Verwijderen van prostaatweefsel bij goedaardige vergroting

Tijdens uw bezoek aan de poli urologie heeft uw behandelend uroloog met u gesproken over het gedeeltelijk verwijderen van de prostaat via de plasbuis. Hier kunt u de informatie over de behandeling nog eens rustig lezen. Mochten er nog vragen zijn, dan kunt u contact opnemen met polikliniek van uw eigen ziekenhuis

Regionale samenwerking

Vanaf 1 januari 2026 wordt de prostaatoperatie TUEB voor patiënten van Laurentius Ziekenhuis én VieCuri uitgevoerd in  Laurentius Ziekenhuis Roermond. Wanneer u patiënt bent in VieCuri, verwijst de uroloog u door naar het Laurentius Ziekenhuis. De benodigde gegevens en onderzoeken worden veilig gedeeld met de uroloog van Laurentius. Voor de ingreep vindt er eerst een gesprek plaats met de uroloog in het Laurentius Ziekenhuis Roermond.   

De prostaat

De prostaat is een klier die zich net onder de blaas, rondom de plasbuis bevindt (zie afbeelding). De prostaat bestaat uit klieren en spierweefsel. De prostaat is nodig voor de voortplanting en speelt een belangrijke rol bij de zaadlozing. Door de jaren heen groeit de prostaat. Bij een groot aantal mannen kan deze natuurlijke (goedaardige) groei problemen met plassen veroorzaken.

Klachten bij een vergrote prostaat

De blaas is een elastisch en spierrijk orgaan dat zorgt voor de opvang en uitdrijving van de urine. Als de prostaat vergroot is, wordt de doorgang van de urine in de plasbuis bemoeilijkt, waardoor de blaas de urine niet meer of minder goed kan uitdrijven. Hierdoor kunnen de volgende klachten ontstaan:

• meestal beginnen de klachten met een minder goede urinestraal;
• niet goed beginnen met plassen;
• nadruppelen;
• vaak kleine hoeveelheden plassen;
• moeite om bij aandrang de urine op te houden;
• nachtelijk plassen;
• het gevoel niet goed te kunnen uitplassen.

TUEB prostaat

Uw uroloog heeft met u besproken om een TUEB prostaat uit te voeren. Dit is een operatie om prostaatweefsel te verwijderen bij een goedaardige prostaatvergroting. De letters staan voor Trans Urethrale Enucleatie Bipolair van de prostaat.

Transurethraal betekent dat de ingreep via de plasbuis wordt uitgevoerd. Enucleatie betekent uitpellen en bipolair is het instrument dat gebruikt wordt. De prostaat wordt uitgepeld en vervolgens in kleine stukjes gesneden. Deze stukjes worden uitgespoeld. Daarna worden eventuele kleine bloedingen gestopt.

Na de operatie krijgt u een katheter waardoor de wond kan helen en bloed kan worden weggespoeld. Het weggehaalde weefsel wordt opgestuurd voor pathologisch onderzoek.

Voorbereiding op de operatie

Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u verwezen naar de preklinische screening van het Laurentius Ziekenhuis in Roermond.

Hier bespreekt de anesthesioloog met u de keuze van anesthesie. Vaak wordt bij deze operatie gekozen voor algehele narcose. Als dat nodig is worden voorbereidende onderzoeken afgesproken.

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, bespreekt de anesthesioloog met u of u deze (tijdelijk) moet stoppen.

De anesthesioloog spreekt verder af vanaf welk tijdstip vóór de operatie u niet meer mag eten en drinken (nuchter zijn). Afspraken over nuchter zijn, vindt u in de informatie Anesthesie bij volwassenen.1

De dag van de operatie

Voor de operatie moet uw huid schoon zijn. Wij verzoeken u vóór u naar het ziekenhuis komt te douchen of te baden. Knip uw nagels kort, verwijder eventuele nagellak en gebruik geen crème of make-up. Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen.

U komt nuchter op het afgesproken tijdstip naar de Electieve Opname Afdeling (EOA), route 1.23 (Laurentius). Op de EOA krijgt u van de verpleegkundige uitleg over de operatie en de verdere gang van zaken.

Voorbereidingen voor de operatie worden getroffen, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van een infuus en de toediening van preventieve antibiotica.  Voor u naar de operatiekamer gaat, krijgt u operatiekleding aan. Doe uw sieraden af en een eventuele gebitsprothese uit.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery). Op de recovery wordt regelmatig uw bloeddruk en hartslag gecontroleerd.

U heeft een slangetje in uw plasbuis (katheter) waardoor de urine uit de blaas in een opvangzak loopt. Via dezelfde katheter loopt tegelijkertijd vocht in de blaas om eventuele bloedstolseltjes weg te spoelen. De katheter zit met een ballonnetje in de blaas vast en kan er dus niet spontaan uitkomen.

Tijdens uw verblijf op de recovery kunt u geen bezoek ontvangen.

Wanneer u de uitslaapkamer mag verlaten, komt een verpleegkundige u halen en brengt u naar de verpleegafdeling. Daar mag u als alles goed gaat weer normaal eten en drinken.

Uw contactpersoon krijgt telefonisch bericht als u weer op de afdeling bent en bezoek kunt ontvangen.

De dag(en) na de operatie

• U mag weer meer gaan bewegen. Als u zich nog niet lekker voelt helpt een verpleegkundige u daarbij.
• Bloed wordt geprikt om te kijken of u veel bloed verloren heeft tijdens de operatie.
• Het infuus mag er uit als u zich goed voelt, voldoende kunt drinken en als de bloeduitslagen goed zijn.
• De katheter blijft 1 à 2 dagen in de blaas zitten om te zorgen voor een goede urineafvoer en om de blaas te kunnen spoelen. Vaak is de urine rood gekleurd na de ingreep. Als de urine helder van kleur is, mag de katheter eruit. Wanneer het plassen hierna goed op gang komt, mag u naar huis.

Weer naar huis

Vanuit de verpleegafdeling krijgt u een brief met leefregels mee. Denk hierbij aan:

• Veel drinken (2-2,5 liter). Hierdoor wordt de blaas goed gespoeld.
• Probeer persen bij de ontlasting te vermijden. Bij harde ontlasting kunt u zakjes met een middel krijgen wat uw ontlasting zachter maakt.
• De eerste 8 weken na de operatie kan er wat bloed bij de urine zitten. Dit is normaal.               
• Uw activiteiten kunt u het beste langzaam weer uitbreiden. Luister naar uw lichaam en neem op tijd rust.
• Om een nabloeding te voorkomen is het belangrijk de eerste 3 weken na de operatie:
  • niet te fietsen (6 weken);
  • niet te persen;
  • geen geslachtsgemeenschap te hebben;
  • niet te sporten;
  • geen heet bad te nemen;
  • geen alcohol te drinken.

U kunt nog enige tijd last hebben v.an meer aandrang bij het plassen en wellicht urineverlies. Als u hier al last van hebt tijdens uw verblijf in het ziekenhuis, geef dit dan door aan de verpleegkundigen op de verpleegafdeling. Zij kunnen u verdere informatie geven en als dat nodig is continentiematerialen verstrekken.

Bij geslachtsgemeenschap komt de zaadlozing niet meer naar buiten, maar in de blaas. Dit heeft geen invloed op de erectie. Het gevoel bij een orgasme kan veranderen en sommige mannen kunnen last hebben/krijgen van een erectiestoornis, maar over het algemeen blijft de potentie in orde.

Uitslag en controle

De uitslag van het weggenomen weefsel krijgt u van uw behandelend uroloog tijdens uw controle bezoek.

Complicaties

Naast de algemene complicaties na een operatie, zoals trombose, moeheid, kunnen er andere complicaties optreden:

• Nabloedingen: deze kunnen optreden tot 6 weken na de operatie.
• Urineweginfectie met hoge koorts. Deze is meestal goed te behandelen met antibiotica.
• Door een litteken in de plasbuis ontstaat soms een vernauwing in de vorm van een ring. Dit kan tot jaren na de TUEB ontstaan. Deze vernauwing is eenvoudig met een kleine operatie te verhelpen.
• Urineverlies: de eerste maanden na de operatie kunt u moeite hebben uw urine op te houden of ongewild urine verliezen. Meestal treedt na enkele maanden herstel op. Bespreek dit probleem met uw uroloog of continentie verpleegkundige.

Contact opnemen

Neem contact op:

• wanneer u duidelijk bloedstolsels plast of het bloedverlies niet verminderd
• bij koorts boven de 38,5 graden
• bij aanhoudende brandende pijn tijdens het plassen
• als het plassen moeilijk gaat of als u niet meer kunt  plassen.

Tijdens kantooruren kunt u contact opnemen met de polikliniek urologie van het eigen ziekenhuis. Buiten kantooruren en in het weekend kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp (SEH) van het eigen ziekenhuis.