Patiënt in wachtruimte

‘Alle hens aan dek!’

Datum: 5 januari 2022

Eind 2021 had Limburg de hoogste besmettingscijfers van Nederland. Dit zorgde voor een enorme druk op de zorg. Extra druk verhogend was het hoge ziekteverzuim. Het leidde ertoe dat in ziekenhuis VieCuri veel reguliere zorg afgeschaald moest worden. Het was ‘alle hens aan dek.’ Een uitdrukking die een bijzondere lading kreeg omdat vanaf 6 december medisch geschoold personeel van de Marine, Lucht- en Landmacht VieCuri kwam ondersteunen.

 

Appen in de avonduren

“Al weken werden onze overbelaste medewerkers geconfronteerd met een enorme toestroom aan COVID-patiënten. Er waren geen momenten om bij te tanken. De extra handen van Defensie waren dus zeer welkom, zeker op de COVID-verpleegafdeling”, vertelt Nephtalie van Dal, manager Capaciteit en Planning.

 

“Met de komst van de militairen, hebben we meer rust kunnen creëren. Wanneer je in de avonduren collega’s moet appen met het verzoek om extra te werken, is dat super vervelend. Nu was het ‘sprokkelen van diensten’ nauwelijks nodig. Dat geldt ook voor het extra inzetten van verpleegkundigen via speciale regelingen. We konden eindelijk gaten in roosters dichten zonder er weer eigen medewerkers voor te vragen. Sterker, mensen konden eindelijk hun overuren iets afbouwen en verlof opnemen.”

 

Wachtersgang

De militairen met een verpleegkundige achtergrond werden ingezet op de COVID-afdeling. De militair verzorgenden werden ingezet op gang K5a, een gang met zogenaamde ‘wachters’; patiënten die wachten op vervolgzorg zoals een plek in een revalidatiecentrum, thuiszorg of verpleeghuiszorg. Voorheen lagen zij verspreid door het ziekenhuis. Door de ‘wachters’ te concentreren kwam er ruimte. Het gaf zowel lucht voor verpleegkundigen én het maakte dat bedden op de reguliere afdelingen weer bezet konden worden.

 

‘Normaal werk ik met heel gezonde mensen’

Korporaal Itse Doornebos is verpleger van de scheepspool in Den Helder en werkt sinds begin december op de afdeling Interne Geneeskunde. “Op de schepen waar ik normaal werk, reizen we met heel gezonde mensen. De patiënten op de afdeling waar ik nu sta, zijn echt ziek. Bij elke coronapatiënt trek je steeds opnieuw je beschermende pak aan. Ik snap wel dat mensen het werk daardoor fysiek zwaar vinden.” De sfeer in het ziekenhuis vindt hij goed. “Ik merk dat het burgerpersoneel blij is met onze ondersteuning; de werkdruk neemt voor hen daardoor iets af. Collega’s zijn wel moe, maar nog goed gemutst. Ze zijn altijd in voor een babbeltje. Ondertussen doe ik veel ervaring op, met name als het gaat om klinisch redeneren. Daardoor weet je welke zorg een patiënt nodig heeft en waarom. Dat neem ik straks mee terug naar Defensie.”

 

Op deze foto ziet u korporaal Itse Doornebos.

Op deze foto ziet u korporaal Itse Doornebos.

 

‘Het kan keihard zijn’

Ook korporaal Emma Karel, verpleegkundige op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn, werkt sinds begin december op de afdeling Interne Geneeskunde. Ook zij is op de kazerne gewend aan een populatie van gezonde mensen. “Dat is denk ik het grootste verschil; mensen hebben hier naast corona ook vaak nog onderliggend lijden. Dat betekent dat mensen soms moeten vertrekken naar de Intensive Care, wel of niet kiezen voor palliatieve zorg of soms onverwacht komen te overlijden. Als ze kiezen voor palliatieve zorg, is er een rustig afscheid. Als ze plotseling sterven, kan het keihard zijn. Daarentegen zijn er ook hoogtepunten: het geeft veel voldoening als iemand na een paar dagen van de zuurstof af mag.” De militairen werden heel goed ontvangen, vertelt ze. “De collega’s zijn zeer geïnteresseerd in ons ‘normale’ werk en vinden dat we nieuwe energie meebrengen. Zij lopen na twee jaar corona op hun tandvlees.” Ook patiënten reageren leuk. “We werken in hetzelfde witte uniform dus zijn niet herkenbaar als militair. Sommigen hebben het nieuws van onze komst ergens gelezen en vragen: ‘Werken er op jouw afdeling ook mensen uit het leger?’. Als ik vertel dat ik één van hen ben, komen bij de meeste mannen al gauw de verhalen en anekdotes uit hun eigen diensttijd naar boven.”

 

Op deze foto ziet u korporaal Emma Karel.

Op deze foto ziet u korporaal Emma Karel.

 

COVID-leerstraat

Het begon met een noodkreet van de vijf Limburgse ziekenhuizen op 9 november: ‘Wij kunnen geen verdere toestroom van coronapatiënten meer aan. Help ons!’ Daarna is het balletje gaan rollen en zijn er, via het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, contacten met Defensie gelegd. Jolanda Colnot (manager van het Leerhuis), Nicole Daniels (manager Zorg) en Nephtalie van Dal trokken de kar om de komst van de militairen voor te bereiden. “Het is heel snel en soepel gegaan. In 24 uur waren de introductie en het onderwijs geregeld”, vertelt Marlies van den Munckhof, adviseur in het Leerhuis. “We hebben met heel veel mensen de schouders eronder gezet. Zo was er vooraf overleg met Niels Stevens en Eric Hellemons, de managers van de COVID-afdeling en hebben we vanuit het Leerhuis ‘COVID-leerstraten’ ingericht, waar de militairen in één dag tijd de verschillende zaken leerden die nodig waren.” Na de scholingsdag draaiden de militairen een weekend boventallig mee. Daarna werden ze volwaardig ingezet. Marlies: “Als ik erop terugkijk, ben ik vooral trots op ons snel én goed opgezette inwerktraject. In 24 uur hadden we de kennis en processen op orde en nog eens 48 uur later draaiden de mensen al mee in het team.”

Schwung

Onlangs werd bekend dat de militaire inzet wordt verlengd, in ieder geval de eerste twee weken van januari 2022. Nephtalie: “De schwung die het geeft dat je geholpen wordt en wordt gezien…. Iemand die fris en uitgerust binnenkomt, daar kun je je aan optrekken als je er doorheen zit. Ja, we zijn heel blij met de militairen en hun verlenging!”

 

*In dit artikel zijn (met toestemming) quotes gebruikt uit een interview dat magazine ‘Alle Hens’ onlangs publiceerde.

 

Op deze foto ziet u de hulptroepen van het leger
Scroll voor meer informatie