Doorspoelen van een sonde

Het starten van sondevoeding hoort bij uw behandeling. Er is met u besproken dat u en/of uw mantelzorger hier zelf voor gaat zorgen. Met deze uitleg leren we u en uw mantelzorger op welke manier de sondevoeding doorgespoeld dient te worden.

Sondevoeding kan ervoor zorgen dat de sonde langzaam verstopt raakt. Daarom is het belangrijk dat u de sonde om de 4 uur doorspoelt met lauw water. De hoeveelheid wordt met u afgesproken door het voedingsteam. Zie hiervoor brief "sondevoeding thuis".

• Bij elke wisseling van een fles sondevoeding
• Voor het slapen gaan
• Bij het wakker worden
• Bij het afkoppelen van de sonde
• Voor en na het geven van medicijnen via de sonde
• Bij alarmen van de voedingspomp
• Voor en na het geven van sondevoeding wanneer met u is afgesproken de sondevoeding in porties toe te dienen.

• Spuit van 20 of 50 ml in overleg met het voedingsteam
• Glas met lauw kraanwater
• Handdoekje

• Was u handen met zeep;
• Leg het handdoekje onder het bijspuitpunt van de sonde

Er zijn 2 manieren om de sonde door te spuiten:

1: Doorspuiten via bijspuitpunt

• Vul de 20 of 50 ml spuit met lauw kraanwater uit het glas. Dit doet u door de voorzijde van de spuit in het water te plaatsen en aan de stamper aan de achterzijde te trekken.
• Zet de sondevoedingspomp in pauze stand door 1 keer de "START/STOP" in te drukken.
• Draai het dopje van het bijspuitpunt eraf en draai de spuit erop.
• Spuit het lauw kraanwater rustig in. Dit moet zonder weerstand verlopen.
• Draai hierna het kraantje met de ronde kant, zonder pijltje naar het bijspuitpunt.
• Draai de spuit eraf, draai het dopje er weer op.
• Start de sondevoedingspomp door 1 keer op "START/STOP" te drukken (u hoort 3x een pieptoon).
• Haal de stamper uit de spuit en bewaar deze in een afgesloten bakje in de koelkast. 

Bekijk hier de video over doorspuiten via het bijspuitpunt.

2: Rechtstreeks op de sonde doorspuiten

• Vul de 20 of 50 ml spuit met lauw kraanwater uit het glas. Dit doet u door de voorzijde van de spuit in het lauw kraanwater te plaatsen en aan de stamper aan de achterzijde te trekken.
• Klem de sonde af door de sonde dubbel te knijpen.
• Draai het dopje van de sonde en draai de spuit erop.
• Sonde los laten door niet meer dubbel te knijpen.
• Spuit het lauwe kraanwater rustige in. Dit moet zonder weerstand verlopen.
• Sluit de sonde weer af door dubbel te knijpen.
• Draai het dopje er weer op.
• Haal de stamper uit de spuit en bewaar deze in een afgesloten bakje in de koelkast.

Bekijk hier de video over hoe je de sonde rechtstreeks doorspuit.

• Zet de voedingspomp stop
• Trek met een 10 ml spuit zoveel mogelijk voeding uit de sonde. Probeer de sonde met een 10 ml spuit met lauw kraanwater pompend door te spuiten. Herhaal dit een paar keer. Als u de verstopping kunt zien, kunt u proberen om de voedingssonde op die plek zachtjes te kneden. Als de verstopping los komt kun u de sonde doorspuiten met lauw kraanwater.
• Gebruik nooit koolzuurhoudend bronwater of frisdranken.
• Als het niet lukt zal de sonde vervangen moeten worden.

Krijgt u de verstopping niet opgelost of is de sonde eruit gevallen?
Neem contact op met de thuiszorg. Het telefoonnummer vind u in de brief "sondevoeding thuis".