Borstexpertisecentrum

Contact

Locatie Venlo

routenummer 71

(077) 320 68 80

Zorgverleners met gekleurde bloemen

Diagnose borstkanker, wat nu?

Voor een optimale behandeling van borstkanker zijn diverse factoren van belang:

 

  • Hoe eerder een tumor wordt ontdekt, hoe groter de kans op genezing. Deze stelregel gaat in het algemeen zeker op.
  • Eerst moet duidelijk zijn hoe groot het gezwel is en waar het precies zit. Ook moet helder zijn of de okselklieren wel of niet zijn aangetast. Dan pas kan de juiste behandeling worden gekozen.
  • Er zijn meerdere manieren om de tumor te verwijderen. De specialist zoekt in overleg met u, naar de meest geschikte vorm van opereren. Dan wordt ook duidelijk of er aanvullend zal worden bestraald. Vaak volgt daarnaast ook nog een traject met chemotherapie, immuuntherapie of hormoontherapie.

 

Borstkanker... in gesprek met de specialist

De uitslagen worden met u besproken tijdens een vervolgafspraak in het ziekenhuis. Daarvoor moeten alle (pathologische) uitslagen bekend zijn. Het streven is dit binnen 24 uur na de eerste afspraak te doen. Bij de vervolgafspraak neemt de borstkankerspecialist, samen met de mammacare-verpleegkundige of de verpleegkundig specialist alle onderzoekuitslagen met u door. U krijgt hier ook een advies voor het vervolgtraject.

 

Patiënt in gesprek met de zorgverlener

 

Als de afwijking goedaardig is, wordt in overleg met u bekeken of aanvullende stappen noodzakelijk zijn. Meestal is er dan geen aanvullende behandeling nodig.

 

Is de afwijking kwaadaardig, dan is het zaak zo snel mogelijk duidelijkheid te verstrekken wat er gedaan moet worden voor de gemoedsrust van de patiënt. Samen met de behandelend arts beslist u over het onderzoek en de behandeling die u ondergaat. Daarvoor is het noodzakelijk dat u over de juiste informatie beschikt en dat u die ook begrijpt, want zonder informatie kunt u geen toestemming geven voor onderzoek en behandeling. Voor een arts is het duidelijk wat er moet gebeuren. Voor u is het allemaal nieuw. Daarom kan uw arts voor u te snel gaan. Vraag hem of haar dan om  het allemaal nog een keer uit te leggen. U kunt ook vragen naar voorlichtingsmateriaal.

 

In de praktijk blijkt vaak dat patiënten bij thuiskomst niet meer weten wat de arts heeft gezegd, of dat patiënten zijn vergeten te vragen wat zij graag willen weten. Via de onderstaande link vindt u enkele tips voor het gesprek met uw behandelend specialist: https://www.viecuri.nl/afspraak-en-onderzoek/voorbereiding-op-uw-afspraak/meenemen-naar-uw-afspraak/tips-voor-in-de-spreekkamer/

 

Behandelopties

In het gesprek met de borstkankerspecialist is duidelijk geworden wat voor u de beste behandelopties zijn. Vaak is dit een combinatie van een operatie mét een vorm van therapie. De chirurg, vaak ook de borstkankerspecialist verricht de ingreep. De internist-oncoloog bespreekt met u de opties voor aanvullende therapie. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen chemotherapie, hormonale therapie en doelgerichte therapie. Dit zijn alle drie vormen van systeemtherapie omdat ze in het hele lichaam werkzaam zijn.

 

Met deze therapieën kan vóór of ná de operatie worden gestart.

 

  • De borsttumor wordt kleiner. Opereren is daardoor vaak minder ingrijpend.
  • Kleinere tumoren kunnen door therapie nóg verder afnemen; in plaats van een amputatie, kan zo een borst besparende operatie plaatsvinden.
  • Eventuele uitzaaiingen elders in het lichaam worden zo vernietigd.
  • Er is meer tijd om een reconstructie met eigen weefsel in te plannen.

 

Een nadeel van therapie vóór de operatie is dat er iets vaker wordt nabestraald.

 

Therapie ná de operatie: een aanvullende behandeling met medicijnen moet ervoor zorgen dat kankercellen die ná de ingreep mogelijk zijn achtergebleven of rondzwerven alsnog worden gedood.

 

Therapie ná de operatie: een aanvullende behandeling met medicijnen moet ervoor zorgen dat kankercellen die ná de ingreep mogelijk zijn achtergebleven of rondzwerven alsnog worden gedood.

 

Voor u is van belang te weten dat voor welke vorm van therapie u ook kiest, u hiervoor in het  Borstexpertisecentrum terecht kunt. U hoeft er niet voor naar een gespecialiseerd ziekenhuis te reizen.

 

We bespreken hieronder kort de drie vormen van systeemtherapie: chemotherapie, hormonale therapie en immuuntherapie.

 

Chemotherapie

Kankercellen delen zich sneller dan gezonde lichaamscellen. Ze groeien ongeremd en houden zich niet aan de grenzen van een orgaan. Die groei moet worden geremd en dat is het effect van chemotherapie. De deling van cellen verloopt door de inzet van chemotherapie moeizamer waardoor de tumor niet meer groeit. Hierdoor gaan de cellen in de tumor dood, deze worden door het lichaam opgeruimd. Doordat chemotherapie ook effect heeft op niet kwaadaardige cellen, ontstaan er bijwerkingen van chemotherapie, zoals bijvoorbeeld haaruitval.

 

Arm met een infuus

 

Anti-hormonale therapie

Een groot deel van de patiënten met borstkanker heeft een hormoongevoelige tumor. Dit betekent dat de borstkanker gestimuleerd wordt door de aanwezigheid van vrouwelijke hormonen. Door anti-hormonale therapie wordt de invloed van het vrouwelijk hormoon op borstkanker geblokkeerd.

Anti-hormonale therapie wordt vaak preventief gebruikt na een operatie voor borstkanker. Hierdoor wordt de kans op terugkeer van borstkanker of uitzaaiingen in de toekomst kleiner. Anti-hormonale therapie wordt alleen ingezet bij patiënten met hormoongevoelige borstkanker.

Anti-hormonale therapie kan zowel vóór en na de overgang gebruikt worden. Ook mannen met een hormoongevoelige borstkanker kunnen behandeld worden met anti-hormonale therapie. Uw behandelaar bespreekt de best passende opties en de duur van de behandeling met u. De behandelduur wordt afgestemd op uw persoonlijke situatie, maar betreft meestal een periode van enkele jaren. De eventuele bijwerkingen van anti-hormonale therapie kunnen lijken op overgangsklachten (o.a. opvliegers). Uw behandelaar begeleidt u gedurende dit behandeltraject en kan bijsturen waar nodig.

Hormoontherapie kan ook een mogelijke behandeloptie zijn bij uitgezaaide borstkanker.

Meer informatie vindt u op kanker.nl

 

Doelgerichte therapie

Een deel van de vrouwen en mannen met borstkanker heeft teveel van een bepaald eiwit op de tumorcellen: het HER2-eiwit. Deze eiwitten zorgen ervoor dat de tumorcellen te veel groeiprikkels aan de cel doorgeven, waardoor de cellen blijven delen. Bepaalde medicijnen, monoklonale antilichamen genaamd, kunnen die eiwitten blokkeren. Cellen kunnen daardoor minder makkelijk groeien en delen. In combinatie met chemotherapie en/of hormonale therapie zullen de kankercellen beschadigen en mogelijk zelfs afsterven. Hierdoor kan de ziekte beter behandeld worden.

 

Bij doelgerichte therapie wordt gebruik gemaakt van twee soorten medicijnen: monoklonale antilichamen en small molecules. Sommige medicijnen krijg je via een infuus of injectie, andere kunnen als tablet worden ingenomen. 

 

Vaak wordt doelgerichte therapie ingezet in combinatie met chemotherapie en hormoontherapie.

 

Radiotherapie

Bij radiotherapie of bestraling worden kankercellen vernietigd met röntgen of gammastraling. De tumor en/of de uitzaaiingen worden van buitenaf, door de huid heen, bestraald. Radiotherapie is geen vorm van systeemtherapie omdat de bestraling zich alleen richt op de plek of plekken waar de tumor(en) en/of uitzaaiingen zitten en niet op het hele lichaam.    

 

Het Borstexpertisecentrum werkt volgens de nieuwste inzichten. Heel nauwkeurig wordt eerst bepaald waar uw tumor zich bevindt en hoe deze optimaal kan worden bestraald. Omliggende gezonde cellen worden daarbij zo veel mogelijk gespaard.

 

Voordat er bestraald gaat worden, heeft u eerst een gesprek met een radiotherapeut of arts-assistent. Hierin wordt besproken hoeveel bestralingen u krijgt, hoe lang ze duren, enzovoorts.

 

Een bestraling duurt nooit langer dan een paar minuten. U ligt tijdens de bestraling op een ‘tafel’, omringd door een reeks apparaten. Een hele behandeling bestaat uit een serie bestralingen, waarvoor u vaker terugkomt.

 

Bijwerkingen

Bij bestraling kan er sprake zijn van bijwerkingen. Hoeveel en welke bijwerkingen verschilt per persoon. Het hangt af van het gebied dat bestraald wordt, de dosis straling die u krijgt en uw gevoeligheid voor bijwerkingen. Tijdens en direct na de behandeling kunt u moe zijn en kan de bestraalde huid rood worden. We zien er nauw op toe dat u de radiotherapie zo goed mogelijk verdraagt.

Scroll voor meer informatie