Het verhaal van Monique en Mariet
Mariet: “Monique en ik hebben geen andere broers of zussen en onze band is altijd al sterk geweest. Sinds mijn diagnose is onze band nog sterker geworden. We doen veel samen en gaan ook altijd samen naar het ziekenhuis toe als er onderzoeken gedaan moeten worden of als we uitslagen krijgen. Mensen zien aan mij niet dat ik ziek ben. Aan Monique zie je dat wel en als we samen ergens naartoe gaan hebben mensen vaak veel aandacht voor Monique. Ik vind dat stiekem wel fijn want ik heb niet elke dag zin in zware gesprekken.” Monique: “Ik vind dat niet erg maar denk op zo’n momenten wel eens: vraag ook eens iets aan haar, ik ben niet de enige zieke hier.”
Mariet: “Bij mij begon het in 2015. Ik voelde toen een knobbeltje in mijn oksel. Op dat moment ging het niet goed met de gezondheid van onze vader. Ik dacht: ‘ik ga nu eerst voor onze vader zorgen en daarna ben ik zelf aan de beurt’. Pas na het overlijden van mijn vader ben ik naar een arts gegaan met het knobbeltje. Die zag direct dat het niet goed was. Er bleek kanker in allebei mijn borsten te zitten en er waren uitzaaiingen naar mijn botten. Ik kreeg te horen dat ik niet meer beter zou worden en dat was een enorme klap. Voor mij, voor mijn man, voor onze moeder voor onze kinderen en voor Monique en haar gezin. Ik krijg medicijnen die de deling van de kankercellen remmen en ik heb het geluk dat deze medicijnen aanslaan. Wel heb ik de afgelopen jaren al een aantal keren van medicatie moeten wisselen. Omdat er te veel bijwerkingen waren of omdat de medicijnen hun werk niet meer goed deden. Ik ga elke drie maanden naar het ziekenhuis voor een controle en elk half jaar wordt er een scan gemaakt om te bekijken hoe de kankercellen zich ontwikkelen.”
Monique: “Bij mijn werd eind 2019 borstkanker gediagnostiseerd. Ik had altijd al een knobbeltje in mijn borst maar opeens voelde dat knobbeltje anders aan. In het ziekenhuis ontdekten de artsen een tumor die in de vorm van een spinnenweb in mijn borst groeide. Ik kreeg chemotherapie en na de laatste chemobehandeling zijn allebei mijn borsten geamputeerd. Daarna kreeg ik nog vijftien bestralingen. Op dit moment krijg ik nog hormonen die ervoor zorgen dat áls er nog ergens één kankercelletje zit, de kans op vermenigvuldiging zo klein mogelijk is.”
Mariet: “Ik vond het afschuwelijk om te horen dat Monique ook borstkanker had. Toen ik in 2015 ziek werd hebben we erfelijkheidsonderzoek laten doen, er is toen getest op 3 erfelijke genen. De kans op erfelijke aanleg voor borstkanker was daarmee minimaal.” Monique: “Toen ik in 2019 ziek werd hebben we nogmaals erfelijkheidsonderzoek laten doen. Op dat moment werd getest op 5 risicovolle genen, twee meer dan in 2015. De kans op erfelijke aanleg is hiermee nog steeds zeer klein, maar toch denk ik dat er meer aan de hand is dan dat we op dit moment kunnen zien.” Mariet: “Daarom is onderzoek naar kanker zo ontzettend belangrijk. Voor ons als patiënten maar ook voor toekomstige generaties.
Monique: “Mariet was 49 jaar oud toen ze haar diagnose kreeg. Ik wilde haar graag een bijzonder cadeau geven voor haar 50e verjaardag. We hebben toen allebei een tatoeage met het woord ´believe´ laten zetten. Dit staat voor geloven, hopen, positief blijven en samen de schouders eronder zetten. Eigenlijk staat het voor alles in het leven. Als je ergens voor wilt gaan dan moet je erin geloven, anders wordt het niets.” Mariet: “Die instelling past bij ons allebei. Het leven wordt een stuk draaglijker als je alles positief bekijkt. Onze levens draaien ook echt niet de hele dag om kanker. Op sommige dagen vergeten we zelfs even dat we ziek zijn. Ik heb altijd werk gedaan waarbij ik veel moest regelen en organiseren. Inmiddels ben ik gestopt met werken maar ik ben nog altijd heel actief. Ik zit in het bestuur van het multifunctioneel centrum hier in de buurt en ik begeleid startende ondernemers. Ik haal ook veel plezier uit edelsmeden.” Monique: “Ik ben schoonheidsspecialiste en pedicure en heb een salon aan huis. Ik speel graag badminton en ik vind het heerlijk om te puzzelen of te schilderen.”
Monique: “De zwaarste momenten zijn voor mij de momenten waarop de medicijnen van Mariet niet doen wat ze moeten doen. Haar dood komt voor mijn gevoel dan een stapje dichterbij. Het is waanzinnig moeilijk om te weten dat zij het leven een keer los moet gaan laten.” Mariet: “Ik ben iemand die alles graag goed plant en organiseert, maar sinds mijn diagnose zijn alle toekomstplannen onzeker. Als ik met mijn gezin of met Monique praat over dingen die in de toekomst staan te gebeuren, dan word ik geconfronteerd met het feit dat ik er straks niet meer ben. Dat is voor mij het moeilijkst. Gelukkig kan ik hier goed over praten met mijn gezin en met Monique. We zijn overal heel open over. Zo denk ik bijvoorbeeld samen met mijn gezin al na over mijn eigen uitvaart. Over mijn gezondheid heb ik weinig meer te zeggen maar over mijn eigen afscheid gelukkig nog wel.”
Monique: “Ik vind het belangrijk om ons verhaal te delen zodat er aandacht blijft bestaan voor kanker en voor onderzoek naar kanker. De wetenschap heeft ons al heel ver gebracht dus wie weet wat de toekomst nog zal brengen.” Mariet: “Ik vind het ook een fijn idee dat mensen ons verhaal nu kunnen lezen en dat kunnen blijven doen. Ook als ik er straks niet meer ben.”
Monique (links) en Mariet (rechts)