Gipsbroek bij een bovenbeenbreuk bij een kind

Optillen

Uw kind is door de gipsbroek zwaarder en moeilijker te tillen. Ondersteun het onderlichaam van uw kind als u het optilt.

Liggen

Als uw kind op de rug ligt, leg dan een kussen of opgerolde handdoek onder de benen. Hierdoor heeft uw kind minder last van druk van het gips in de rug. Zwelling van de voeten wordt zo voorkomen, omdat de benen hoger liggen.

De luier

We raden u aan de luier in de gipsbroek te leggen. De luiermaat is afhankelijk van de grootte van uw kind en de afmeting van de opening van het gips. Wij adviseren om 2 luiers te gebruiken: eerst een normale maat luier die in het gips wordt gestopt en een grote daaroverheen, over het gips.
Dit voorkomt dat het gips nat en vies wordt. U kunt ook incontinentiemateriaal voor volwassenen gebruiken. Dit kunt u bij de apotheek kopen. Om de gipsbroek schoon te houden, adviseren wij u om uw kind regelmatig te verschonen. U kunt dit ook doen zodra uw kind geplast of gepoept heeft.

Wassen

Uw kind mag met de gipsbroek niet in bad of onder de douche. U kunt uw kind wel met een washand wassen. Gebruik een washand die is uitgeknepen, zodat het gips niet nat wordt. Gebruik weinig zeep, omdat het moeilijk is met een washand alle zeepresten goed te verwijderen.
Als u de haren van uw kind wilt wassen, doet u dat als volgt; u maakt alleen de haren nat boven het bad of boven een wasbak. Daarna het haar uitspoelen met een douchekop of een maatbeker. Als het gips nat of vies wordt, kunt u het schoonmaken en drogen met een föhn op de koude stand.

Opname in het ziekenhuis is een ingrijpende ervaring voor een kind, ook als het maar voor 1 dag is. Dat geldt voor kinderen van alle leeftijden. Ze kunnen helemaal uit hun normale doen zijn. Zelfs kinderen die thuis vaak meegaand en makkelijk zijn gedragen zich in een ziekenhuis vaak heel anders. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Kinderen zijn bang voor pijn, worden angstig door de vreemde omgeving of zijn van streek omdat zij van hun ouders worden gescheiden.

Wat kunt u als ouder doen?

Wij geven u enkele tips die ervoor kunnen zorgen dat het verblijf in het ziekenhuis 
minder aangrijpend is voor uw kind.

• Het is goed om bij uw kind te blijven in het ziekenhuis. Vaak zijn kinderen dan minder 
  angstig en beter in staat om alle gebeurtenissen te doorstaan. Blijven slapen 
  (rooming-in) is mogelijk. Vaak wordt dan voor de nacht een vouwbed naast het bed 
  van het kind gezet. U moet zelf aangeven dat u bij uw kind blijft slapen
• Bij een kind dat wat ouder is het goed als u van tevoren vertelt wat er gaat gebeuren. 
  Blijf ook al is uw kind voorbereidt, bij uw kind. Als u bij uw kind blijft, dan kunt u het 
  stap voor stap begeleiden
• Wanneer uw kind onder narcose wordt gebracht, is het goed dat u daarbij aanwezig 
  bent. U kunt in ons ziekenhuis altijd bij het in slaap maken aanwezig zijn
• Bij de verzorging en verpleging van uw kind, kunt u de verpleegkundige helpen of 
  bepaalde taken zelf doen onder toezicht van de verpleegkundige. Dit zorgt ervoor dat 
  een kind zich veilig voelt. Daarbij kan een kind vaak eerder naar huis als blijkt dat u 
  de zorg alleen aankunt. Stel uw kind gerust als het eenmaal thuis ‘s nachts wakker 
  wordt en ben niet bang om uw kind wat te verwennen. Veel kinderen hebben de 
  eerste weken na een ziekenhuisopname slaapproblemen. 
  Als uw kind weer het vertrouwen heeft dat er niet elk moment iets vervelends kan 
  gebeuren, dan lossen de problemen zich meestal vanzelf op.

Hoe u uw kind kunt vervoeren is afhankelijk van de breedte van de gipsbroek en de grootte van uw kind. U kunt hiervoor gebruik maken van:

• een gewone kinderwagen. Eventueel kunt u er een kussen inleggen zodat uw kind wat hoger in de bak ligt.
• een tweelingwandelwagen waarbij de zitjes naast elkaar staan
• een bolderkar. U kunt er kussens inleggen zodat uw kind er makkelijk in ligt of zit.
• een speciale autostoel. Deze is ook te huur via www.heupafwijkingen.nl
• een veiligheidszitje of autogordel, als u uw kind met de auto vervoert.

De gipsbroek zal een aantal weken blijven zitten. Dit is afhankelijk van het genezingsproces.
Het is belangrijk dat het gips niet nat wordt. Ook mag het gips niet beschadigen.

• Verschoon de luier regelmatig
• Als het gips toch nat wordt, kunt u het drogen met de föhn (niet te heet) of met scheurlinnen. Vergeet niet om het scheurlinnen daarna te verwijderen
• De gipsverbandmeester geeft u vilt met een plaklaag mee. Hiermee kunt u de scherpe randen afplakken
• De randen van het gips kunt u ook afplakken met een inlegkruisje of maandverband (onderkant tegen het gips) of een breed stuk leukoplast. Dit zorgt er ook voor dat er geen druppels urine in het gips trekken
• Na het poepen kunt u een wattenstaafje omwikkelen met een wegwerpdoekje. Hiermee kunt u tussen het gips en de huid komen. Wanneer u het gips echt niet schoon krijgt neemt u contact op met de gipsverbandmeester
• Tegen jeuk, geurtjes en geïrriteerde huid kunt u middelen gebruiken zoals:
  • Anti-jeukspray, bijvoorbeeld Confort Aid Spray;
  • Nilodor druppels tegen vervelende geurtjes;
  • Cavilon/Sprilon spray en stokjes om de huid extra te beschermen.

Deze producten zijn verkrijgbaar bij de apotheek.

U krijgt afspraken mee voor controle op de polikliniek bij de arts en de gipskamer waar uw kind onder behandeling is. Als het gips eraf gehaald is kan de huid er geïrriteerd uitzien. De huid is ook misschien erg schilferig. Dit kan jeuk veroorzaken. De huidschilfers kunnen niet in een keer van de huid af gewassen worden. Als het gips eraf mag blijven, herstelt de huid in een paar dagen. Nadat u uw kind in bad heeft gedaan kunt u de huid insmeren met een bodylotion of olie.Wanneer de gipskamer bellen?Als u thuis bent moet u iedere dag het gips controleren. De gipsverbandmeester zal u laten zien en vertellen waarop u extra goed moet letten. Hieronder staan de punten op een rij.

U moet meteen contact met de gipskamer opnemen als zich een of meerdere van 
onderstaande problemen voordoen:

• Het gips zit te strak of knelt;
• De tenen zijn niet mooi roze;
• De voeten blijven te koud of te warm;
• De voeten worden dikker;
• Er zitten scherpe randjes aan het gips;
• Als u twijfelt of er iets niet goed is, kunt u altijd bellen met de gipsverbandmeester.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: