Inleiding
U heeft een verwijding van een slagader. Dit wordt ook wel aneurysma genoemd. U heeft hier mondeling al informatie over gekregen. Hier kunt u alles rustig nalezen.
Slagaderverwijding (aneurysma)
De slagaders vervoeren ons bloed door het lichaam naar organen, spieren en andere weefsels. (Slag)aders zetten uit en krimpen in diameter afhankelijk van de bloeddruk. Bij een slagaderverwijding (aneurysma) is er een permanente verwijding of “zwakke plek” ontstaan van een gedeelte van de slagader. Het risico van een verwijde slagader hangt af van de plek en de diameter. Uw behandelaar zal dit voor uw situatie toelichten. U kunt deze informatie gebruiken als naslagwerk en om aantekeningen bij te schrijven voor uw persoonlijke situatie.
Meer informatie
U kunt meer informatie vinden op de website van de

De grote bloedvaten
Deze tekening kunt u, samen met uw behandelaar, gebruiken om de plaats(en) aan te duiden waar de slagader bij u is verwijd.

Klachten bij een slagaderverwijding
Een verwijde slagader is niet pijnlijk. Soms kan de verwijde slagader duwen op omliggende zenuwen of weefsels die wel klachten geven. Omdat er meestal geen klachten zijn wordt een verwijde slagader vaak per toeval ontdekt of als er acute klachten zijn zoals:
Het scheuren van een slagader (ruptuur)
Een scheur in de bloedvatwand komt niet vaak voor. De kans op een scheur neemt toe als de diameter van het bloedvat toeneemt. Het scheuren van een verwijde slagader is levensgevaarlijk. U hebt dan een inwendige slagaderlijke bloeding die direct behandeld moet worden.
Symptomen van een scheur (ruptuur)
Een aneurysma komt het meest voor in de buikslagader. Dan heet het abdominaal aneurysma of AAA. Bij een scheur (ruptuur) van de buikslagader voelt u een toenemende heftige pijn in de buik of rug, soms met uitstraling naar de benen. Meestal daalt dan ook de bloeddruk en kunt u bleek zien, een klamme huid hebben, suf of verward worden en zelfs bewusteloos raken.
Pijn? Bel 112!
Een afsluiting van het bloedvat (embolie)
De verwijde slagader zorgt ervoor dat bloed niet gelijkmatig doorstroomt. Hierdoor kunnen bloedklonters (stolsels) ontstaan. Door een opstapeling van bloedklonters (stolsels) kan een bloedvat ineens verstopt zitten (Embolie). Meestal is dit het geval bij een verwijding van de slagader in de kniekuil. Door de afsluiting van het bloedvat krijgt een orgaan of ledemaat ineens geen bloed meer. Dit uit zich meestal in pijn, koud of doof aanvoelend ledemaat en soms is de mobiliteit van het ledemaat afgenomen.
Oorzaken
De kans op een verwijde slagader is verhoogd:
- als er slagaderverwijdingen in uw familie voorkomen,
- als u al een slagaderverwijding op een andere plek in het lichaam heeft,
- bij een langdurig te hoge bloeddruk,
- als u rookt (en meeroken),
- bij COPD,
- op hogere leeftijd,
- bij sommige bindweefselaandoeningen of ontstekingsziekten, zoals het syndroom van Marfan, het syndroom van Ehlers-Danlos en Q-koorts.
Aanvullend onderzoek
Duplex (echografisch onderzoek)
Echo onderzoek is een goede methode voor het opvolgen van een verwijde slagader in de onderbuik en benen. Een echo onderzoek is niet schadelijk voor uw gezondheid of pijnlijk. Indien er veel lucht in de buik zit of de verwijding zit heel diep in de buik dan kan het voorkomen dat het onderzoek niet lukt.
