Cervicale facetblokkade

De anesthesioloog/pijnspecialist heeft met u afgesproken dat uw pijnklachten behandeld worden met een blokkade van een of meerdere zenuwen. Onderstaande informatie kan u helpen bij uw voorbereiding op de behandeling.

Ontstaan van pijn

Alle wervels staan als blokjes op elkaar gestapeld. De facetgewrichten en de tussenwervelschijven vormen samen de verbinding tussen de verschillende wervels. Deze zorgen er ook voordat de wervels ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.

Door bijvoorbeeld een ongeval of slijtage op oudere leeftijd kunnen geringe veranderingen voordoen. Deze veranderingen kunnen pijnklachten veroorzaken. Langs de facetgewrichten lopen namelijk enkele zenuwbanen. Deze zenuwbanen kunnen bekneld raken waardoor er pijn ontstaat. Dit kan pijn zijn op de aangedane plek, maar ook uitstralende pijn. Het is mogelijk uit te zoeken welke facetgewrichten de pijn veroorzaken door de zenuwbanen die hier naartoe lopen te verdoven.

Een facetblokkade is een behandeling, waarbij de zenuwen die naar de facetgewrichten toe lopen, worden verdoofd. Het doel van de facetblokkade is om de pijngeleiding vanuit de facetgewrichten te beïnvloeden. De behandeling vindt plaats ter hoogte van de nek (cervicaal).

Een facetblokkade kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, namelijk:

• blokkade met medicatie
• blokkade met stroomstootjes (RF-behandeling)

Blokkade met medicatie

Met een röntgenapparaat worden de facetgewrichten in beeld gebracht. De anesthesioloog/pijnspecialist zal het gebied desinfecteren, steriel afdekken en de huid verdoven met een lokaal verdovingsmiddel. Hierna plaatst de arts onder röntgendoorlichting de speciale naalden. Soms wordt de juiste plaats nog eens gecontroleerd door contrastmiddel in te spuiten. Wanneer de naalden goed zitten, wordt de medicatie ingespoten.

Blokkade met lidocaïne (diagnostisch)

Een facetblokkade met lidocaïne is een zogenaamde diagnostische blokkade. Lidocaïne is een kortwerkende verdoving. Daarom zal bij het uitwerken van de verdoving blijken of deze pijnbehandeling zinvol voor u is. Door de lidocaïne kan tijdelijk krachtsvermindering in uw arm optreden.

Resultaat

De lidocaïne zal tot enkele uren na de behandeling werken. Het is dus belangrijk dat u bekijkt wat met uw pijnklachten gebeurd. Na enkele dagen zal een pijnverpleegkundige telefonisch contact met u opnemen om te bespreken of uw pijnklachten na de behandeling tijdelijk verminderd zijn geweest. Een afspraak hiervoor is bijgevoegd.

Blokkade met stroomstootjes

Dit wordt ook Radio Frequente behandeling of RF-behandeling genoemd. Voor de behandeling worden met een röntgenapparaat de facetgewrichten in beeld gebracht. De anesthesioloog/pijnspecialist zal het gebied dan desinfecteren, steriel afdekken en de huid verdoven met een lokaal verdovingsmiddel. Hierna plaatst de arts onder röntgendoorlichting de speciale naalden. De naalden worden dan aangesloten op een apparaat dat radiofrequente stroom afgeeft. 

Op de juiste plaats

Om te bepalen of de naalden goed zitten, wordt gestimuleerd met zwakke stroomstootjes. U geeft aan waar en wanneer u de stroomstootjes begint te voelen. Zo kan precies bepaald worden of de naalden goed zitten, of dat naalden eventueel wat verplaatst moeten worden.

Verhitting

Als de naalden op de juiste positie zitten, zullen deze kortdurend verhit worden (70 graden Celsius). Door deze verhitting zal de pijngeleiding anders worden en kunnen uw klachten voor langere tijd verminderen. Dit zult u niet direct merken. Direct na deze behandeling kan het zelfs voorkomen dat u tijdelijk méér pijnklachten heeft; dit komt door de irritatie die kan optreden door de verhitting.

Resultaat

Het kan 3 weken duren voordat u langzaam effect van de behandeling gaat merken.

Ongeveer 8 weken na deze behandeling bespreekt u het resultaat van de behandeling met de pijnspecialist. Een afspraak hiervoor is bijgevoegd of wordt naar u opgestuurd.

Duur van de behandeling

Voor de totale behandeling bent u ongeveer 1 uur in het ziekenhuis.

• Na de behandeling kan meer pijn ontstaan. U kunt hiervoor u eigen pijnmedicatie innemen of paracetamol 1000 mg maximaal 4x daags. Deze pijn kan tot twee weken na de behandeling aanhouden.
• Na de behandeling kan een bloeduitstorting (blauwe plek) ontstaan.
• Tijdelijk kan krachtsvermindering aan de behandelde zijde optreden. Dit kan enkele uren duren.
• Hoewel zeldzaam, kan na de behandeling een nabloeding of koorts ontstaan. In dat geval moet u tijdens kantooruren Pijnbehandelcentrum VieCuri bellen. Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp.

Enkele aandachtspunten

• U moet een begeleider meebrengen, omdat u in niet aan het verkeer mag deelnemen. Heeft u geen begeleider mee, dan gaat de behandeling niet door. 
• Neem een geldig identiteitsbewijs mee.
• Als uw bloedverdunnende medicijnen veranderen en/of u krijgt ze voorgeschreven nadat u bij ons op het pijnbehandelcentrum bent geweest, meldt dit zo snel mogelijk bij ons op het pijnbehandelcentrum. Het kan namelijk zijn dat deze bloedverdunnende medicijnen gestopt moeten worden voor de behandeling.
• U mag gewoon eten en drinken voor de behandeling.
• Draag ruim zittende en gemakkelijke kleding.
• Waardevolle spullen (sieraden en degelijke) thuis laten vanwege hygiënemaatregelen en om zoekraken te voorkomen.
• Neem een rolstoel bij de ingang van het ziekenhuis mee om na de behandeling erin te kunnen plaatsnemen. Denk hierbij aan een muntstuk van 2 euro dat u nodig hebt als borg.

Bloedverdunnende medicijnen

Gebruikt u bloedverdunners? Deze moet u misschien stoppen. Kijk hieronder wat u moet doen.

Gebruikt u:

• Acetylsalicylzuur 80 mg, Acetylsalicylzuur Cardio 80 mg, Aspirine protect 100 mg
• Carbasalaat Calcium 100mg, Ascal Cardio 100mg of
• Dipyridamol (Persantin®)

Dan mag u daar mee doorgaan. U hoeft dus niet te stoppen met deze bloedverdunners.

Maar gebruikt u een combinatie van bovenstaande bloedverdunners? Dan krijgt u van de arts/verpleegkundige te horen welke er wanneer gestopt moet worden.

Gebruikt u:

• Clopidogrel/acetylsalicylzuur 75 mg/100mg (Duoplavin®)
• Clopidogrel (Grepid® Plavix® Iscover®)
• Prasugrel (Efient®) of
• Ticagrelor (Brilique®)

Dan krijgt u van uw arts of verpleegkundige te horen wanneer u deze moet stoppen.

Met vragen kunt u bellen naar het verpleegkundig spreekuur van het Pijnbehandelcentrum. Het telefoonnummer en de bereikbaarheid vindt u onderaan deze pagina.

Gebruikt u:

• Apixaban (Eliquis®)  
• Dabigatran (Pradaxa®)
• Edoxaban (Lixiana®)
• Rivaroxaban (Xarelto®)
• Acenocoumarol 
• Fenprocoumon

Dan krijgt u bericht van het Stollingscentrum VieCuri over het stoppen van de medicatie voor de behandeling. Heeft u één week voor uw behandeling niets gehoord, dan kunt u contact opnemen met het Stollingscentrum VieCuri.

U meldt zich op de tijd en locatie die op de afsprakenbrief staat.

Belangrijk

Het is belangrijk ons vóór de behandeling te laten weten als u:

• overgevoelig bent voor jodium, jodiumhoudende contrastvloeistof of pleisters;
• diabetes heeft;
• (mogelijk) zwanger bent;
• bloedverdunnende medicijnen gebruikt;
• een pacemaker of ICD heeft.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: