Longembolie

Een verstopping in een bloedvat van de long

Inleiding

De arts heeft u verteld dat u een longembolie heeft. Hier leest u wat dit betekent.

Wat is een longembolie?

De longslagader is een ader die van het hart naar de longen loopt. Onderweg vertakt de longslagader zich in steeds dunner wordende aderen. Bij een longembolie is een vertakking van de longslagader verstopt door bijvoorbeeld een bloedstolsel. Het hart moet veel moeite doen om genoeg bloed door de longen te pompen. Als de verstopping in de longslagader groot is, ontstaat er een tekort aan zuurstof. Daardoor kunt u het benauwd krijgen.

 

Bekijk voor extra uitleg deze video van het Longfonds:

1

Wat zijn oorzaken van een longembolie?

Meestal is een bloedprop (stolsel) de oorzaak van de verstopping. Soms is vet, anders weefsel of luchtbellen de oorzaak. De bloedprop komt vaak uit een ander deel van het lichaam. Meestal ontstaat deze in een diep bloedvat in het been of in het bekken. Dit noemen we trombose.

Sommige situaties vergroten de kans op een stolsel. Bijvoorbeeld:

  • na een COVID-infectie;

  • bij gebruik van de anticonceptiepil;

  • of bij langdurig stilzitten, zoals tijdens een lange vliegreis.

Een longembolie kan op verschillende plaatsen in de long ontstaan: in een groot bloedvat (centraal) of in een kleiner zijtakje (perifeer).

Welke klachten kunt u ervaren bij een longembolie?

Bij een longembolie kunnen de volgende symptomen voorkomen:

  • een benauwd gevoel;
  • pijn op de borst tijdens het ademhalen;
  • een verhoogde hartslag;
  • zweten;
  • gevoel van flauwvallen;
  • bloed ophoesten.

De diagnose

Om te onderzoeken of u een longembolie heeft, zijn verschillende onderzoeken mogelijk. Meestal doet de arts een CT-angio van de longen. Bij dit onderzoek krijgt u contrastvloeistof via een infuus. Daarna maakt een CT-scan foto's van uw longvaten. Zo kan de arts zien of er een bloedvat is afgesloten door een bloedprop (embolie).

Soms zijn andere onderzoeken nodig, zoals een bloedonderzoek of een longscan.

De behandeling

Tijdens opname

Bloed verdunnende medicijnen

Bij een longembolie krijgt u bloed verdunnende medicijnen (antistolling) toegediend. Deze kunt u toegediend krijgen in tabletvorm of als injectie. Het doel van deze behandeling is het voorkomen dat de stolsels gaan uitbreiden of er nieuwe stolsels ontstaan. Het lichaam ruimt de bestaande bloedstolsels na verloop van tijd meestal zelf op. 

Pijnstilling

Wanneer u veel pijnklachten ervaart, meld dit bij de arts of verpleegkundige. Er wordt gekeken welke pijnmedicatie u mag krijgen.

Zuurstof

Soms kan het zijn dat u tijdelijk zuurstof toegediend krijgt. Dit wordt meestal toegediend via een zuurstofbril via de neus.

(Niet) bewegen

  • In het begin mag u vaak nog niet rondlopen of uit bed komen. Dat komt doordat het stolsel in de long nog op zijn plaats zit. Als u dan te snel beweegt, is er een kans dat het stolsel verschuift. Dat kan gevaarlijk zijn. Uw arts of verpleegkundige bespreekt met u wanneer u weer veilig kunt bewegen.
  • U mag pas in beweging komen als de behandeling is gestart. Heeft u hierover een andere afspraak met uw arts of verpleegkundige? Dan geldt die. Dit geldt vooral bij een zogeheten ruiterembolie, waarbij het stolsel op een belangrijke splitsing in de longslagader zit.
  • Zodra het veilig is, mag u zich binnen de afdeling verplaatsen. Tenzij er andere afspraken zijn gemaakt.

Na ontslag

Trombosedienst

Wanneer u behandeld wordt met acenocoumarol of fenprocoumon, zal de trombosedienst de behandeling overnemen bij ontslag.

Na ontslag uit het ziekenhuis moet u minimaal 3 maanden met deze behandeling doorgaan.

Bij ontslag wordt er een controle afspraak gepland bij de longarts.

Er wordt dan besproken of de behandeling langer voorgezet moet worden (afhankelijk van de ernst en oorzaak van de longembolie).

Leefregels en adviezen voor thuis

Als u antistollingsmedicijnen gebruikt, is het belangrijk om goed op te letten in uw dagelijks leven. Hieronder leest u waar u op moet letten.

  • Let op bijwerkingen: U kunt sneller blauwe plekken krijgen. Ook kunt u meer bloed verliezen bij de menstruatie, sneller een bloedneus hebben of wondjes die langer blijven bloeden.
  • Informeer andere zorgverleners: Vertel altijd dat u antistollingsmedicijnen gebruikt. Bijvoorbeeld bij een bezoek aan de tandarts, bij een zwangerschap of als u een andere behandeling krijgt.
  • Blijf in beweging: Voorkom dat u te lang stilzit of stilstaat. Probeer elke dag minimaal 30 minuten te bewegen, bijvoorbeeld door te wandelen.
  • Vermijd langdurig stilzitten of stilstaan. Beweeg dan ook minimaal 30 minuten per dag. 
  • Stop met roken: Roken zorgt ervoor dat uw bloed sneller stolt. Dat maakt de kans op nieuwe stolsels groter.

Betekenis moeilijke woorden

  1. Trombose: Vorming van stolsel in een bloedvat.
  2. Menstruatie: Ookwel ongesteldheid genoemd: maandelijkse bloeding bij vrouwen.

Linkjes

  1. https://www.youtube.com/watch?v=OEtWoGV-Hp8
  2. https://www.viecuri.nl/disclaimer-patienteninformatie

Contact

Opmerkingen

Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?

Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.2