Belangrijke stap in digitale ontwikkeling VieCuri

De verbinding maken tussen de digitalisering van de zorg en de medische praktijk. Dat is de opgave van Wilfred Heesen, onze Chief Medical Information Officer (CMIO). Het is een nieuwe functie binnen VieCuri en een rol die de medisch specialist vervult naast zijn reguliere werk. Wilfred Heesen is cardioloog in VieCuri en heeft al jaren een grote affiniteit met het onderwerp digitale zorg. Met een medische achtergrond voegt de CMIO een nieuw perspectief toe aan technologie, namelijk die van de gebruiker. Het is juist die combinatie die van toegevoegde waarde is.

Wilfred Heesen: “Vijf jaar geleden ben ik begonnen met inzetten van eHealth en het organiseren van het ‘Congrestival”, een congres waarop bedrijven hun digitale middelen presenteren in VieCuri. Ik ging steeds meer de brugfunctie vervullen tussen zorg en ICT. Sinds 1 maart 2022 ben ik officieel Chief Medical Information Officer. Het naar binnen halen van innovaties die elders worden ontwikkeld, is een van mijn taken. We hoeven niet alles zelf uit te vinden.”

Toch loopt VieCuri op sommige vlakken wel degelijk voorop. “Zeker, ik denk dan aan de VieCuri Behandelapp, die na het eerste Congrestival is uitgerold. Hierin vindt de patiënt informatie op maat over zijn behandeling. Ook de slimme pleister is een innovatie die nu wordt onderzocht en daarna toegepast kan worden op diverse afdelingen. En de digitale hartfalencoach (een app) maakt het mogelijk dat patiënt thuis metingen doet die we in het ziekenhuis monitoren. Aan de hand van de thuismetingen zoals de bloeddruk, het gewicht en de algemene gesteldheid van de patiënt, kunnen we gericht bijsturen. Ons ziekenhuis verzorgt ook trainingen aan thuiszorgmedewerkers zodat zij de patiënten thuis kunnen helpen met het gebruik van de app én aanpassingen in de zorg. Dat is echte netwerkzorg en daar mogen we trots op zijn. Dat gebeurt nog maar op weinig plekken in Nederland. De patiënt hoeft door deze netwerkzorg en de inzet van de app minder vaak naar het ziekenhuis voor een controle. Het streven is ook dat mensen minder vaak opgenomen hoeven worden.”

Hij maakt dan nog onderscheid tussen ‘pure innovatie’ en het inpassen van bestaande oplossingen. “De zorg zal de komende jaren sterk profiteren van ontwikkelingen als slimme data-analyses met kunstmatige intelligentie en trainingen/scholingen met virtual reality. Daar wordt in VieCuri zelfs een heel nieuwe afdeling voor opgezet. Maar op de kortere termijn is de uitdaging de al bestaande oplossingen zoals die slimme pleisters en thuismetingen in te passen in de huidige manier van werken. Met alleen een nieuwe app ben je er niet, ‘20% techniek en 80% organisatie’ is niet voor niets de basisregel.”

Zijn er nog wensen? “Uiteraard! Er zijn zelfs zoveel mogelijkheden qua digitale zorg, dat het belangrijk is om te kiezen. Je kunt niet alles doen. Mijn wensbeeld is dat we over vijf jaar behoorlijk ver zijn met de inrichting van onze netwerkzorg. De grootste uitdaging wordt dat het netwerk toegang krijgt tot de data van patiënten. Zowel het dossier van het ziekenhuis, als dat van de huisarts én de thuiszorg moet je kunnen inzien. Die infrastructuur combineren met slimme apparaatjes en thuismetingen, helpt ons als zorgprofessionals om de beste zorg te leveren aan onze patiënten.”