Ademspiertraining

Binnenkort krijgt u een hartoperatie. Om u zo goed mogelijk op de operatie voor te bereiden, krijgt u een trainingsprogramma voor uw ademspieren. Dit trainingsprogramma volgt u tot de operatie. Hier leest u meer informatie.

Waarom is dit trainingsprogramma nodig?

Elke keer dat u ademhaalt, gebruikt u bepaalde spieren. Ademhalen vraagt dus spierkracht. Na de hartoperatie is het belangrijk om weer diep te gaan inademen om de longen weer goed te ontplooien. Als u dit niet goed doet, is er sneller kans op een longontsteking. Daarnaast helpt het trainen om gemakkelijker te herstellen na de operatie. Door de ademspiertraining versterken we de ademspieren voorafgaand de operatie zodat u ná de operatie beter kunt ademhalen.  

Schoonmaken van het apparaat

U maakt het apparaat iedere dag schoon met een sopje van warm water met afwasmiddel. Spoel het apparaat daarna af met water en laat het apparaat drogen. Gebruik geen kokend water en doe het apparaat niet in de vaatwasser.

Hoe moet u trainen?

• De fysiotherapeut stelt het apparaat goed in zodat het past bij uw conditie. De weerstand die u tijdens het ademen voelt mag niet te zwaar of te licht zijn.
• De fysiotherapeut maakt een oefenschema voor u. U neemt het oefenschema samen door. U mag het oefenschema niet zelf veranderen.
• U krijgt het apparaat mee naar huis.
• U traint 2 keer per dag. Per keer haalt u 30 keer adem met het apparaat.
• Zorg ervoor dat u uitgerust bent voordat u aan de training begint.
• Ga bij het trainen in een stoel zonder armleuning zitten. Zit rechtop. Zet de neusklem op uw neus. Door de neusklem kunt u nu alleen nog door uw mond ademhalen.
• Neem het mondstuk in uw mond. Adem krachtig in zodat het ventiel opengaat. Hoort u de lucht door het apparaat stromen? Dan gebruikt u genoeg kracht. Adem weer uit door het mondstuk. Doe dit in totaal 30 keer per training. Adem krachtig in en rustig en helemaal uit. Houd uw ademhaling rustig tijdens de training.
• Na elke training vult u het trainingsschema achter in dit boekje in.
• U heeft regelmatig contact met de fysiotherapeut. Als het nodig is, wordt het oefenschema bijgesteld.

Als u net begint, kan het trainen van de ademhalingsspieren best zwaar zijn. Dit komt omdat u weerstand voelt bij het inademen door het apparaat. U kunt het gevoel krijgen dat u adem tekort komt. Krijgt u dit gevoel tijdens het trainen? Neem dan 1 minuut rustpauze nadat u 10 keer heeft ademgehaald.
In de rustpauze moet het gevoel van kortademigheid direct weggaan. Elke keer dat u traint wordt uw spierkracht beter. Bouw de rustpauzes langzaam af.

Het trainen mag wel vermoeiend zijn maar u moet er niet te moe van worden.

Wanneer rusten?

Deze manier van trainen is een extra belasting voor uw ademhalingsspieren. Rust daarom na iedere training 30 tot 60 minuten voordat u verder gaat met uw dagelijkse activiteiten. U hoeft niet te gaan liggen maar ga rustig zitten. Plan de trainingen en rustmomenten goed in uw dagschema.

Wanneer stoppen tijdens het trainen?

Stop meteen met het trainen als u de volgende klachten krijgt:

• Pijn op de borst
• Zwaar gevoel in de armen
• U voelt zich over het algemeen ‘niet lekker’
• Koorts (lichaamstemperatuur hoger dan 38,5 graden Celsius)
• U heeft lang het gevoel dat u adem tekort komt. Houdt u na de training het gevoel dat u adem tekort komt? Mogelijk is het apparaat niet goed ingesteld.

Krijgt u 1 of meer van deze klachten? Neem dan contact op met uw fysiotherapeut.

Het is belangrijk om te weten hoe zwaar de training voor u is. Voel zelf na elke training hoe zwaar de training voor u was. Voelt u zich erg vermoeid na de training? Of voelde de training niet te zwaar? U geeft dit aan op een zogeheten borgschaal. In de tabel op deze pagina ziet u een borgschaal. Op een borgschaal staan scores tussen 0 en 10. De score 0 betekent dat u de training helemaal niet zwaar vond. De score 10 betekent dat u de training heel erg zwaar vond.

Geef na iedere training een score hoe zwaar u de training vond. Houd de score bij in uw trainingsdagboek. Het trainingsdagboek staat op de volgende pagina’s.

Hoe zwaar u de training vindt, hangt vooral af van hoe erg u zich inspant, hoe moe uw spieren zijn en hoe erg u buiten adem bent. Geef eerlijk aan hoe zwaar de training voor u was. Het gaat om uw eigen gevoel. Zet dat in uw trainingsdagboek.

Invullen door fysiotherapeut.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: