Een kijkje op de IC-kamer
Klik en ontdek
Dit is een interactieve afbeelding. Klik op de interactieve velden met je muis of toetsenbord voor meer informatie.



Infokaart
Op de infokaart kan de familie persoonlijke informatie schrijven over de patiënt. Ze kunnen opschrijven wat voor hem/haar belangrijk is. Bijvoorbeeld zijn/haar hobby’s, huisdieren, favoriete muziek- of televisieprogramma’s, maar ook hoe hij/zij aangesproken wil worden.

Computer
Op iedere patientenkamer staat een computer. Hierop noteren de zorgverleners alle gegevens over de zorg en de behandeling in het Elektronisch Patienten Dossier (EPD). Alleen zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van de patient hebben toegang tot deze gegevens.

Tillift
Op de patiëntenkamer is een tillift in het plafond ingebouwd om bedlegerige patiënten veilig te kunnen verplaatsen.

Dialysemachine
Het menselijk lichaam raakt zijn afvalstoffen kwijt via de urine. De productie van urine gebeurt in de nieren. Als de nieren veel schade hebben opgelopen, zijn deze tijdelijk niet meer in staat urine te maken en kan het lichaam zijn afvalstoffen niet meer kwijt raken. Het kan dan nodig zijn om te dialyseren. Door deze nierfunctievervangende therapie raakt het lichaam toch zijn afvalstoffen kwijt.

Infuuspomp
In de infuuszak zit vocht, een medicijn of bloed. De infuuspomp zorgt er voor dat de patiënt de inhoud van de infuuszak precies in het juiste tempo krijgt toegediend. Als de infuuszak leeg is geeft de infuuspomp een alarm, zodat de verpleegkundige deze kan vervangen.

Perfusoren
Een perfusor is een spuitenpomp waarmee de verpleegkundige spuiten met medicijnen kan plaatsen. De spuitenpomp zorgt ervoor dat de patiënt steeds precies de juiste hoeveelheid medicijnen krijgt toegediend. Het medicijn gaat via een infuus in het lichaam van de patiënt.

Sondevoedingspomp
Soms kan of mag een patiënt niet zelf eten en drinken. Dan krijgt de patiënt vloeibare voeding. De sondevoedingspomp zorgt dat de patiënt een nauwkeurig berekende hoeveelheid sondevoeding toegediend krijgt. Het toedienen gebeurt via een slang die via de neus naar de maag of dunne darm loopt. Deze slang noemen we een maagsonde.

Perifeer infuus
Een perifeer infuus is een kleine canule die ingebracht is in een bloedvat op de arm of hand. Soms brengen we het perifeer infuus in het onderbeen of de voet in. Via het infuus krijgt de patiënt medicijnen en vocht.

Centrale lijn
Een centraal veneuze katheter oftewel een ‘centrale lijn’ is een infuus in een groter bloedvat. Dit infuus zit vaak in de hals, de lies of onder het sleutelbeen. Dit infuus heeft meerdere uitgangen waardoor er verschillende medicijnen tegelijk gegeven kunnen worden.

Maagsonde
Een maagsonde is een buigzame slang die via de neus, keel en slokdarm in de maag uitkomt. De maagsonde brengt de verpleegkundige in. Via deze slang krijgt de patiënt voeding (sondevoeding) of kunnen maagsappen uit de maag geheveld worden om misselijkheid en braken te voorkomen.

Beademing via tube of masker
De lucht (en de zuurstof) gaat vanuit de beademingsmachine via slangen en een tube naar de luchtpijp van de patiënt. De tube is een beademingsbuisje die via de mond naar de luchtpijp gaat. Soms hebben patiënten een masker in plaats van een beademingsbuisje (tube) in de mond.

IC-bed
Op de Intensive Care hebben we andere bedden dan op een gewone verpleegafdeling. Deze speciale bedden zijn elektrisch bedienbaar. De verpleegkundige en de patiënt kunnen het bed in de stand zetten die het meest comfortabel is. In het bed ligt een zogenaamd ‘antidecubitusmatras’. Dit is een matras die de patiënt beschermt tegen doorliggen.

Arteriële lijn
De meeste patiënten op de Intensive Care hebben een ‘arteriële lijn’. Dit is een infuus in een bloedvat van de pols. Soms zit de arteriële lijn in de lies. Met de arteriële lijn houden we de bloeddruk voortdurend in de gaten en nemen we regelmatig bloedmonsters af voor onderzoek in het laboratorium.

Bewakingsmonitor
Iedere patiënt op de Intensive Care is aangesloten op een bewakingsmonitor. Deze monitor bewaakt de verschillende lichaamsfuncties, zoals hartslag, bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed. De verpleegkundige observeert deze lichaamsfuncties via de monitor. Deze monitors staan ook op de centrale ruimte van de Intensive Care. De verpleegkundige kan de patiënt dus overal bewaken. Wanneer het bewakingssysteem van een patiënt een alarm geeft, gebeurt dit op alle monitoren. Zo kunnen de verpleegkundigen meerdere patiënten tegelijk observeren. De alarmen die de patiënt hoort kunnen dus van een monitor van een andere patiënt zijn.

Beademingsmachine
Op de Intensive Care zijn patiënten vaak zo ernstig ziek, dat zij ondersteund moeten worden bij de ademhaling. De beademingsmachine neemt de ademhaling over, of ondersteunt de ademhaling. Meer lezen over de verschillende soorten beademing.


Infokaart
Op de infokaart kan de familie persoonlijke informatie schrijven over de patiënt. Ze kunnen opschrijven wat voor hem/haar belangrijk is. Bijvoorbeeld zijn/haar hobby’s, huisdieren, favoriete muziek- of televisieprogramma’s, maar ook hoe hij/zij aangesproken wil worden.

Computer
Op iedere patientenkamer staat een computer. Hierop noteren de zorgverleners alle gegevens over de zorg en de behandeling in het Elektronisch Patienten Dossier (EPD). Alleen zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van de patient hebben toegang tot deze gegevens.

Tillift
Op de patiëntenkamer is een tillift in het plafond ingebouwd om bedlegerige patiënten veilig te kunnen verplaatsen.

Dialysemachine
Het menselijk lichaam raakt zijn afvalstoffen kwijt via de urine. De productie van urine gebeurt in de nieren. Als de nieren veel schade hebben opgelopen, zijn deze tijdelijk niet meer in staat urine te maken en kan het lichaam zijn afvalstoffen niet meer kwijt raken. Het kan dan nodig zijn om te dialyseren. Door deze nierfunctievervangende therapie raakt het lichaam toch zijn afvalstoffen kwijt.

Infuuspomp
In de infuuszak zit vocht, een medicijn of bloed. De infuuspomp zorgt er voor dat de patiënt de inhoud van de infuuszak precies in het juiste tempo krijgt toegediend. Als de infuuszak leeg is geeft de infuuspomp een alarm, zodat de verpleegkundige deze kan vervangen.

Perfusoren voor medicatie
Een perfusor is een spuitenpomp waarmee de verpleegkundige spuiten met medicijnen kan plaatsen. De spuitenpomp zorgt ervoor dat de patiënt steeds precies de juiste hoeveelheid medicijnen krijgt toegediend. Het medicijn gaat via een infuus in het lichaam van de patiënt.

Sondevoedingspomp
Soms kan of mag een patiënt niet zelf eten en drinken. Dan krijgt de patiënt vloeibare voeding. De sondevoedingspomp zorgt dat de patiënt een nauwkeurig berekende hoeveelheid sondevoeding toegediend krijgt. Het toedienen gebeurt via een slang die via de neus naar de maag of dunne darm loopt. Deze slang noemen we een maagsonde.

Perifeer infuus
Een perifeer infuus is een kleine canule die ingebracht is in een bloedvat op de arm of hand. Soms brengen we het perifeer infuus in het onderbeen of de voet in. Via het infuus krijgt de patiënt medicijnen en vocht.

Centrale lijn
Een centraal veneuze katheter oftewel een ‘centrale lijn’ is een infuus in een groter bloedvat. Dit infuus zit vaak in de hals, de lies of onder het sleutelbeen. Dit infuus heeft meerdere uitgangen waardoor er verschillende medicijnen tegelijk gegeven kunnen worden.

Maagsonde
Een maagsonde is een buigzame slang die via de neus, keel en slokdarm in de maag uitkomt. De maagsonde brengt de verpleegkundige in. Via deze slang krijgt de patiënt voeding (sondevoeding) of kunnen maagsappen uit de maag geheveld worden om misselijkheid en braken te voorkomen.


Beademing via tube of masker
De lucht (en de zuurstof) gaat vanuit de beademingsmachine via slangen en een tube naar de luchtpijp van de patiënt. De tube is een beademingsbuisje die via de mond naar de luchtpijp gaat.

Arteriële lijn
De meeste patiënten op de Intensive Care hebben een ‘arteriële lijn’. Dit is een infuus in een bloedvat van de pols. Soms zit de arteriële lijn in de lies. Met de arteriële lijn houden we de bloeddruk voortdurend in de gaten en nemen we regelmatig bloedmonsters af voor onderzoek in het laboratorium.

IC-bed
Op de Intensive Care hebben we andere bedden dan op een gewone verpleegafdeling. Deze speciale bedden zijn elektrisch bedienbaar. De verpleegkundige en de patiënt kunnen het bed in de stand zetten die het meest comfortabel is. In het bed ligt een zogenaamd ‘antidecubitusmatras’. Dit is een matras die de patiënt beschermt tegen doorliggen.

Bewakingsmonitor
Iedere patiënt op de Intensive Care is aangesloten op een bewakingsmonitor. Deze monitor bewaakt de verschillende lichaamsfuncties, zoals hartslag, bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed. De verpleegkundige observeert deze lichaamsfuncties via de monitor. Deze monitors staan ook op de centrale ruimte van de Intensive Care. De verpleegkundige kan de patiënt dus overal bewaken. Wanneer het bewakingssysteem van een patiënt een alarm geeft, gebeurt dit op alle monitoren. Zo kunnen de verpleegkundigen meerdere patiënten tegelijk observeren. De alarmen die de patiënt hoort kunnen dus van een monitor van een andere patiënt zijn.

Beademingsmachine
Op de Intensive Care zijn patiënten vaak zo ernstig ziek, dat zij ondersteund moeten worden bij de ademhaling. De beademingsmachine neemt de ademhaling over, of ondersteunt de ademhaling. Meer lezen over de verschillende soorten beademing.