Allergische Rhinitis

Allergische rhinitis betekent; een allergie van de neus. Deze wordt veroorzaakt door allergenen die je in kunt ademen zoals:

• Boom –en graspollen: dit noemen we hooikoort 
• Huisstofmijt: dat zijn piepkleine diertjes die het fijn vinden in een stoffige omgeving (knuffels, tapijt, gordijnen en beddengoed
• (huis)dieren: dit zijn vaak honden en katten maar kunnen bijvoorbeeld ook paarden zijn

Door de allergie raakt het slijmvlies van de neus (en vaak ook de ogen) ontstoken. Kinderen die last hebben van allergische rhinitis hebben vaak

• Jeuk aan de ogen en aan de neus
• Loopneus 
• Niezen
• Altijd een verstopte neus
• Moeilijk te behandelen astma

Als de allergie ernstig is wordt het slapen lastig en is het moeilijk voor het kind om zich goed te concentreren op school. Het kind kan er heel erg moe van worden.

Behandeling

Meestal lukt het goed om allergische rhinitis te behandelen met

• Anti allergie tabletjes (bv. desloratadine, levoceterizine
• Een neusspray met ontstekingsremmers (bv. Avamys, Nasonex)
• Oogdruppels voor allergie kunnen soms ook helpen

Soms lukt het niet goed om de klachten van allergie goed onder controle te krijgen ondanks dat het kind elke dag medicijnen inneemt. Dit kan echt heel vervelend zijn doordat het slapen slecht gaat, het kind moe wordt en het zich niet meer goed kan concentreren. Dit kan ook gevolgen hebben voor school en het huiswerk.

De kinderarts bespreekt ook of het dan kan helpen om immunotherapie te geven.

Immunotherapie

Immunotherapie is een behandeling voor ernstige allergische rhinitis. Bij deze behandeling wordt geprobeerd om het afweersysteem van het kind  langzaam te laten wennen aan de stof(fen) waar het allergisch voor is allergenen). Hiermee willen we bereiken dat het kind niet meer allergisch reageert als het deze stoffen inademt en weer alles kunt doen wat hetl doen.

Immunotherapie is een intensieve behandeling welke 3-5 jaar duurt. Er zijn twee vormen van immunotherapie:

SCIT (subcutane immunotherapie – prikjes)
Dit is de oudste vorm van immunotherapie: hierbij krijgt het kind  in een steeds hogere dosering een heel klein beetje van het allergeen waarvoor het allergisch is, onder de huid ingespoten. Dit klinkt akelig maar meestal gaat het hartstikke goed. In het begin is het wel intensief omdat de prikjes elke week gezet moeten worden. Als de maximale dosis is behaald wordt het prikje elke 4 tot 6 weken gegeven. Omdat het soms gebeurt dat kinderen een ernstige allergische reactie krijgen op deze prikjes (anafylaxie) gebeurd dit altijd in het ziekenhuis.

SLIT (sublinguale immunotherapie – tabletjes onder de tong)
Tegenwoordig is het ook mogelijk om voor graspollen en huisstofmijt allergie tabletjes te nemen die je onder de tong legt. De dosis is iedere dag hetzelfde en wordt meestal goed verdragen. De kans op een ernstige allergische reactie is vele malen kleiner en dus kunnen de tabletjes na de eerste keer gewoon thuis ingenomen worden. De grootste uitdaging bij deze vorm van immunotherapie is dat het kind de tabletjes elke dag in moet nemen gedurende 3-5 jaar. Sommigen vinden dat lastig en kiezen er daarom voor om toch voor de prikjes te gaan.

De kinderarts zal bespreken of immunotherapie een goede behandeling kan zijn en overlegt met ouders en kind welke vorm van immunotherapie het beste bij de allergieën past.