CT-scan of MRI-scan
Een scan wordt gemaakt om verschillende redenen. Bijvoorbeeld om verwijdingen op andere plekken in uw lichaam te signaleren, bij onduidelijkheden van de duplex (echografisch onderzoek), of indien u een behandeling (operatie) moet ondergaan en er is meer informatie nodig over de locatie en de vorm van de slagader. Tijdens de CT-scan krijgt u contrastvloeistof via een infuus.
De CT scan werkt met röntgenstraling en soms ook contrastvloeistof (hierover leest u verderop meer). Beide kunnen schade toebrengen aan uw gezondheid.
De MRI scan werkt met een sterk magnetisch veld en soms ook contrastvloeistof. Een MRI scan wordt als meer belastend ervaren dan de CT-scan. Sommige mensen vinden het onprettig om in de kleine buis te moeten liggen. Tijdens de opnamen hoort u harde kloppende of ratelende geluiden.
Leefregels, opvolging en behandeling
Niet elke slagaderlijke verwijding heeft direct een operatie nodig. Dit kan angst en onzekerheid met zich meebrengen. Wat mag u wel en wat niet meer? Waar moet u op letten? Bespreek deze vragen met uw behandelaar, zodat we samen tot een goed behandelplan komen.
Leefregels
Zwaar werk, tillen, sauna bezoek, persen bij toiletgang, hoesten; zijn voorbeelden waarbij de druk tijdelijk verhoogt raakt in de buikholte. Het is niet bewezen dat dit leidt tot een snellere groei of dat hierdoor een slagaderlijke verwijding van de aorta eerder knapt.
Wat kunt u zelf doen?
U kunt zelf bijdragen aan gezonde bloedvaten. Samen met uw specialist bekijkt u wat voor u van toepassing is en stel samen een doel op.
Factor |
Doel |
Hoe te bereiken |
---|---|---|
Roken |
Stoppen met roken |
|
Bewegen |
Meer bewegen |
|
Medicijnen |
Weet wat u aan tabletten neemt. Dit vergroot uw therapietrouw. |
Uw apotheker kan u een actueel medicatieoverzicht (AMO) printen. |
Afspraak |
Kom minimaal 1 keer per jaar bij uw huisarts of specialist om uw risicofactoren te controleren. |
|
Medicatie
Enkele van de volgende medicijnen worden vaak gestart bij slagaderververwijding.
- Acetylsalicylzuur (Carbasalaatcalcium)
80 of 100 mg, 1 maal daags 1 tablet om 8.00 uur.
Mogelijke bijwerking: maagklachten, blauwe plekken, soms uitslag of allergie.
Voordeel: voorkomt bloedklonters in vernauwde bloedvaten. - Clopidogel (Plavix of Grepid)
75 mg / 1 maal daags 1 tablet om 8.00 uur.
Mogelijke bijwerking: blauwe plekken, maag-darm bloedingen en hoofdpijnklachten.
Voordeel: voorkomt bloedklonters in vernauwde bloedvaten.
- Cholesterolverlager
Mogelijke bijwerking: onder andere Spierklachten (afhankelijk van het type medicament)
Voordeel: verlaagd “slecht cholesterol”.
- Bloeddrukverlager
Mogelijke bijwerking: afhankelijk van het type medicament.
Voordeel: verlaagt de “druk” op de bloedvaten.
Poliklinische controle
Het is meestal niet nodig om een kleine slagaderverwijding te opereren. De risico’s van de operatie zijn dan groter dan de risico’s van de verwijding zelf (scheuren of dichtslibben). De plek, de klachten en de diameter bepalen het risico op complicaties en of een ingreep nodig is. Wel is regelmatige controle nodig.
Hoofdbehandelaar
Uw vaatchirurg is uw hoofdbehandelaar. U kunt op de polikliniek te maken krijgen met de
- verpleegkundig specialist
- arts assistenten in opleiding tot (vaat)chirurg.
Zij werken onder supervisie van specialisten.
Verwijde buikslagader
Meestal is er sprake van een verwijde buikslagader. Er wordt wel gesproken van een Abdominaal Aorta Aneurysma (AAA) dit is een verwijding van de buikslagader. De AAA groeit gemiddeld 1-4 mm per jaar. Tijdens uw bezoeken bij de vaatchirurg wordt telkens een afweging gemaakt van de risico’s, en of een operatie geadviseerd is. Over het algemeen is een operatie geïndiceerd als de diameter breder dan 5.5 cm is.
AAA |
Grootte |
Controle |
---|---|---|
Klein AAA |
3 t/m 3,9 cm |
Eens per 3 jaar. |
Middel AAA |
4 t/m 4,9 cm |
Jaarlijks |
Groot AAA |
>5 cm |
Elke 3 tot 6 maanden |
Verwijde slagader op een andere plek
Een slagaderverwijding in de kniekuil of op een andere plek in het lichaam wordt meestal jaarlijks gecontroleerd. Afhankelijk van de plek is dit een duplex (echo) of een scan (CT of MRI).
Behandeling van de verwijde buikslagader
Een verwijding van de buikslagader (AAA) komt het vaakst voor.

Doel van de behandeling
Het doel van een behandeling bij een aortaverwijding in de buikholte is het wegnemen van de druk op de bloedvatwand. Deze wand is door de uitzetting zwak geworden en zou kunnen scheuren.
Er zijn verschillende manieren om deze aortaverwijding in de buikholte te opereren. In deze folder richten we ons op de twee meest gebruikte methodes. De operatie via de liesslagader en de operatie via de buik. Uw specifieke situatie zal door uw vaatchirurg worden toegelicht.
Een operatie via de liesslagader

Verdoving
Narcose, ruggenprik of een lokale verdoving in de lies.
Duur van de operatie
Ongeveer 2 uur.
Duur van de opname
(Ongeveer) 2 dagen (= 1 nacht).
Voordelen
- Uw herstel direct na de opname is vaak vlot.
- De complicatie risico's tijdens de operatie zijn lager dan de risico's tijdens een operatie via de buik.
Operatie risico's
- Nabloeding of lekkage.
- Wond-/ prothese infectie.
- Afsluiting van zijtakken van de aorta (naar de darm, nieren of de ruggenmerg). Het niet goed functioneren van de prothese (blijvende lekkage, onvoldoende afsluiting of knikken van een pootje).
- ‘Bedcomplicaties’ zoals: doorliggen, longontsteking, trombosebeen, longembolie, spier-/ gewrichtsklachten, moeite met de stoelgang.
- Narcose of ruggenprik complicaties.
Hersteltijd
Het duurt enkele weken voordat u zich weer een beetje de oude voelt.
Spoten/werk
U mag een week niet fietsen, sporten of zwaar tillen na de operatie.
Nacontrole
- De eerste poliklinische controle na de opname is na 2 weken als er hechtingen zijn geplaatst of na 4 weken (na de eerste CT scan).
- Hierna na zal na 6 of 12 maanden een CT-scan herhaald worden.
- Als er hierna geen afwijkingen zijn, dan volgt een jaarlijkse controle met echo (duplex) en zo nodig een röntgenfoto van de buik.
Een operatie via de buik

Anesthesie
Voor de ingreep krijgt u algehele anesthesie / narcose.
Duur van de ingreep
De operatie duurt ongeveer 3-4 uur.
Opnameduur
De opnameduur bedraagt (ongeveer) 7 dagen.
Voordelen van een operatie via de buik
U loopt minder risico om opnieuw geopereerd te worden dan bij de ingreep via de lies.
Operatie risico’s
- Nabloeding of lekkage.
- Wond-/ prothese infectie.
- Afsluiting van zijtakken van de aorta (naar de darm, nieren of de ruggenmerg).
- Het niet goed functioneren van de prothese (blijvende lekkage, onvoldoende afsluiting of knikken van een pootje).
- Mogelijk dat u een littekenbreuk ontwikkelt.
- Soms klachten met de potentie.
- ‘Bedcomplicaties’ zoals: doorliggen, longontsteking, trombosebeen, longembolie, spier-/ gewrichtsklachten, moeite met de stoelgang.
- Narcose complicaties.
Hersteltijd
Het duurt enkele maanden voordat u zich weer een beetje de oude voelt.
Beweging
Probeer uw buikspieren 6 weken niet te belasten. U mag op geleide van klachten wel wandelen en fietsen als de wond een voorspoedige genezing laat zien.
Nacontrole
De eerste controle op de polikliniek na de opname is na ongeveer veertien dagen.
Als er hierna geen afwijkingen zijn, dan volgt elke 5-10 jaar een controle (Echo/duplex of CT).
Behandeling van een verwijde slagader in de kniekuil
Een verwijding van de slagader in uw kniekuil kan op verschillende manieren behandeld worden. De behandeling richt zich op het behoud van een goede doorbloeding naar de voet.
Bypass
(A) Tijdens een operatie wordt een omleiding (bypass) gemaakt van een ader of van een kunststof buisje. De bloeddoorstroming naar de voet gaat via deze omleiding. De doorgang naar het zieke bloedvat is belemmerd.
S-snede
(B) Tijdens een operatie wordt een S-vormige snede in de kniekuil gemaakt. Hierbij wordt het verwijde stuk verwijderd en vervangen door een lapje van kunststof of een eigen ader.
Stent
(C) Onder plaatselijke verdoving wordt via de liesslagader een kunststof buisje (stent) aangebracht in de binnenzijde van het bloedvat.

Operatie van een verwijde slagader in de kniekuil
Anesthesie
Zowel de Bypass als s-snede operatie vindt plaats onder algehele anesthesie / narcose of met de ruggenprik.
Het plaatsen van de stent vindt plaats met lokale anesthesie (verdoving) via een prik in de lies.
Duur van de ingreep
Zowel de Bypass als de S-snede duurt ongeveer 2 uur.
Het plaatsen van een stent duurt ongeveer 1 uur.
Opnameduur
De opnameduur bij bypass operatie en s-snede bedraagt 2-5 dagen.
Voor het plaatsen van de stent verblijft u 2 dagen (1 nacht) in het ziekenhuis.
Risico’s / Complicaties
Bij bypass en s-snede
- Nabloeding/lekkage.
- Bloedklonters.
- Wond- of prothese-infectie.
- Beschadiging van (huid)zenuwen.
- Problemen met het klemmen van het bloedvat.
- De bypass kan dicht gaan zitten indien er onvoldoende bloed door de bypass kan stromen.
- “Bedcomplicaties” zoals: doorliggen, longontsteking, trombosebeen, longembolie, spier-/ gewrichtsklachten, moeite met de stoelgang.
- Narcose of ruggenprik complicaties
Bij het plaatsen van een stent
- Bloeduitstorting.
- Zwakke plek in de slagaderwand.
- Bloedklonters.
- Scheurtje in het bloedvat.
- Reacties op de contrastvloeistof (allergie, nierfunctiestoornis).
Hersteltijd / leefregels
Bij bypass en s-snede
Tot volledige wondgenezing geen zware fysieke inspanning of baden, douchen mag wel.
Bij plaatsen van een stent
Vijf dagen geen zware fysieke inspanning of baden, douchen mag wel.
Poliklinische controle
Na een bypass operatie vindt meestal jaarlijks een poliklinische controle plaats.
Na een s-snede en na het plaatsen van een stent vindt controle plaats als u klachten heeft.
Contrastvloeistof
In deze informatie heeft u kunnen lezen dat u voor enkele onderzoeken en behandelingen contrastvloeistof kunt krijgen. Bijvoorbeeld bij de CT-/ MRI-scan en bij een operatie via de liesslagaders.
De contrastvloeistof wordt toegediend via een infuus. Deze vloeistof wordt door de nieren uit het bloed gefilterd en vervolgens uitgescheiden. Bij het inlopen van de contrastvloeistof voelt u kort een warm gevoel. Dit trekt weg na enkele seconden. Deze vloeistof is nodig om uw bloedvaten en organen goed in beeld te krijgen.
Jodium-/contrastallergie
Soms kan een allergische reactie ontstaan. Dit kan direct of na enkele dagen. Als u na de behandeling last krijgt van huiduitslag, meld dit aan uw specialist.
Voorbereiding bij een Jodium-/ contrastallergie
De dag voor het onderzoek neemt u thuis om 12 uur, 7 uur en 1 uur vòòr het onderzoek een tablet Prednison (50mg) in. U krijgt het recept hiervoor van uw behandelaar op de poli. Op de afdeling krijgt u nog een infuus. Ongeveer een half uur voor de angiografie of het onderzoek (CT met contrast) krijgt u een medicijn toegediend ter onderdrukking van een allergische reactie (Tavegyl).
Verminderde nierfunctie
Voorafgaande aan het onderzoek moet u bloed laten prikken. Als uw nieren naar verwachting moeite zullen hebben om de contrastvloeistof uit het lichaam te verwijderen zal de contrastpoli worden ingeschakeld. De contrastpoli kijkt of er beschermende maatregelen voor uw nieren nodig zijn. U kunt hierbij denken aan het tijdelijk stoppen van medicijnen, het toedienen van extra vocht voorafgaande aan het onderzoek en bloedprikken enkele dagen na de procedure.
Ter voorbereiding van uw opname
Medicijnen
Controleer welke medicatie u door mag nemen en welke u moet stoppen.
Bloedverdunners
Bloedverdunners moet u vaak stoppen. Clopidogrel (plavix of grepid), acetylsalicylzuur (ascal of carbasalaatcalsium) en persantin (dipyridamol) mag u meestal gewoon doorgebruiken.
Niet innemen
Op de dag van het onderzoek mag u onderstaande medicijnen niet innemen:
Furosemide (lasix), Burinex (Bumetanide), Hydrochloorthiazide, Spironolacton, Inspra, of een combinatiepreparaat.
Meenemen naar het ziekenhuis
- Neem uw eigen medicatie mee bij uw opname (tenminste voor 2 dagen).
- Uw toiletartikelen, pyjama, ondergoed, bril, gehoorapparaat etc.
- Eventueel een boek, een handwerkje of uw tablet.
- Denk alvast na over eventuele hulp die u nodig heeft na de opname. Bijvoorbeeld:
- Hulp bij het doen van boodschappen, koken en poetsen (dit moet u namelijk zelf regelen).
- Hulp bij douchen en/of wondzorg zal (indien nodig) tijdens de opname aangevraagd worden door de verpleegkundige.
- Wij adviseren te stoppen met roken (ten minste/ indien mogelijk 6 weken voorafgaande aan de operatie).
Bij opname
De verpleegkundige heeft een opnamegesprek met u. Hierin bespreekt ze aandachtspunten zoals allergieën of zorgverlening die u thuis al krijgt. Als u het lastig vindt om informatie zelf door te geven aan familie/contactpersoon: geef dit dan aan bij de verpleegkundige. Onze zaalarts of verpleegkundig specialist zal dan geregeld contact opnemen met de 1e contactpersoon. Zo ontstaan er geen onduidelijkheden.
Denkt u hulp nodig te hebben na de opname, geef dit alvast aan bij de verpleegkundige.
Na een ingreep en/of operatie
- U kunt door de ingreep tijdelijk extra pijn ervaren. De verpleegkundige vraagt u hier geregeld naar. Meldt u zich ook tussendoor als u niet comfortabel bent.
- U kunt na een ingreep allerlei slangetjes aan uw lichaam hebben. Denk hierbij aan:
- een urinekatheter via de plasbuis,
- een infuus (meestal in de arm),
- zuurstof via de neus,
- een maagsonde via de neus (alleen bij een open buikoperatie),
- een drain (slangetje dat overtollig vocht uit het wondgebied af laat lopen).
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.