Carpale tunnel syndroom (CTS)

U heeft met uw behandelend arts afgesproken dat een carpaal tunnel syndroom (CTS) operatie wordt uitgevoerd. U heeft al informatie over de ingreep gehad. wordt uitgevoerd. U heeft al informatie over de ingreep gehad. De neurochirurg voert deze operatie uit. In deze folder kunt u alles rustig nalezen.

Het carpale tunnelsyndroom is een beknelling van de middelste zenuw (nervus medianus) in de pols. Deze zenuw verloopt van de onderarm naar de handpalm via een soort tunnel die wordt gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad (de dwarse polsband) aan de handpalmzijde van de pols. Door die tunnel lopen ook de buigpezen van de vingers. De beknelling van de zenuw kan optreden wanneer door zwelling van de weefsels in of rond de tunnel de druk in de tunnel toeneemt.

De klachten die het gevolg zijn van de beknelling van de zenuw kunnen nogal uiteenlopen. Zo kunt u last hebben van:

• Een prikkelend en pijnlijk gevoel of tintelingen in de vingers en in de hand;
• Een doof gevoel in de handpalm en in de vingers;
• Soms een gevoel alsof de hand gezwollen is;
• Een uitstralende pijn naar de onderarm, de elleboog en de schouder;
• Soms krachtverlies in uw hand waardoor u zomaar dingen kunt laten vallen.

Vaak komen deze klachten in de loop van de nacht voor en zorgen ze ervoor dat u wakker wordt. Hoewel de klachten meestal aan één hand voorkomen, kunnen deze ook aan de andere hand ontstaan. De klachten kunnen zo ernstig of hinderlijk zijn, dat een operatie nodig is.

Op grond van het klachtenpatroon kan de diagnose vaak worden vermoed. Indien bij locale druk op de zenuw de klachten toenemen of zich voordoen, wordt het al waarschijnlijker. Om zeker te weten of sprake is van het carpale tunnelsyndroom, is een spieronderzoek nodig. Dit onderzoek noemt men een EMG (ElectroMyoGrafie).

Melden

U meldt zich 15 minuten voor uw afgesproken tijdstip bij de balie van de polikliniek orthopedie routenummer 74. De ingreep vindt plaats op de zelfstandige behandelkamer locatie Venlo.

Vervoer naar huis

Het is verstandig van tevoren begeleiding en vervoer naar huis te regelen. Wij adviseren u niet zelf terug te rijden naar huis.

Kleding

Houdt met uw kledingkeuze er rekening mee dat u na de ingreep voldoende ruimte heeft voor een groot verband om uw pols. Ruimvallende, makkelijke kleding is aan te bevelen.

Sieraden en waardevolle spullen

Wij adviseren u grote geldbedragen, sieraden (zoals uw trouwring) en andere kostbaarheden thuis te laten. Het gevaar van zoek raken en diefstal is helaas aanwezig. Het ziekenhuis is hiervoor meestal niet aansprakelijk. Voor de ingreep dient u ringen en nagellak te verwijderen van de te opereren hand.

Meenemen naar het ziekenhuis

• een geldig identiteitsbewijs
• uw afspraakkaartje

Voorbereiding op de dagbehandeling

U meldt zich aan de balie. Vervolgens neemt u plaats in de wachtkamer. Als u aan de beurt bent wordt u door een verpleegkundige naar een kleedhokje gebracht. Hier krijgt u te horen welke kleding u moet uitdoen. Daarna gaat u naar de behandelkamer, waar u op de behandeltafel gaat liggen.

Overgevoelig?

Als u overgevoelig bent voor injectievloeistof, jodium of pleisters, meld dit dan van tevoren aan uw behandelend arts.

Verdoving

U wordt behandeld onder plaatselijke verdoving. Hiervoor krijgt u een injectie in het gebied dat geopereerd gaat worden, zodat dit deel van uw lichaam gevoelloos raakt. U blijft volledig bij bewustzijn.

Bloedverdunnende medicijnen

Als u bloedverdunnende middelen gebruikt, meld dit dan aan uw neuroloog. Als u onder behandeling bent van de trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. Zij spreken het beleid met u af.

De chirurg dient de plaatselijke verdoving toe. De vloeistof kan branderig aanvoelen. Hierna kan de ingreep plaatsvinden. De wond wordt met hechtingen gesloten.

Duur van de ingreep

De ingreep duurt ongeveer 20 minuten.

Nabehandeling algemeen

• Er komt een pleister op de wond.
• De pleister moet u de eerste twee dagen laten zitten.
• De wond mag niet nat worden. Zo nodig mag u de pleister vervangen. Laat geen natte pleister op de wond zitten. Als er hechtpleisters op de wond zitten dient u deze te laten zitten.
• Totdat de hechtingen zijn verwijderd niet in bad gaan. Douchen mag wel. Na het douchen de wond droog deppen en een nieuwe pleister op de wond plakken.
• De hand wordt verbonden met een groot verband. Dit verband moet u de eerste 24 uur laten zitten.
• De eerste 24 uur na de ingreep krijgt u een draagdoek (mitella). Wij adviseren u deze daarna niet meer te dragen.

Pijnbestrijding

Pijnbestrijding na de ingreep is soms nodig. Vaak is een pijnstiller als paracetamol 500mg voldoende. U mag maximaal 4 maal 1000mg (2 tabletten) per 24 uur innemen. Het is aan te bevelen voor de ingreep pijnstillers in huis te halen. Paracetamol is verkrijgbaar bij apotheek en drogist.

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee gewerkt wordt, kunnen normale complicaties ontstaan na de ingreep zoals: pijn, infectie en/of nabloeding. Deze komen gelukkig zelden voor.

Ongerust / contact opnemen met het ziekenhuis

Bemerkt u ongewone verschijnselen, zoals ernstige nabloeding of maakt u zich ongerust, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek neurologie. Buiten kantoortijden kunt u bellen met de spoedeisende hulp locatie Venlo: (077) 320 58 10

Tien dagen na de ingreep gaat u voor controle en het verwijderen van de hechtingen naar de huisarts. U dient hiervoor zelf een afspraak te maken.

Vijf tot zes weken na de operatie wordt ter controle een telefonische consult gepland met de neuroloog. Als u aan beide handen wordt geopereerd, kan na dit telefonisch consult de tweede operatie ingepland worden.

Hervatting werk en/of sport

Het moment waarop u weer kunt werken of sporten is afhankelijk van het soort werk of sport dat u doet. Meestal is dit weer mogelijk na 2 tot 4 weken

Autorijden

Als u de hand weer goed kunt bewegen mag u het autorijden weer hervatten. Dit is meestal na 2 tot 3 weken.

Wat u ook nog moet weten

Meestal zijn de lastigste klachten zoals de (nachtelijke) tintelingen vrij snel na de operatie verdwenen. Het is echter wel mogelijk dat u gedurende 3 tot zelfs 12 maanden na de operatie nog wat last houdt van krachtsverlies, verlies van handigheid, littekenpijn, gevoeligheid van duim- of pinkmuis, gevoelsvermindering of lichte tintelingen.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

• Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
• Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden;