Implantatie PD katheter

Dialyse via het buikvlies

Inleiding

U heeft in overleg met uw behandelend arts gekozen voor peritoneaal dialyse (PD). Dit noemt men ook wel de Continue Ambulante Peritoneaal Dialyse (CAPD) behandeling. Voor deze behandeling is het noodzakelijk dat een speciale katheter geplaatst wordt in uw buikholte. Uw behandelend arts heeft u al uitleg gegeven. In deze folder vindt u de informatie over de operatie, de zorg na de operatie en de eventuele klachten die u kunt verwachten na de implantatie van de katheter.

Voorbereiding

Vóór de ingreep

Wanneer de nefroloog, dit is een internist die is gespecialiseerd in nierziekten, in overleg met u heeft besloten dat het tijd is om een PD katheter te plaatsen, krijgt u een afspraak bij de chirurg. Tevens wordt u doorverwezen naar de PD verpleegkundige. Een PD verpleegkundige is een verpleegkundige die speciaal is opgeleid om u te ondersteunen vóór en na de implantatie van de PD katheter.

Plaatsbepaling

Zodra bekend is wanneer de PD katheter wordt geplaatst maakt de PD verpleegkundige een afspraak met u voor het bepalen van de plaats van de PD katheter. De plaats van de insteekopening wordt samen met u bepaald. Met een aantal factoren wordt rekening gehouden:

  • Bent u rechts- of linkshandig
  • Welke kleding draagt u: hoge of juist lage broeken
  • Welke werkzaamheden verricht u?

Nadat de plaats is bepaald kunt u, indien u dit wenst, een dag werken, sporten en slapen met een opgeplakte katheter. Blijkt na deze dag dat de insteekopening op de juiste plaats zit dan wordt deze gemarkeerd met een watervaste stift. Zo weet de chirurg precies waar hij de insteekopening van de katheter moet maken.

In sommige gevallen moet de chirurg tijdens de operatie afwijken van de gemarkeerde plaats.

Neuszalf

De dag voor de ingreep moet u starten met Bactroban neuszalf. In uw neus leven altijd bacteriën. Sommige van deze bacteriën kunnen een wondinfectie na een operatie veroorzaken. Vooralde Staphylococcus aureus bacterie. De Bactroban neuszalf doodt deze bacteriën waardoor een mogelijke wondinfectie wordt voorkomen .

Het preoperatief bureau

Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het preoperatief bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig. Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie vindt u in de folder “preoperatief onderzoek”.

Anesthesie

De ingreep geschiedt meestal onder algehele anesthesie (narcose). De anesthesist zal dit met u bespreken. Meer informatie over de gang van zaken vóór, tijdens en na de anesthesie krijgt u via het preoperatief bureau en leest u in de folder “Anesthesie en preoperatief onderzoek”.

Bloedverdunners

Als u bloedverdunnende middelen zoals acenocoumarol, fenprocoumon (Marcoumar®) of aspirine slikt moet u deze in overleg met de trombosedienst enkele dagen voor de operatie stoppen. Als u het slikken van de bloedverdunnende middelen weer hervat gebeurt dit ook in overleg met de trombosedienst. Gebruikt u bloedverdunnende middelen zoals acetosal (aspirine) overleg dan met uw arts of u deze moet stoppen en wanneer u deze weer kunt gaan gebruiken.

De ingreep

De dag van de ingreep

Op de dag van de operatie wordt u ’s morgens op de verpleegafdeling verwacht.

Tijdens de operatie maakt de chirurg een verticale snede in de onderbuik. Hierdoor brengt hij de katheter in de buikholte. Via een andere kleine snede wordt de katheter door de huid naar buiten gebracht(de insteekopening). U heeft dus twee wondjes na de operatie.

Duur van de ingreep

De ingreep duurt 30 tot 40 minuten.

Na de ingreep

Na de operatie komt een dialyseverpleegkundige langs om de wond te bekijken. Ook bevestigt zij de katheter stevig op de buik. U krijgt een klem uitgereikt, die u nodig hebt om de katheter af te sluiten als onverhoopt het katheterverlengstuk heeft losgelaten van de metalen adapter. De dialyseverpleegkundige geeft u hierover uitleg. Ongeveer 3 uur na de operatie mag u, als u weer goed wakker bent, wat eten. De blaaskatheter wordt verwijderd. Als alles goed gaat mag u dezelfde dag weer naar huis.

Afspraken

Na ongeveer een week komt u terug bij de dialyseverpleegkundige. U krijgt hiervoor een afspraak mee.

U krijgt ook een afspraak voor de chirurg en u blijft onder controle van de nefroloog.

Weer thuis

Voordat u met de training CAPD kunt beginnen is het nodig uw buik eerst twee weken “rust” te gunnen. De cuffs (een soort watjes waarmee de katheter in de buik is vastgezet) hebben tijd nodig om vast te groeien. Daarnaast zijn de onderhuidse tunnel en de katheterpoort vaak gevoelig. De huid moet nog wennen aan de katheter.

Het is belangrijk dat de katheter gedurende deze twee weken in dezelfde positie afgeplakt blijft en er geen ontsteking aan de katheterpoort ontstaat. De verzorging van de katheter wordt gedurende deze periode daarom alléén maar gedaan door de dialyseverpleegkundige. Tijdens deze twee weken mag niet gedoucht worden.

U komt voor de verzorging van de katheter naar de dialyse afdeling. De dialyseverpleegkundige controleert de katheterpoort en verbindt deze opnieuw. Meestal gebeurt dit één keer per week. Soms is dit vaker nodig. De dialyseverpleegkundige bespreekt dit met u. Na deze periode van twee weken blijft de dialyseverpleegkundige de verzorging doen van de katheterpoort. Zij plakt een speciale pleister over de wond. Vanaf dit moment mag u weer douchen.

Het blijft belangrijk dat u rust houdt zodat de katheter goed vast kan groeien. U dient dan ook zo veel mogelijk te vermijden dat er druk op uw buik staat.

Enkele adviezen om zo veel mogelijk druk op uw buik te vermijden:

  • Til geen zware voorwerpen
  • Doe geen buikspieroefeningen
  • Ondersteun uw buik als u moet niezen of hoesten
  • Draag geen knellende kleding.

Na ongeveer 6 weken is de wond geheeld, De dialyseverpleegkundige leert u hoe u zelfstandig de katheterpoort kunt verzorgen. Vanaf dit moment kunt u langzaam uw normale bezigheden hervatten.

Complicaties en bijwerkingen

Schouderpijn

Tijdens de ingreep wordt de buik gevuld met koolzuurgas. Dit geeft de chirurg ruimte om in de buik te kijken en te werken. Vaak blijft na de operatie nog wat gas achter, dit kan geen kwaad. Wel kan het achtergebleven gas pijn in de schouders geven, doordat het middenrif wordt geprikkeld. Heeft u hier last van dan kunt u de verpleegkundige om pijnmedicatie vragen. Meestal is binnen enkele dagen het gas en daarmee de pijn verdwenen.

Opgeblazen gevoel

Een opgeblazen gevoel is enerzijds het gevolg van het achtergebleven gas, anderzijds moeten uw darmen na de ingreep weer op gang komen. Dit gaat vaak gepaard met een opgeblazen gevoel en winderigheid. Dit is normaal.

Prikkeling rond blaas en anus

Het einde van de katheter ligt onder in de buikholte. Als de katheter het buikvlies raakt veroorzaakt dit een prikkeling, die uitstraalt naar blaas en anus. Dit wordt in het algemeen als vervelend ervaren. Meestal verdwijnt dit gevoel als u start met de dialyse.

Geen enkele ingreep is zonder risico’s. Zo ook is bij deze ingreep de normale kans op complicaties van een ingreep aanwezig. Gelukkig komen nabloedingen weinig voor evenals lekkages., Wel bestaat een kans op infectie van de katheterpoort.

Wanneer contact opnemen?

U moet contact opnemen met de dialyseafdeling als:

  • De pleister erg vuil is geworden of los zit
  • U koorts heeft (vanaf 37.6 °C)
  • Als u last heeft van obstipatie(verstopping)
  • Bij ontsteking van de katheterpoort

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven