Nazorg

Een patiënt blijft op de Intensive Care (IC) zolang dat nodig is. Zodra de ziekte is behandeld en de lichaamsfuncties hersteld zijn, gaat de patiënt naar een verpleegafdeling. Dit gebeurt meestal tussen 10.30 en 15.00 uur. Soms vindt dit onverwacht plaats, bijvoorbeeld wanneer een andere patiënt dringend intensieve zorg nodig heeft. De intensivist neemt dit besluit zorgvuldig en stelt de patiënt en zijn naasten hiervan op de hoogte. Het kan ook zijn dat de patiënt naar een andere zorginstelling gaat of naar een IC in een ander ziekenhuis wordt overgeplaatst. Dan zal de patiënt met een speciale ambulance, uitgerust voor het vervoer van ernstig zieke patiënten, en met medische begeleiding (verpleegkundige en arts) overgeplaatst worden. 

Nazorg op de verpleegafdeling

Bent u langer dan 5 dagen op de Intensive Care verbleven? Dan blijven de IC-verpleegkundigen betrokken bij de zorg op de verpleegafdeling. Een IC verpleegkundige komt dagelijks langs om te kijken hoe het met u gaat en of er nog verpleegkundige ondersteuning nodig is. 

CIV verpleegkundige

Verpleegafdelingen kunnen de IC verpleegkundigen om hulp vragen. Bijvoorbeeld met het plaatsen van een infuus of voor het uitvoeren van een speciale behandeling zoals een bronchiaal toilet. We noemen deze IC verpleegkundige de 'Consultatief IC Verpleegkundige', oftewel de CIV verpleegkundige. Wanneer een intensivist een patiënt op de verpleegafdeling bezoekt kan de CIV verpleegkundige ook ondersteuning bieden tijdens dit bezoek.

Is een naaste overleden op de IC?

Als een naaste is overleden op de IC kunnen naasten behoefte hebben om met de intensivist te bespreken wat er is gebeurd. U kunt hiervoor telefonisch een afspraak maken. Naar de contactgegevens van de IC.

Bij een obductie krijgen naasten enkele maanden later een uitnodiging voor een gesprek met de intensivist.