Haarnestcyste

Sinus Pilonidalis

Inleiding

U heeft een haarnestcyste. Uw arts heeft de verschillende behandelingsmogelijkheden uitgelegd. Hier kunt u alles nalezen. Voor u persoonlijk kunnen sommige zaken anders zijn.

Haarnestcyste

Sinus pilonidalis of haarnestcyste is een aandoening (ziekte) waarbij een ontstoken holte onder de huid ontstaat in de bilnaad, met 1 of meer openingen naar buiten. Klachten zijn pijn, jeuk en de uitvloed van bloed of pus. In de holte zitten vaak haren die de ontsteking veroorzaken. Deze haren komen onderhuids te liggen door kleine openingen in de huid in het midden van de bilnaad. Risicofactoren voor het ontstaan van een sinus pilonidalis zijn overmatige lichaamsbeharing, een diepe bilnaad, zittend werk en slechte hygiëne van de bilnaad. Het komt veel bij jonge mannen voor.

Behandelingsmogelijkheden

  • Heeft u (bijna) geen klachten en is de haarnestcyste rustig? Dan krijgt u het advies om regelmatig te ontharen en de plek rond de cyste goed schoon te houden. Door de cyste en de plek er om heen goed schoon te houden kunnen losse haartjes wegspoelen. Zo kunnen de losse haartjes niet in de cyste komen via de kleine gaatjes.
  • Bij blijvende klachten en bij een ernstige ontsteking kan een operatie nodig zijn. Hier leest u meer informatie over de operatie.
  • Afhankelijk van de ernst van de aandoening, wordt er gekozen voor een minimaal invasieve ingreep onder lokale verdoving of een uitgebreidere operatie onder algehele narcose.

Voorbereiding op de ingreep

Afspraak bij het pre-operatief bureau

Zodra de indicatie voor de ingreep onder narcose gesteld is, plaatst de chirurg u op de wachtlijst. In uw ‘mijn VieCuri’ vindt u dan een lijst die u moet invullen. Deze gegevens komen terecht op het pre-operatief bureau, waar u vervolgens een afspraak heeft. De anesthesist zal u dan goedkeuren voor de narcose (en dus de ingreep). Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de operatie. Met dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. 

 

Als er gekozen wordt voor een minimaal invasieve behandeling, geldt bovenstaande niet. Dan krijgt u alleen een afspraak voor een behandeling op het Poliklinische Verrichtingen Centrum (poli chirurgie) waar u onder lokale anesthesie geholpen wordt. 

Anesthesie

De ingreep vindt plaats onder algehele anesthesie (narcose). Tijdens het pre-operatief gesprek bespreekt de anesthesist de mogelijkheden met u. Tijdens dit gesprek kunt u ook uw vragen over de anesthesie stellen. Bij het pre-operatief bureau krijgt u meer informatie over de gang van zaken voor, tijdens en na de anesthesie.

Bloed verdunnende medicijnen

Gebruikt u bloed verdunnende medicijnen? Voor de operatie mag u deze medicijnen niet gebruiken. Stop alleen met de bloed verdunnende medicijnen nadat u dit met uw arts heeft besproken.

Bent u onder begeleiding bij de trombosedienst? Informeer de trombosedienst dan over de operatie. De trombosedienst maakt dan afspraken met u.

Meenemen naar het ziekenhuis

Als u naar het ziekenhuis gaat moet u in ieder geval de volgende spullen meenemen:

  • een geldig identiteitsbewijs;
  • een lijst van medicijnen die u gebruikt en wanneer u de medicijnen moet innemen.

De ingreep

Curettage en (eventueel) phenolisatie van de haarnestcyste

De chirurg maakt een kleine opening in de haarnestcyste, verwijdert de haren uit de holte en maakt de holte goed schoon. Zo nodig bewerkt de chirurg de holte gedurende 2 minuten met fenol (etsende vloeistof). De omliggende huid wordt daarbij met vaseline beschermd. Als laatste wordt de fenol geneutraliseerd met alcohol. De hersteltijd bij deze ingreep is kort. Daarom heeft deze techniek, zo mogelijk, de voorkeur.

Bascom Cleft Lift operatie

Bij de Cleft Lift operatie wordt de ontstoken huid en de onderhuidse haren verwijderd, en wordt de bilnaad minder diep gemaakt. Dit laatste gebeurt door een deel van de huid van de bilnaad te verwijderen, waarbij de (ongezonde) huid in het midden van de bilnaad ook wordt weggehaald. Het litteken na deze operatie ligt iets naast het midden van de bilnaad omdat wonden daar beter genezen dan midden in de bilnaad. Uw bilnaad blijft gewoon bestaan maar dan iets minder diep.

 

Deze operatie vindt plaats in dagbehandeling. Voor de operatie tekent de arts de raakvlakken van de billen bij u af. Dit is belangrijk om te weten hoeveel huid er weggehaald moet worden. De operatie vindt plaats onder narcose en altijd in buikligging (u gaat slapen en wordt voorzichtig op de buik gedraaid). De wond wordt gesloten met oplosbare huidhechtingen en u krijgt ook een drain, die maximaal 3 dagen blijft zitten. Als blijkt dat de sinus pilonidalis erg ontstoken is tijdens de ingreep, dan krijgt u een recept voor een week antibiotica. Als de arts antibiotica voorschrijft, zorg dan dat u de kuur volgens het voorschrift helemaal afmaakt. U krijgt na de operatie een afspraak voor een controle op de polikliniek. Soms worden er naast de oplosbare hechtingen toch nog niet oplosbare huidsteken gebruikt, deze worden dan op de polikliniek na 10 a 14 dagen verwijderd. 

A: De raakvlakken van de bil worden afgetekend. • B & C: Het deel van de huid dat wordt weggehaald. • D & E: Het sluiten van de wond net naast het midden en het achterlaten van een drain.

Openen van een abces van een haarnestcyste

Als er een abces is, zijn de bovengenoemde ingrepen niet mogelijk. Die ingrepen zijn alleen mogelijk als de haarnestcyste rustig is, zonder abces. Bij deze ingreep opent de chirurg het abces om de pus eruit te laten. De chirurg maakt een ovaalvormige opening op de plek van het abces en spoelt de holte. De wond blijft open. Na herstel van deze ingreep en genezing van de wond volgt vaak nog een definitieve ingreep. Maar afwachten is ook een mogelijkheid. De chirurg bespreekt dit met u op de polikliniek.

Na de operatie onder narcose

De eerste dagen na de operatie is zitten en op de rug liggen nog pijnlijk.

Nazorg

Wondverzorging

Het is van groot belang dat u de wond goed verzorgt en dat is best lastig voor een wond bij de bilnaad. U mag na 24 uur douchen, maar zorg dat u de wond hierna altijd goed droogt. Er worden hechtpleisters geplaatst op de wond. Laat deze pleisters minimaal 10 dagen zitten. Als deze pleisters vies worden of loslaten haal ze dan eraf, maar houdt de wond hierna ook goed schoon en droog. Klem de eerste 2 weken steeds 1 of 2 gaasjes in de bilnaad bij de wond aan de kant van de anus. (Cutisoft 10x10cm) en vervang deze zeer regelmatig. Zo wordt de wond in de bilnaad beter droog gehouden. U mag normaal zitten, maar niet te lang en niet direct op de wond. Zit dus rechtop en niet onderuit gezakt. Goede wondzorg geeft een hogere kans op een goede uitkomst van de behandeling.

Drain

De drain is een slangetje die de wond verbindt met een pot om het wondvocht op te vangen. De eerste 3 dagen moet de drain sowieso blijven zitten. Daarna blijft de drain zitten totdat er minder dan 10cc per dag opgevangen wordt in de pot. Dit kunt u meten door elke ochtend de hoeveelheid vloeistof in de pot op de zijkant aan te strepen. Als er na 3 dagen minder dan 10cc per dag inkomt dan kunt u het ziekenhuis bellen voor een afspraak tussendoor om de drain te laten verwijderen. Verder is het belangrijk dat de drain vacuüm blijft – of dat zo is kunt u zien aan de bovenkant van de pot. De verpleging geeft hierover ook een instructie. Neem contact op met het ziekenhuis als de drain niet meer vacuüm is.

Andere adviezen

Korte wandelingen zijn prima – maar probeer de eerste 2 weken nog geen zwaardere fysieke inspanningen of sport te doen. Draag loszittend katoenen ondergoed. Geen nylon. Liever geen seks tot 14 dagen na de operatie.

Pijn

Zo nodig kunt u bij pijn maximaal 4 keer (per 24 uur) 2 tabletten Paracetamol 500 mg innemen. Of uw arts moet iets anders hebben voorgeschreven. We raden u aan om voor de operatie te zorgen dat u genoeg Paracetamol in huis heeft. Bij kinderen schrijft de arts medicijnen voor.

Complicaties

Het is na elke operatie mogelijk dat er complicaties optreden. Na deze operatie komen de volgende complicaties soms voor:

  • nabloeding;
  • wondinfectie;
  • abces;
  • (deels) opengaan van de wond.

Neem contact op met het ziekenhuis als u last krijgt van:

  • ernstige pijn;
  • koorts hoger dan 38,5 graden;
  • een plotselinge zwelling van de wond;
  • veel bloed in de drainpot;

En als de drainpot niet meer vacuüm is.

Contact opnemen met het ziekenhuis

Neem bij complicaties of bij vragen contact op met het ziekenhuis. Op werkdagen kunt u contact opnemen met polikliniek Chirurgie. In het weekend kunt u contact opnemen met Spoedeisende Hulp.

Na het herstel

Wanneer de wond van de operatie volledig genezen is blijft er een risico op terugkeer van de ziekte. Wij raden u dan ook aan om toch aandacht te blijven besteden aan uw bilnaad. Het is raadzaam om de bilnaad schoon (en droog) te blijven houden. Het ontharen van de bilnaad kan overwogen worden, maar niet door de bilnaad te scheren. Zorg ervoor dat er geen losse haren in de bilnaad terecht komen na scheren van lichaams- of hoofdhaar of na kappersbezoek. Waarschijnlijk zorgt een goede hygiëne al voor een vermindering van de kans op terugkomst van deze (soms hardnekkige) aandoening.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven