TVT / TOT Operatie

Operatie bij inspanningsincontinentie

Inleiding

Hier leest u informatie over de TVT/TOT-operatie. Bij deze operatie krijgt de urinebuis een draagband die zonder spanning via de vagina (schede) wordt aangebracht. De operatie wordt vaak toegepast bij inspanningsincontinentie. 

U leest over:

  • wat is inspanningsincontinentie?
  • hoe wordt inspanningsincontinentie onderzocht?
  • welke behandelingsmogelijkheden zijn er?

Wat is inspanningsincontinentie?

Inspanningsincontinentie is een vorm van urineverlies die voorkomt bij inspanning zoals tillen, sporten of springen. Men spreekt ook wel van stressincontinentie. Met ‘stress’ wordt hier bedoeld dat het urineverlies optreedt als de druk in de buikholte plotseling toeneemt door het aanspannen van de buikspieren. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij niezen, hoesten, lachen, tillen, sporten of plotseling opstaan. U verliest dan urine zonder dat u aandrang voelt.

Gesprek

Bij incontinentieproblemen is het belangrijk dat de arts goed weet wat uw klachten zijn. Daarom moet u ze meestal in uw eigen woorden beschrijven. U krijgt daarna soms nog meer vragen: hoe het gaat met plassen, ontlasting, seksualiteit, en of er andere gynaecologische klachten zijn. Ook ziekten, vroegere medische ingrepen, eventuele eetproblemen, medicijngebruik en zwangerschappen kunnen aan de orde komen. Al deze onderwerpen zijn mogelijk van belang voor uw klachten en daarmee voor verder onderzoek en behandeling. Na het eerste gesprek volgt een gynaecologisch onderzoek. Aan de hand van de zo verzamelde gegevens bespreekt de arts met u of aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Urineonderzoek en een urodynamisch onderzoek worden bij deze klachten het meest uitgevoerd. Soms is een cystoscopie, echoscopie of röntgenonderzoek nodig.

Onderzoek

Gynaecologisch onderzoek

De arts vraagt u plaats te nemen op een gynaecologische onderzoekstoel. U ligt met uw benen gespreid, zodat de ingang van de vagina goed zichtbaar is. Vaak begint de arts met de vraag of u wilt persen. Daarna wordt een speculum (spreider) in de vagina gebracht. De baarmoedermond kan nu bekeken worden. Soms vraagt de gynaecoloog of uroloog u nogmaals om te persen; zo wordt een kleinere verzakking zichtbaar. Dan volgt vaak een inwendig onderzoek (vaginaal toucher): de arts brengt twee vingers in de vagina en legt de andere hand op uw buik om de baarmoeder en eierstokken af te tasten. Soms krijgt u de vraag om nogmaals te persen of juist de bekkenbodemspieren aan te spannen om de kracht van deze spieren te meten. Als er ook klachten zijn over andere organen (darmen, vagina) krijgt u soms een gecombineerd inwendig onderzoek via de vagina en de anus (rectaal toucher).

Urineonderzoek

Een urineonderzoek kan uitwijzen of er een blaasontsteking bestaat. Hiervoor is een ‘gewassen plas’ nodig. U maakt eerst de ingang van de vagina schoon, plast dan een klein beetje uit, en vangt de rest op in een potje.

Urodynamisch onderzoek (UDO)

Bij een urodynamisch onderzoek wordt nagegaan hoe de blaas precies werkt. De arts brengt via de urinebuis een dun slangetje (katheter) in de blaas en vult deze met vocht. Terwijl u hoest of juist uitplast krijgt de arts informatie over de blaasspier, de werking van de bekkenbodem en het soort urineverlies. Voor dit onderzoek is een aparte afspraak nodig. Meer informatie vindt u in de folder urodynamisch onderzoek

Behandeling van inspanningsincontinentie

Bij inspanningsincontinentie zijn verschillende soorten behandelingen mogelijk: fysiotherapie, medicijnen, een ring of een operatie. De behandeling is afhankelijk van uw klachten en de gegevens van het onderzoek. Over het algemeen lijkt het logisch om met de minst ingrijpende behandeling te beginnen. Inspanningsincontinentie is niet gevaarlijk. U hoeft dan ook nooit onmiddellijk een beslissing te nemen. Als er niet op een eenvoudige manier wat aan uw klachten te doen is, kan de gynaecoloog of uroloog een ingrijpender behandeling zoals een operatie voorstellen. U bent echter degene die de voor- en nadelen van een behandeling tegen elkaar moet afwegen.

Fysiotherapie

Fysiotherapie heeft vaak als doel de bekkenbodemspieren te versterken door oefening en training. U leert uw bekkenbodemspieren bewust te gebruiken, waardoor u het urineverlies bij hoesten of lachen meestal kunt voorkomen of verminderen. Meer informatie vindt u in de NVOG-folder Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen.

Medicijnen

Medicijnen bij inspanningsincontinentie zijn meestal weinig effectief, werken vaak maar kort en geven soms veel bijwerkingen. Ze worden daarom bij deze klachten zelden gegeven.

Een ring of pessarium

Een ring (pessarium) biedt soms een oplossing voor klachten van inspanningsincontinentie. Door een ring wordt een verzakte blaas of urinebuis weer op de juiste plaats teruggebracht. Niet elke vrouw met incontinentieklachten kan met een ring geholpen worden: de stevigheid van de bekkenbodem speelt hierbij een rol. Een goed passende ring voelt u niet zitten, ook niet bij seksuele gemeenschap. Een ring kan zo voor sommige vrouwen een simpele oplossing bieden voor inspanningsincontinentie. Meer informatie vindt u in de folder Ring of pessarium bij bekkenbodemproblemen.

Andere hulpmiddelen

Bij klachten over inspanningsincontinentie zijn er naast bekkenbodemoefeningen en een ring nog andere mogelijkheden om de klachten te verminderen. Een simpele oplossing is het inbrengen van een (eventueel natgemaakte) tampon in de vagina. Hierdoor wordt de overgang tussen de blaas en de urinebuis als het ware wat naar boven geduwd, zodat urine moeilijker wegstroomt. Voor vrouwen die bijvoorbeeld alleen tijdens sporten last van urineverlies hebben, is dit soms voldoende.

Operatieve behandelingen

Als boven beschreven maatregelen onvoldoende oplossing voor uw klachten bieden, wordt doorgaans een operatie aangeraden. De soort operatie is afhankelijk van uw klachten, het gynaecologisch onderzoek en de uitkomsten van eventueel aanvullend onderzoek. Een operatie heeft als voordeel dat uw klachten meestal verminderen of verdwijnen; wel moet u er altijd rekening mee houden dat ze na een aantal jaren kunnen terugkeren; ook is er een kleine kans op complicaties.

Kiezen voor een behandeling

Soms is het mogelijk tussen behandelingen te kiezen. Bij inspanningsincontinentie is fysiotherapie vaak de eerste keuze. Als dit onvoldoende helpt, kan een ring worden geplaatst of een operatie worden uitgevoerd. Beide behandelingen hebben voor- en nadelen. De keuze tussen een ring of een operatie hangt natuurlijk af van de vraag of er een ring voor u is die uw klachten voldoende verhelpt. Is dat niet het geval, dan is het alternatief een operatie of leren leven met de klachten. Als een ring wel past en uw klachten verhelpt, is het uw beslissing of u de ring wilt blijven gebruiken of toch voor een operatie kiest. Bij een ring is er altijd een kleine kans dat op latere leeftijd alsnog een operatie noodzakelijk is. Maar ook na een operatie kan het gebeuren dat de klachten weer terugkomen en dat er opnieuw geopereerd moet worden. De 
overwegingen bij de keuze tussen een ring en een operatie worden besproken in de Ring of pessarium bij bekkenbodemproblemen.

Wie behandelt u bij klachten over inspanningsincontinentie?

Als de inspanningsincontinentie gepaard gaat met klachten van andere organen (darmen, vagina) is soms onderzoek, advies of behandeling door meer hulpverleners gewenst. Meer informatie vindt u in de brochure Bekkenbodemproblemen bij vrouwen. Als er alleen klachten van inspanningsincontinentie zijn, wordt u door de gynaecoloog of de uroloog behandeld, soms ook door beiden. Zowel gynaecologen als urologen voeren de TVT/TOT-operatie uit.

Wat is een TVT/TOT operatie?

De TVT/TOT-operatie is een operatie om inspannings-incontinentie te verhelpen. Een tension-free vaginal tape (TVT) is een draagband van fijngeweven kunststof (niet-oplosbaar) hechtmateriaal die de urinebuis in de richting van de buikwand trekt. De arts brengt het draagbandje via de vagina in en zorgt ervoor dat dit achter het schaambeen langs onder de huid net boven het schaambeen uitkomt (zie tekening). Het bandje wordt niet vastgemaakt omdat het door weerstand niet kan verschuiven en binnen korte tijd vergroeit met het weefsel eromheen. Een Trans obturator Tape (TOT) is een vergelijkbaar bandje, dat ook via de vagina wordt geplaatst. Dit bandje wordt zijdelings vanaf de lies via een opening in de bekkenbeenderen geplaatst.

De kans dat de operatie uw klachten verhelpt

De kans dat het urineverlies helemaal verdwijnt, is ongeveer 86%. Bij 8% van de geopereerde vrouwen vermindert het urineverlies duidelijk, maar zij zijn niet helemaal droog. Bij 6% van de vrouwen helpt de operatie niet. Bedenk dus dat er geen garantie op succes is.

Afbeelding 1. TVT.
Afbeelding 2. TOT.

Hoe verloopt een TVT/TOT operatie?

De operatie zelf

De operatie gebeurt op de operatiekamer en kan plaatsvinden onder narcose, met een ruggenprik, of met een kortwerkend slaapmiddel dat gecombineerd wordt met plaatselijke verdoving. Tijdens de operatie controleert de arts bij een TVT via een kijkbuis in uw blaas of er geen beschadiging van de urinebuis of blaas optreedt. Om ontstekingen te voorkomen, krijgt u tijdens de operatie een antibioticum. Bent u overgevoelig voor een bepaald soort antibioticum, vertel dit dan voor de operatie, zodat de arts er rekening mee kan houden.

Na de operatie in het ziekenhuis

Na de operatie gaat u terug naar de afdeling. Meestal heeft u een blaaskatheter, die na enkele uren wordt verwijderd. Nadat u zelf de eerste keren geplast heeft, controleert een verpleegkundige met een katheter of een scan of u de blaas voldoende leegt. Na twee à drie keer plassen lukt dit meestal goed. Soms moet de katheter een of meer dagen in de blaas blijven tot u goed kunt uitplassen. Het wondje in de vagina veroorzaakt na de operatie vaak een paar dagen wat bloedverlies en/of bloederige afscheiding. De dag van de operatie of een dag later gaat u naar huis.

Weer thuis

Het plassen

De eerste weken na de operatie hoeft u niet extra te drinken. Wel is het belangrijk regelmatig te plassen, ten minste vijf keer per dag. De eerste weken treedt soms nog ongewild urineverlies op. Ook kunt u tijdelijk meer aandrang voelen. Sommige vrouwen hebben het gevoel ‘over een weerstand’ te plassen. Dat gevoel verdwijnt later vanzelf.

Niet zwaar tillen

De eerste twee weken is het belangrijk om niet zwaar te tillen: bij voorkeur geen kinderen tillen, geen zware boodschappentassen dragen en geen ander zwaar werk doen. Bespreek voor de operatie met de arts of het verstandig is extra hulp voor deze periode te regelen. Daarna kunt u uw gewone werkzaamheden gaandeweg hervatten.

En verder...

Direct na de operatie kunt u weer onder de douche. Wacht met het nemen van een bad tot de bloederige afscheiding uit de vagina gestopt is. Gebruik geen tampons de eerste twee weken na de operatie, en wacht vier weken met seksuele gemeenschap.

Complicaties

De kans op complicaties bij een TVT/TOT-operatie is klein, en niet groter dan bij andere operaties in verband met inspanningsincontinentie. We beschrijven hier de complicaties die het meest voorkomen.

Een blaasontsteking

Soms treedt na de operatie een blaasontsteking op, maar bij gebruik van een antibioticum komt dit zelden voor.

Een vaginale schimmelinfectie

Door het antibioticum dat u moet gebruiken, ontstaat soms een vaginale schimmelinfectie. U merkt dit door jeuk.Ook plassen is dan vaak pijnlijk. Vraag de (huis)arts om een medicijn. Spoel zo nodig tijdens het plassen met water uit een fles, zodat het plassen minder pijn doet. Voorkom dat u de urine te lang ophoudt.

Een kleine bloeduitstorting in de buikwand

Bij een bloeduitstorting ziet u een rode bult van opgehoopt bloed onder de sneetjes. Vaak verdwijnt dit vanzelf: de bloeduitstorting verspreidt zich dan onder de huid, waardoor het omringende gebied alle kleuren van de regenboog aanneemt. Soms komt het bloed via de sneetjes naar buiten. Dit kan geen kwaad. Als bloed en wondvocht naar buiten gekomen zijn, genezen de wondjes vanzelf. Gebruik in die tijd een pleister of een gaas om uw kleren te beschermen.

Een bloeding in de vagina tijdens de operatie

Als deze complicatie optreedt, brengt de arts een tampon in de vagina en krijgt u een blaaskatheter. De tampon – een lang gaaslint dat de vagina stevig opvult – wordt een of twee dagen later door de verpleegkundige verwijderd. Schrik niet van de lengte.

Het lukt niet om te plassen

Bij sommige vrouwen lukt het na de operatie niet om te plassen; een tijdelijke blaaskatheter is dan noodzakelijk. Meestal lukt het plassen na een paar dagen wel, maar bij enkele vrouwen (minder dan 1%) blijft de klacht bestaan. Zij moeten leren om zelf de blaas met een katheter leeg te maken. Het bandje kan wel losgemaakt worden. Soms is het noodzakelijk dit binnen enkele dagen na de operatie te doen, maar meestal gebeurt dit pas vele maanden na de operatie om te voorkomen dat weer ongewenst urineverlies optreedt.

Een beschadiging van de urinebuis of de blaas

Bij deze zeldzame complicatie wordt de beschadigde blaas of urinebuis, waar een gat in is ontstaan, direct hersteld. U krijgt dan een blaaskatheter en moet langer in het ziekenhuis blijven. Een beschadiging van de blaas of urinebuis geneest meestal na enige tijd goed.

Een nieuwe klacht: aandrangincontinentie

In de eerste dagen en weken na de operatie ontstaat soms een nieuwe klacht: 
aandrang-incontinentie. Er is dan zeer vaak aandrang om te plassen. Meestal is dit tijdelijk, een enkele keer niet. Het is een complicatie die ook bij andere incontinentie operaties voorkomt.

Complicaties op langere termijn

Omdat de operatie pas een jaar of vijf is uitgevoerd op het moment dat deze brochure geschreven wordt, is nog niets bekend over complicaties die na langere tijd optreden.

Controle na de operatie

De meeste gynaecologen en urologen verwachten u ongeveer een week na de operatie voor een eerste controle. Daarna volgen meestal nog enkele controle afspraken. Bij deze controles is het beter dat de blaas niet leeg is. Zo kan worden nagegaan of de plasbuis goed is opgehangen en kan de arts een indruk krijgen van de mate van eventueel urineverlies bij hoesten.

Wanneer moet u tussentijds contact opnemen?

Neem bij onverwachte gebeurtenissen zoals koorts, veel pijn, veel bloedverlies, of niet goed kunnen uitplassen contact op met de behandelend arts of een plaatsvervanger.

Tot slot

Hebt u nog vragen, aarzel dan niet deze met uw arts te bespreken.

Om verder te lezen

Deze website is mogelijk interessant voor u:
www.bekkenbodemwijzer.nl

Onderstaande folders zijn te verkrijgen bij de gynaecoloog, uroloog en te vinden op:

www.viecuri.nl/patiënteninformatie

U kunt ze ook vinden op het internet: 
www.degynaecoloog.nl/patienteninformatie

  • Bekkenbodemproblemen bij vrouwen
  • Het urodynamisch onderzoek
  • Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen
  • Ring of pessarium bij bekkenbodemproblemen
  • Bekkenbodem- en incontinentie-operaties
  • Seksuele problemen bij vrouwen 
     (deze folder geeft ook informatie over andere seksuele problemen)

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven