Inleiding
Dit is informatie voor ouders /verzorgers van kinderen die de eerste 3 dagen na de geboorte:
- een verhoogd risico op een infectie hebben
- van een infectie worden verdacht
- een echte infectie hebben
Deze vroege vorm van infecties bij baby’s wordt ook wel early-onset neonatale infecties genoemd.
Je vindt hier uitleg over deze infecties, de risicofactoren, hoe de infecties zijn te herkennen en wat de behandelmogelijkheden zijn.
Hiervoor is een landelijke richtlijn gemaakt. Deze richtlijn geeft zorgverleners adviezen over deze vroege vorm van infecties bij baby’s. Een richtlijn is geen wettelijk voorschrift. Een zorgverlener kan daarom op basis van argumenten besluiten van de richtlijn af te wijken.
Wat is een vroege vorm van infectie
Wanneer een pasgeboren kind binnen 3 dagen na de geboorte door een infectie ziek wordt, spreken wij van een early-onset neonatale infectie of een vroege vorm van een infectie bij een pasgeboren kind. Deze infectie kan mild verlopen.
Soms verloopt de infectie echter ernstig, waardoor soms antibiotica, en in nog ernstigere gevallen soms bloeddruk verhogende medicijnen of beademing nodig zijn. De ziekte kan zich snel ontwikkelen, soms binnen enkele uren. Het komt zelfs voor dat de ziekte slecht afloopt, ondanks snelle behandeling.
Hoe ontstaat een vroege vorm van infectie
Een vroege vorm van infectie (early-onset neonatale infectie) ontstaat vaak onverwacht. Tijdens de zwangerschap of de bevalling zijn er niet altijd aanwijzingen voor een verhoogde kans op deze ziekte.
Belangrijke bacteriën die deze vroege infecties bij pasgeboren baby’s kunnen geven zijn:
- groep-B-streptokokken (verder GBS genoemd)
- Escherichia coli (E.coli).
De GBS komt voor bij 1 op de 5 zwangere vrouwen. Zij hebben hier geen klachten van. Dit zijn zogenaamde draagsters. Deze vrouwen dragen deze bacteriën bij zich in de vagina (schede). Meestal levert dat geen problemen op, maar een klein aantal baby’s wordt ziek. Naast GBS kunnen ook andere bacteriën deze vroege vorm van een infectie bij baby’s geven.
Risicofactoren
Tijdens de zwangerschap of bevalling kunnen er risicofactoren bestaan die de kans op een GBS-infectie vergroten. Twee risicofactoren voor GBS-infecties zijn:
- een eerder kind met GBS ziekte en/of
- een blaasontsteking door GBS in de huidige zwangerschap.
Antibiotische behandeling tijdens de bevalling
Bij risicofactoren is het verstandig om de zwangere tijdens de bevalling antibiotica te geven. Dit heet GBS-profylaxe (penicilline, als de uitslag van de kweek wel of niet bekend is). Ook bij een vroeggeboorte kan GBS-profylaxe worden gegeven.
Als bekend is dat moeder GBS positief is, wordt in principe altijd gestart met penicilline.
Onderzoek naar GBS
In Nederland wordt niet standaard bij elke zwangere onderzoek naar GBS gedaan. Wordt tijdens de zwangerschap bij een uitstrijkje bij toeval een GBS gevonden dan wordt in overleg met de zwangere overwogen om GBS-profylaxe te geven. De uiteindelijke beslissing ligt bij de zwangere.
Wanneer een GBS-screening
Screening op GBS-dragerschap wordt in ieder geval geadviseerd bij:
- dreigende vroeggeboorte
- als er sprake is geweest van GBS-dragerschap in een voorgaande zwangerschap. Er kan dan GBS-screening tussen de 35ste en de 37ste zwangerschapsweek worden gedaan
- als een eerder kind kort na de geboorte ernstig ziek (infectie) is geworden zonder duidelijke oorzaak (bacterie)
Als (opnieuw) GBS-dragerschap wordt vastgesteld kan de zwangere voor GBS-profylaxe kiezen.
Tijdens de bevalling wordt er een infuus geprikt, waardoor de barende antibiotica krijgt. Als er geen andere medische indicatie is, kan de vrouw onder verantwoordelijkheid van de thuisverloskundige in het ziekenhuis bevallen. Daarna zal het kindje gedurende 12 uur ter observatie worden opgenomen.
Ondanks de GBS-profylaxe tijdens de bevalling is er nog steeds een kleine kans op een infectie bij de baby. Dit komt doordat andere bacteriën zoals E.coli ook een infectie kunnen geven.
Antibiotische behandeling van de baby
Na de geboorte zal tot antibiotische behandeling van de baby worden besloten op basis van risicofactoren en/of ziekteverschijnselen.
Antibiotica bij de baby is verstandig bij 2 van de volgende risicofactoren:
- een eerder kind met GBS-ziekte
- een vroeggeboorte (zwangerschapsduur minder dan 37 weken)
- langdurig gebroken vliezen (langer dan 24 uur) zonder dat de bevalling al is begonnen
- temperatuurverhoging van de moeder tijdens de bevalling (>38ºC)
- dragerschap van GBS bij de moeder tijdens de huidige zwangerschap
Antibiotica bij de baby is verstandig bij 1 van de volgende risicofactoren:
- tekenen van een ernstige infectie bij de moeder tijdens de bevalling
- verdenking of bewezen infectie bij een ander kind in het geval van een meerlingzwangerschap
Het herkennen van een vroege vorm van infectie bij de baby
Een baby kan langzaam of soms heel snel ziek worden. Als zij ziek zijn, kunnen zij:
- een grauwe kleur hebben
- een ander gedrag laten zien (bijvoorbeeld ontroostbaar huilen of lusteloosheid)
- slecht drinken
- een te lage (lager dan 36°C) of te hoge (hoger dan 38°C) lichaamstemperatuur hebben
- snel of kreunend ademhalen waarbij de neusvleugels bewegen
Deze klachten worden bij een baby gezien als alarmsignalen. Het is dan noodzakelijk om snel contact met een zorgverlener te zoeken. Er hoeft dan niet altijd sprake te zijn van een (ernstige) infectie.
Als een arts vermoedt dat een baby een infectie heeft volgt er altijd:
- een opname in het ziekenhuis
- nader onderzoek bijvoorbeeld een bloedkweek en verder bloedonderzoek. Soms is het nodig een ruggenprik te doen om te kijken of sprake is van een hersenvliesontsteking
- behandeling met antibiotica via een infuus
Behandelingen bij een vroege vorm van infectie bij baby’s
Als je baby een verhoogd risico op een infectie heeft, van een infectie wordt verdacht of een echte infectie heeft zal de arts je informeren en de behandeling met antibiotica bespreken.
Duur van de behandeling
De duur van de behandeling met antibiotica via het infuus bedraagt minstens 48 uur. Daarna wordt beoordeeld hoe waarschijnlijk een infectie is. Als een infectie onwaarschijnlijk is, wordt de antibiotica gestopt. Bij een milde infectie kan er na 48 uur gekozen worden om de antibiotica kuur af te maken in de vorm van een drank die ook thuis gegeven kan worden.
Als in de bloedkweek of in de kweek van het hersenvocht wel een bacterie wordt gevonden is de behandeling via het infuus langer.
De duur van de antibioticabehandeling is afhankelijk van de infectie (bloedvergiftiging, hersenvliesontsteking of longontsteking) en welke bacterie wordt gevonden.
De duur van de behandeling met antibiotica via het infuus;
- bij een bewezen bloedvergiftiging is 7 tot 14 dagen
- bij een hersenvliesontsteking 14 tot 21 dagen.
Vragen
Heb je na het lezen van deze informatie vragen? Stel deze dan aan de behandelend arts of verloskundige.
Het is belangrijk dat je goed begrijpt wat er aan de hand is en wat de mogelijkheden zijn.
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.