Nacontrole

U bent behandeld voor borstkanker of een voorstadium van borstkanker. Na de chirurgische behandeling en de eventueel aanvullende behandeling in de vorm van chemotherapie en/of radiotherapie, blijft u nog een bepaalde tijd onder controle van de mammapolikliniek. Deze vorm van controle wordt ‘follow-up’ genoemd. De duur van de periode en de vorm waarin deze controles plaats vinden, is niet alleen afhankelijk van de behandeling die u hebt ondergaan, maar ook van een aantal andere factoren, zoals uw leeftijd. Hier vindt u informatie over hoe en waarom controles zullen plaatsvinden.

Het doel van de controle bezoeken is om de terugkeer van de ziekte in de behandelde borst of de andere borst in een vroeg stadium op te sporen. Daarnaast kunnen eventuele bijwerkingen van de behandeling die u heeft ondergaan vastgesteld en zo nodig behandeld worden. Alle klachten die u heeft, kunt u tijdens een controle bezoek melden aan de Physician Assistant of aan uw controlerend arts.

U komt voor controle bij de chirurg, Physician Assistant of de arts-assistent.  

Tijdens deze bezoeken wordt ingegaan op lichamelijke klachten, ook als deze niet veroorzaakt zijn door de behandeling. Ook is er ruimte om psychosociale aspecten te bespreken waar u door uw ziekte mee geconfronteerd wordt. Vervolgens vindt er lichamelijk onderzoek plaats van de borst, zowel aan de geopereerde zijde als aan de andere zijde, beide oksels, de hals en zo nodig een uitgebreider lichamelijk onderzoek.

Jaarlijks wordt een controle foto van de borsten gemaakt. Als bij u de borst is verwijderd of een reconstructie van de borst is gedaan, wordt alleen een mammografie van de andere zijde gemaakt. Andere onderzoeken gebeuren alleen als hier een speciale reden voor is, bijvoorbeeld een specifieke lichamelijke klacht.

Het eerste jaar na de behandeling wordt u om de 6 maanden gecontroleerd; al dan niet afgewisseld met uw radiotherapeut en/of oncoloog. Vervolgens wordt de frequentie afgebouwd.

U wordt gedurende 10 jaar nog gecontroleerd. Daarna vindt verwijzing naar het Bevolkingsonderzoek plaats (BOBZ).

Het is voor u wellicht moeilijk te beoordelen of klachten die u heeft een relatie hebben met borstkanker of niet? Heeft u klachten aan uw borst(en), zoals een zwelling of roodheid, of heeft u armklachten die tussen de controles ontstaan of toenemen, dan kunt u contact opnemen met de Physician Assistant of de mammacare verpleegkundige. Ook als u bang bent dat uw klachten te maken hebben met de borstkanker of de behandeling hiervan, kunt u contact opnemen met het Oncologiecentrum. Uiteraard kunt u deze, maar ook alle andere klachten bespreken met uw huisarts. Uw huisarts kan ook contact met ons opnemen.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: