Maagoperatie

Voedingsadviezen

Inleiding

U heeft een maagoperatie gehad. Van uw arts of diëtist heeft u al adviezen gekregen over voeding na de operatie. Hier kunt u alles rustig nalezen.

De maag

Algemeen

De maag is een belangrijk orgaan. Het zorgt voor de voorvertering van voedsel en dient als tijdelijke opslag voor voedsel. In de maag wordt voedsel gemengd met gal en start de vertering. Daarna gaat het langzaam naar de dunne darm. De sluitspier van de maag (pylorus) zorgt ervoor dat de dunne darm niet te veel voedsel tegelijk krijgt.

Welke klachten kunnen er ontstaan na een maagoperatie?

Na een maagoperatie kunnen verschillende klachten ontstaan. De ernst van de klachten verschilt per persoon en hangt af van de operatietechniek. In de meeste gevallen verminderen of verdwijnen de klachten na verloop van tijd. Dit komt doordat het lichaam zich aanpast aan de nieuwe situatie. Sommige klachten kunnen echter blijvend zijn of later ontstaan. Het is belangrijk te stoppen met roken en uw voeding aan te passen aan de klachten.

Is een dieet nodig?

Of een dieet nodig is na de operatie, hangt af van:

  • Het soort operatie
  • De symptomen die na de operatie optreden
  • Uw voedingstoestand

Algemene richtlijnen na een maagoperatie

  • Drink tijdens de maaltijd niet meer dan één glas.
  • Eet meerdere kleine maaltijden per dag. Gebruik bijvoorbeeld drie keer per dag een niet te grote hoofdmaaltijd. Tussendoor kunt u kleine maaltijden nemen, zoals een boterham, schaaltje yoghurt of stuk fruit.

  • Het hongergevoel kan minder zijn. Zorg ervoor dat u elke 1,5 tot 2 uur iets eet, ook als u geen honger heeft.

  • Neem de tijd voor de maaltijd. Eet rustig en kauw goed.
  • Eet geen vezelig fruit zoals sinaasappel, grapefruit, limoen, citroen, mandarijn, tangelo en pompelmoes. Gebruik citrusfruit bij voorkeur geperst en gezeefd. De vezels, zoals velletjes, zaden en schillen, kunnen achterblijven in het overgebleven gedeelte van de maag of in de dunne darm. Dit kan klachten veroorzaken. 

Refluxklachten

Na de operatie kan het klepje tussen maag en slokdarm minder goed werken. Hierdoor kunnen eten, drinken en maagsap terugstromen naar de slokdarm (reflux). Dit kan vooral gebeuren bij bukken, voorover staan of te plat slapen. Gebeurt dit tijdens uw slaap, dan kan dit het risico op een longontsteking vergroten. Om reflux tijdens de nacht te voorkomen, raden wij aan:

  • De eerste maanden na de operatie het hoofdeinde van uw bed te verhogen. Slaap in een hoek van ongeveer 30 graden.
  • Eet en drink 2 tot 3 uur voor het slapen gaan niets meer.

Heeft u vaak last van oprispend maagsap? Bespreek dit met uw chirurg. Mogelijk zijn er medicijnen nodig die de aanmaak van maagzuur remmen.

Adviezen bij reflux

  • Te veel eten of drinken in korte tijd kan een overvolle maag veroorzaken. Eet vaker kleine hoeveelheden om dit te voorkomen.

  • Voorover buigen na een maaltijd kan reflux uitlokken. Wacht minstens een half uur met sporten of klusjes doen. Buk door uw knieën bij het vastmaken van schoenveters.

Alvleesklierenzymen

De operatie kan invloed hebben op de aanmaak van spijsverteringsenzymen door de alvleesklier. Hierdoor wordt eten (met name vet) niet goed verteerd en kan uw lichaam voedingsstoffen minder goed opnemen. Dit kan leiden tot dunne, vettige, sterk ruikende en/of plakkerige ontlasting, winderigheid, darmkrampen en buikpijn. U kunt afvallen ondanks voldoende eten.

Herkenbaar? Uw arts kan u alvleesklierenzym supplementen voorschrijven. De diëtist helpt bij de juiste dosering. Samen kijkt u naar de verdeling van vet in uw voeding en krijgt u advies over het gebruik van de enzymen.

Dumpingsyndroom

Het dumpingsyndroom kan optreden na een maagoperatie. Hierbij ontstaan klachten doordat de maag zich te snel leegt of ontbreekt. We onderscheiden vroege en late dumping. Deze klachten kunnen samen of apart voorkomen.

Vroege dumping

Vroege dumping treedt 15 tot 30 minuten na de maaltijd op. Door het verlies van de maagfunctie kan voedsel niet goed worden opgeslagen in de maag. Voedsel komt te snel in de dunne darm terecht, waardoor vocht uit het bloed wordt aangetrokken. Hierdoor daalt de bloeddruk. Klachten die hierdoor ontstaan zijn pijn, misselijkheid, braken, diarree en een vol gevoel. Deze klachten verdwijnen na enige tijd vanzelf.

Voedingsadviezen:

  • Eet op regelmatige tijden en gebruik meerdere kleine maaltijden per dag. Eet rustig en kauw goed.
  • Ga even liggen na de maaltijd als dit helpt tegen de klachten.
  • Drink tijdens de maaltijden niet meer dan 1 glas. Eet bijvoorbeeld soep 1 uur voor de maaltijd en het toetje 1 uur na de maaltijd.
  • Eet en drink voeding met voldoende voedingsvezel. Vezelrijke voeding blijft langer in (het overgebleven deel van) de maag en helpt de darmwerking. Voorbeelden zijn bruin- of volkorenbrood, groente en fruit. Als vers volkorenbrood slecht wordt verdragen, kunt u dit roosteren. 

Late dumping

Late dumping ontstaat 1 tot 2 uur na een maaltijd. Dit wordt veroorzaakt door een te hoge productie van het hormoon insuline als voeding te snel in de dunne darm komt. Koolhydraten uit de voeding worden in de darmen omgezet in glucose (suiker). Deze glucose komt via de darmen in het bloed terecht en wordt naar de cellen in het lichaam gebracht. Hiervoor is insuline nodig. Bij late dumping wordt er te veel insuline aangemaakt, waardoor er te veel glucose naar de cellen gaat en er te weinig in het bloed achterblijft. Dit wordt een 'hypoglycemie' genoemd. Klachten die hierdoor ontstaan zijn beven, trillen, zweten, duizeligheid, neiging tot flauwvallen, hartkloppingen en honger.

Voedingsadviezen:

  • Eet op regelmatige tijden en gebruik kleine maaltijden per dag.
  • Drink niet meer dan één glas tijdens de maaltijd. Gebruik bijvoorbeeld soep een uur voor de maaltijd en het toetje een uur na de maaltijd.
  • Vermijd suiker en suikerrijke producten zoals zoet broodbeleg, snoep, limonade, frisdrank en vruchtensappen. Ook chocolade, ijs en appelmoes kunnen klachten veroorzaken. 
  • Bij klachten van hypoglycemie ('hypo') kunt u enkele suikerklontjes, druivensuikertabletten of een groot glas limonade of vruchtensap nemen. Zorg ervoor dat u altijd iets suikerrijks bij u heeft. Bijvoorbeeld een rol druivensuiker.
  • Beperk het gebruik van producten met melksuiker (lactose), zoals melk, pap en vla, als u er klachten van krijgt. Vaak wordt een kleine hoeveelheid van deze producten tijdens de maaltijden wel verdragen. Probeer dit voorzichtig uit. Nederlandse kaas bevat nauwelijks lactose en kan gewoon gebruikt worden. Ook zure melkproducten zoals yoghurt, karnemelk en kwark geven meestal geen problemen. In plaats van gewone melk kunt u lactosevrije melk drinken. Overleg dit met uw diëtist.
  • Gebruik voeding met voldoende voedingsvezel. Vezelrijke voeding blijft langer in (het overgebleven deel van) de maag en helpt de darmwerking. Voorbeelden zijn bruin- of volkorenbrood, groente en fruit. Als vers volkorenbrood slecht wordt verdragen, kunt u dit roosteren.

Gevolgen op lange termijn

Na een maagoperatie kunt u op de lange termijn last krijgen van enkele gezondheidsproblemen. Hier leest u welke problemen kunnen ontstaan en wat u kunt doen.

Vitamine B12 tekort

Voor de opname van vitamine B12 uit voeding is een stofje nodig dat in de maag wordt gemaakt. Dit stofje heet intrinsic factor. Na een (gedeeltelijke) maagverwijdering wordt er onvoldoende van deze stof gemaakt. Hierdoor kan vitamine B12 niet goed worden opgenomen in het lichaam. Dit kan op termijn leiden tot een tekort aan vitamine B12 en uiteindelijk tot bloedarmoede. Het kan zijn dat u vitamine B12-injecties nodig heeft om een tekort aan te vullen of te voorkomen. Uw arts bespreekt dit met u.

Gewichtsverlies

Na een maagoperatie verliezen de meeste mensen ongeveer 10% van hun lichaamsgewicht. Dit gewichtsverlies kan soms veel groter zijn, afhankelijk van de soort operatie. Een gebrek aan eetlust, afkeer van bepaalde voedingsmiddelen en angst voor klachten kunnen invloed hebben op uw gewicht.

In zeldzame gevallen wordt gewichtsverlies veroorzaakt door een slechte vertering of verminderde opname van voedingsstoffen. Voedsel passeert dan sneller door het maag-darmkanaal, waardoor verteringssappen te laat in de dunne darm aankomen. Hierdoor wordt voedsel minder goed verteerd en worden voedingsstoffen minder goed opgenomen.

Voedingsadviezen

Mogelijk is een energie- en eiwitrijk dieet van toepassing. Bespreek met uw diëtist welke adviezen uit de folder “Energie- en eiwitverrijkt dieet” voor u van toepassing zijn.

Meer informatie

Heeft u meer vragen of wilt u extra informatie? Neem dan contact op met de volgende organisaties.

Voedingscentrum

Telefoon: (070) 306 88 88

Website: www.voedingscentrum.nl

Nederlandse Maag Lever Darm Stichting

Telefoon: (030) 605 58 81

Website: www.mlds.nl

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven