vinger kunnen nog passief (met hulp van buitenaf, bijvoorbeeld met je andere hand) volledig bewogen worden.
- Stadium 2
Er is al een contractuur (littekenvorming) waardoor de misvorming niet van buitenaf gecorrigeerd kan worden maar het gewricht zelf is niet aangetast
- Stadium 3
Er is nu ook aantasting van het gewricht zelf.
De behandeling van Boutonniére deformiteit
Het beste is om vroeg met de behandeling te beginnen, liefst in het eerste stadium. Meestal kan dan behandeling plaatsvinden zonder operatie, een zogenaamde conservatieve behandeling. Dit heeft de voorkeur, omdat een chirurgische behandeling van dit letsel moeilijk is en vaak gepaard gaat met complicaties. Bovendien duurt de nabehandeling na een operatie even lang als bij de conservatieve behandeling en levert dus geen tijdswinst op.
Bijna alle vingers met een stadium 1 letsel, en veel vingers met een stadium 2 letsel kunnen zonder operatie behandeld worden.
De conservatieve behandeling
De conservatieve behandeling bestaat uit een combinatie van spalkjes en oefeningen. Dit oefen- en spalkprogramma moet minstens 2 tot 3 maanden worden volgehouden. Vaak nog langer om een optimaal resultaat te krijgen. Er zijn twee verschillende manieren om een boutonnière na te behandelen. Dit wordt afgestemd met uw therapeut. Voordat gekozen wordt welke methode toegepast wordt, zal het aangedane gewricht soepel gemaakt moeten worden en met hulp helemaal recht moeten kunnen. Dit kan gedaan worden door het gipsen van de vinger.
Eerste methode
De eerste methode heet de statische methode. Dit houdt in dat u minimaal 6 weken lang een strekspalk draagt waarbij de vinger met het PIP-gewricht in de rechte stand gehouden wordt. De spalk moet hierbij volledig gedragen worden en mag niet nat worden.
Na deze 6 weken wordt er getest of de pees is aangegroeid en of er gestart kan worden met oefenen. Het oefenen gaat zoals hieronder uitgelegd bij tweede methode.
Mocht er nog niet gestart kunnen worden met oefenen zal ervoor gekozen worden om de vinger langer in de strekspalk te houden.
Tweede methode
De tweede methode heet de dynamische methode. Hierbij krijgt u een strekspalk en een oefenspalk. De strekspalk zal in het begin het grootste gedeelte van de dag en in de nacht gedragen moeten worden, met de oefenspalk gaan we het strekken en buigen van de vinger oefenen. Naarmate dat de vinger goed reageert op het oefenen én goed blijft strekken, gaan we de oefenspalk meer dragen. Uiteindelijk is het doel om de oefenspalk overdag te dragen en de strekspalk alleen nog in de nacht.


Oefeningen
De oefeningen worden altijd in afstemming met de handtherapeut meegegeven.
Bij de statische methode mag u de eerste zes weken geen oefeningen doen met het PIP-gewricht. Het DIP-gewricht mag u wel buigen met de spalk om. De andere vingers mag u ook blijven bewegen en oefenen.
Bij de dynamische methode mag u, met de oefenspalk om, alle vingers buigen en strekken zo ver als ze kunnen, zonder dat de vinger pijn doet.
Wanneer u de strekspalk om hebt mag u, net als bij de statische methode het DIP-gewricht wel buigen en de andere vingers bewegen en oefenen.
Als de conservatieve behandeling onvoldoende effect heeft, dan kan alsnog een operatieve behandeling volgen, dit wordt gedaan in samenspraak met de therapeut en de behandelend arts. Na een operatie volgt eenzelfde oefen- en spalkprogramma als bij de conservatieve behandeling.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.